Federale Republiek Joegoslavië
| Federale Republiek Joegoslavië Савезна Република Југославија
 | |
|---|---|
| Hoofdstad | Belgrado |
| Oppervlakte | 102.350 km² |
| Inwonersaantal | 10.800.000 |
| Taal | Servisch |
| Munteenheid | Joegoslavische dinar |
Portaal  Geschiedenis
| |
.svg)
De Federale Republiek Joegoslavië was een land dat tussen 1992 en 2003 bestond. De Federale Republiek Joegoslavië was een van de landen met de naam Joegoslavië. Het was de opvolger van de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Het omvatte Servië, Montenegro en Kosovo.
Het land ontstond nadat Slovenië, Macedonië, Kroatië en Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk verklaard hadden. Tijdens de de jaren 1990 werden er verschillende burgeroorlogen gevoerd in voormalig Joegoslavië, waaronder Bosnische Burgeroorlog en de Kosovo-oorlog. Tijdens deze oorlogen vonden allerlei misdaden plaats, waaronder genocide (volkerenmoord). Hierdoor had het land internationale sancties; geen enkel land mocht handel drijven met Joegoslavië. Niet alleen had het land te maken met grote economische problemen, maar ook met invallen van de NAVO in 1999. Pas in 2001 zouden al deze oorlogen eindigen.
In 2003 kwam er een einde aan Joegoslavië. De Federale Republiek Joegoslavië ging toen verder als het land Servië en Montenegro. Dit laatste land viel in 2006 uiteen in de losse landen Servië en Montenegro. Kosovo verklaarde zich in 2008 ook onafhankelijk van Servië.
Geschiedenis
Ontstaan
Joegoslavië bestond al sinds 1918. Tussen 1918 en 1941 bestond het als het koninkrijk Joegoslavië en vanaf 1945 als de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië. Joegoslavië was na de Tweede Wereldoorlog een communistisch land onder Josip Broz Tito. Tito leidde het land tot aan zijn dood in 1980. Na zijn dood ontstonden allerlei problemen in Joegoslavië. Het land had een hoge werkloosheid, veel staatsschuld en de verschillende volkeren wilden zich afscheiden.
Na de val van het communisme en de Sovjet-Unie begon Joegoslavië ook een te vallen. In 1991 scheidde Slovenië zich als eerste deelrepubliek af, na een korte oorlog (de Tiendaagse Oorlog). Vervolgens verklaarden Kroatië en Bosnië en Herzegovina zich onafhankelijk. Dit ging minder soepel en zorgde voor twee oorlogen; de Kroatische Oorlog en de Bosnische Burgeroorlog. Vooral de laatste ging er erg heftig aan toe. In al deze chaos scheidde ook Macedonië zich af. Joegoslavië bestond hierdoor nog alleen uit Servië en Montenegro.
In 1992 besloot Joegoslavië het socialisme af te schaffen, waardoor de Federale Republiek Joegoslavië ontstond.
Oorlog en economische problemen
De eerste drie jaar van de Federale Republiek Joegoslavië stonden in het teken van de Bosnische Burgeroorlog. In Bosnië en Herzegovina wonen drie volkeren; islamitische Bosniakken, katholieke Kroaten en orthodoxe Serviërs. Tijdens de burgeroorlog vochten deze drie volkeren tegen elkaar. De Kroaten wilden delen van Bosnië hebben, waar veel Kroaten woonden. De Serviërs wilden hetzelfde, maar dan voor de delen waar veel Serviërs woonden. Daarnaast wilden de Bosniakken onafhankelijkheid. Tijdens de oorlog ging het er wreed aan toe. Er was sprake van allerlei oorlogsmisdaden van alle drie de kanten, waaronder genocide. Genocide is het uitmoorden van een bepaald volk. Een voorbeeld hiervan is de val van Srebrenica, waarbij meer dan 8.000 Bosniakse mannen om het leven kwamen.
De Europese Unie en de Verenigde Naties wilden bemiddelen tussen de volkeren zonder succes. Hierdoor kwam er een boycot tegen Joegoslavië. De Amerikanen erkenden ook alle volkeren die zich wilden afscheiden en besloten ze te helpen. De VN startte een internationale vredesmissie in Bosnië en Herzegovina en wees veilige zones aan. Deze veilige zones waren echter niet te beschermen. De Bosnische Burgeroorlog eindigde in 1995 en zorgde ervoor dat Bosnië en Herzegovina onafhankelijk werd. Het land zou uit drie nationaliteiten bestaan die elk een vergaande mate van zelfbestuur hebben.
Voor Joegoslavië veroorzaakte de oorlog en de sancties economische problemen. Er was sprake van hyperinflatie; geld werd in snelle tijd bijna niets meer waard.
De Kosovo-oorlog
Kosovo was een autonome provincie van de Federale Republiek Joegoslavië, wat tot de deelrepubliek Servië behoorde. Kosovo wordt vooral bewoond door Albanezen. Vanaf 1996 wilden steeds meer Kosovaren zich afscheiden van Joegoslavië en zich bij Albanië voegen. Ondertussen koos Joegoslavië de Serviër Slobodan Milošević als president in 1997. Hij wilde Joegoslavië kosten wat het kost bij elkaar houden. In 1998 liepen de spanningen zo hoog op dat de Kosovo-oorlog uitbrak. De Kosovaren werden gesteund door Albanese groepen vochten in deze oorlog. Ook deze oorlog ging er wreed aan toe. Bepaalde groepen moesten gedwongen verhuizen, onschuldige burgers werden gedood en kinderen werden als soldaat gebruikt.
In 1999 besloten de Verenigde Naties vrede te bemiddelen, maar dit was geen succes. Vervolgens stelde NAVO ultimatum, maar Joegoslavië trok zich hier niets van aan. Hierdoor vond Operatie Allied Force plaats. De NAVO voerde verschillende bombardementen uit op Joegoslavische steden. Dit dwong Joegoslavië om vrede te tekenen. Hoewel Kosovo officieel onderdeel bleef van Servië, riep het in 2008 officieel de onafhankelijkheid uit. Tot op de dag van vandaag wordt Kosovo niet erkend door Servië als land. Servië ziet Kosovo als onderdeel van Servië.
Na 2000
Door alle sancties en economische problemen was de economie van Joegoslavië bijna volledig ingestort. President Slobodan Milošević leidde het land met harde hand en kan vergeleken worden met een dictator. Door de oorlogen en economische problemen was hij enorm onpopulair geworden. In september 2000 braken er protesten tegen hem uit in Joegoslavië. Hierdoor werd hij afgezet en nieuwe verkiezingen werden gehouden.
Vanaf 2000 besloot Joegoslavië een nieuwe band met het buitenland op te bouwen. Het land was geschorst van de Verenigde Naties, maar trad in 2000 opnieuw toe. Na de oorlogen ontstond het Joegoslaviëtribunaal, wat de oorlogsmisdadigers van de verschillende oorlogen berechtigt. Dit tribunaal is nog steeds actief. Onder andere Milošević werd door het tribunaal veroordeeld voor zijn rol in de Kosovo-oorlog.
In 2002 werd bekend dat er een einde zou komen aan de naam Joegoslavië. Op 4 februari 2003 ging het land verder als Servië en Montenegro, waarbij de Serven en Montenegrijnen een grotere mate van zelfbestuur kregen. Na drie jaar viel dit land uiteen in Servië en het onafhankelijke Montenegro.