Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen

Uit Wikikids
(Doorverwezen vanaf Duurzame ontwikkelingsdoelen)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn in 2015 opgesteld door de Verenigde Naties om er voor te zorgen dat iedereen een goed leven heeft en dat de aarde beschermd wordt tegen klimaatverandering. ER zijn 193 landen die de overeenkomst hebben ondertekend. De bedoeling is dat de economie kan blijven groeien, de wereld wat eerlijker wordt, maar dat er toch rekening wordt gehouden met de aarde. Alle landen hebben in de afgelopen tientallen jaren steeds meer van de schaarser wordende grondstoffen opgenomen en daar een heleboel vervuiling tegenover geplaatst. Denk maar eens aan bijvoorbeeld alle plastic afval, de luchtvervuiling, de opwarming van de aarde. Het is de bedoeling dat over 100 jaar onze nakomelingen ook een goed leven hebben op de aarde. Het risico wordt steeds groter dat zelfs in Nederland het land wordt overspoeld door een stijgende zeespiegel, periodes van grote droogte, overstromingen bij rivieren, klimaatvluchtelingen uit andere landen, en ga zo maar door.

De Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen zijn:

  1. Geen armoede
  2. Geen honger
  3. Goede gezondheid en welzijn
  4. Kwaliteitsonderwijs
  5. Gendergelijkheid
  6. Schoon water en sanitair
  7. Betaalbare en duurzame energie
  8. Eerlijk werk en economische groei
  9. Industrie, innovatie en infrastructuur
  10. Ongelijkheid verminderen
  11. Duurzame steden en gemeenschappen
  12. Verantwoorde consumptie en productie
  13. Klimaatactie
  14. Leven in het water
  15. Leven op het land
  16. Vrede, justitie en sterke publieke diensten
  17. Partnerschap om doelstellingen te bereiken.

ad. 1 Geen armoede

De Verenigde Naties geven aan dat er nog veel mensen in armoede leven. Dat zijn mensen die minder dan 1 dollar en 25 cent per dag verdienen. Dat is ongeveer 1 euro. De landen waar de meeste mensen in armoede leven zijn de Democratische Republiek Congo en Burundi. In Europa hebben ook mensen kans op armoede. Die kans is het grootst in Roemenië en Bulgarije. In Nederland is de kans dat mensen in armoede komen te leven zo'n 15 procent. Ontwikkelingslanden moeten worden geholpen om ervoor te zorgen dat mensen niet meer in armoede leven. Regeringen moeten er in hun landen voor zorgen dat er geen armoede meer is.

ad. 2 Geen honger

Het doel van de Verenigde Naties is dat er geen mensen meer zijn die honger lijden. Door het lijden van honger kunnen kinderen niet goed groeien en raken ze ondervoed. Volgens de VN kunnen we honger stoppen door eten op een andere manier te maken, verdelen en eten. Iedereen die bij het maken van eten betrokken wordt moet op een eerlijke manier betaald worden. Eigenlijk is er genoeg eten in de wereld en het is een doel dat eenvoudig bereikt zou kunnen worden. Niet alleen in ontwikkelingslanden lijden mensen honger. Ook in Europese landen kunnen mensen honger krijgen omdat ze het eten niet kunnen betalen. De voedselbanken moeten steeds meer voedselpakketten uitdelen. In 2014 werden in Europa ongeveer 2,5 miljoen voedselpakketten uitgedeeld. Een onderdeel van honger betekent ook dat er minder eten weggegooid moet worden. Per jaar wordt er meer dan 1,3 miljoen ton eten weggegooid.

ad 3. Goede gezondheid en welzijn

Het doel goede gezondheid en welzijn gaat over vier belangrijke onderwerpen: moeder en kind, epidemieën, verkeersveiligheid en gezondheidszorg. Bij het onderwerp moeder en kind gaat het er om dat er minder vrouwen sterven als ze moeder worden. Per dag gaan namelijk 800 vrouwen wereldwijd dood door problemen als ze zwanger zijn. Dat zijn bijna allemaal vrouwen die in ontwikkelingslanden wonen. Ook sterven veel pasgeboren baby’s: van elke vijf kinderen jonger dan 5 jaar overlijden er twee.

Bij het onderwerp epidemieën gaat het om ziektes als aids, tuberculose, malaria en corona. Er zijn veel mensen in ontwikkelingslanden die hier aan dood gaan. Dat komt omdat in die landen weinig mensen weten welke ziektes er zijn en mensen kunnen moeilijk aan medicijnen  komen.Het derde onderwerp is verkeersveiligheid. In Europa gaan dagelijks 85 mensen dood in het verkeer. De verkeersveiligheid moet groter worden zodat er minder mensen dood gaan in het verkeer.

Het vierde onderwerp is gezondheidszorg. Meer mensen moeten naar de dokter of het ziekenhuis kunnen gaan. Meer mensen moeten gebruik kunnen maken van medicijnen en behandelingen. Medicijnen moeten betaalbaar zijn zodat iedereen die het nodig heeft ze kan gebruiken. De VN wil ook graag dat onderzocht wordt van welke stoffen die veel gebruikt worden we ziek kunnen worden.

ad. 4 Kwaliteitsonderwijs

Iedereen heeft recht op onderwijs vinden de VN. Er zijn 121 miljoen kinderen die niet naar school gaan of die eerder van school moeten. Vaak zijn het meisjes die niet naar school kunnen gaan. Doordat kinderen niet naar school gaan, zijn ze analfabeet. Ze kunnen niet lezen en schrijven. In 2030 moeten alle jongeren en veel volwassenen kunnen lezen, schrijven en rekenen.

ad. 5 Gendergelijkheid

Gendergelijkheid betekent dat er geen verschillen zijn tussen mannen en vrouwen in hoe ze behandeld worden. Vaak worden vrouwen gediscrimineerd. Ze mogen dan iets niet (of moeten juist iets) wat een man wel mag (of niet hoeft). In sommige landen hebben vrouwen bijvoorbeeld geen toegang tot de gezondheidszorg. Problemen waar vrouwen mee te maken hebben zijn: vrouwenbesnijdenis, kindhuwelijken, seksuele uitbuiting en mensenhandel. Ook mogen vrouwen niet in alle landen in de politiek, een bedrijf beginnen of naar buiten zonder een ander. Ook verdienen veel vrouwen niet hetzelfde als een man met hetzelfde werk.

ad. 6 Schoon water en sanitair

Met dit doel wil de VN ervoor zorgen dat iedereen schoon water heeft om te drinken en in staat is om zich te wassen, slapen en naar de WC te gaan (sanitair). Doordat niet iedereen schoon water kan gebruiken gaan er elk jaar zo’n drie miljoen mensen dood. De meeste daarvan zijn kinderen jonger dan 5 jaar. Er zijn steeds meer mensen die gebruik kunnen maken van schoon water. Maar toch zijn er nog veel mensen en landen die te maken hebben met watertekort. Dan moeten ze gebruik maken van water die niet zo schoon is. Dat zorgt voor ziekten. Ook in Europa zijn er mensen die geen toegang hebben tot water.

ad. 7 Betaalbare en duurzame energie

Met dit doel wil de VN ervoor zorgen dat iedereen toegang heeft tot moderne elektriciteit en niet meer hoeft te koken op hout, steenkool, houtskool of dierlijk afval. Uitstoot van energie draagt bij aan klimaatsverandering door de uitstoot van broeikasgassen. Er moeten minder broeikasgassen worden uitgestoten en meer gebruik worden gemaakt van duurzame energie.

ad. 8 Eerlijk werk en economische groei

Met dit doel wil de VN bereiken dat er geen dwangarbeid, slavernij, mensenhandel en kinderarbeid (waaronder ook kindsoldaten) meer voorkomt. Ook wil de VN ervoor zorgen dat er geen mensen meer werkloos zijn. Er moet dus ook werk zijn voor vrouwen en mensen met een handicap. Economische groei betekent dat er meer geld wordt verdiend door mensen en bedrijven. De VN geven aan dat de economie groeit moet toenemen door diversificatie, technologische vernieuwing en innovatie.  Economische groei mag niet zorgen voor milieuvervuiling.

ad. 9 Industrie, innovatie en infrastructuur

Nieuwe uitvindingen moeten ervoor zorgen dat er nieuwe banen komen en dat er gewerkt wordt met duurzame energie (goed voor het milieu). De nieuwe bannen moeten zorgen dat meer mensen genoeg geld kunnen verdienen. De VN vinden ook dat de infrastructuur verbeterd moet worden. Dat moet gebeuren met schone energie. Ook wil de VN dat iedereen toegang krijgt tot het internet zodat ze zelf gemakkelijk informatie kunnen opzoeken.

ad 10. Ongelijkheid verminderen

Er zijn grote verschillen tussen arme en rijke mensen. Al het geld van de allerrijkste mensen ter wereld bij elkaar opgeteld is meer dan al het geld van alle andere mensen bij elkaar. Er zijn nog meer dan 700 miljoen menen die in extreme armoede leven. Die ongelijkheid wil de VN kleiner maken. Iedereen moet het beter kunnen krijgen. Dat moet niet afhankelijk zijn van leeftijd, geslacht, beperkingen, etniciteit, huidskleur, afkomst, geloofsovertuiging of economische status. Er mag dus niet gediscrimineerd worden. Ook landen die nu niet zo rijk zijn moeten meer geld kunnen verdienen.

ad. 11 Duurzame steden en gemeenschappen

Veel mensen wonen in steden. Over de hele wereld zijn dat bijna 3,9 miljard mensen. En dat worden er alleen maar meer. In ontwikkelingslanden worden de steden snel groter. De snelle groei van steden zorgt voor allerlei uitdagingen. Alle mensen moeten ergens kunnen wonen en gebruik kunnen maken van voorzieningen. Er moeten daarom betaalbare woningen zijn voor alle mensen. Ook moeten de voorzieningen op orde zijn in de stad. Wereldwijd leven nu 828 miljoen mensen in sloppenwijken. De VN geven aan dat de sloppenwijken moeten worden opgeknapt. Omdat er steeds meer oudere mensen komen moeten de steden zich hier ook op aanpassen. De voorzieningen moeten worden aangepast en de openbare ruimte moet veiliger worden voor hen. Steden hebben veel energie nodig en stoten veel CO2 uit. Steden moeten daarom zo milieuvriendelijk worden gemaakt.

ad. 12 Verantwoorde consumptie en productie

Er wordt veel eten weggegooid (consumptie) in wereld en de manier waarop het eten wordt gemaakt (productie) is bovendien niet altijd goed voor het milieu. De VN willen dat er mindere eten wordt weggegooid en dat de manier waarop het eten wordt gemaakt duurzamer is.

ad. 13 Klimaatactie

De VN geven aan dat het klimaat verandert doordat er te veel broeikasgassen worden uitgestoten. De klimaatverandering zorgt voor een stijgende zeespiegel en vaker slecht weer.  Als er geen maatregelen worden genomen dan stijgt de temperatuur met 3 graden Celsius. Door de stijging neemt de kans op natuurrampen (zoals overstromingen, tropische stormen, tsunami’s en aardbevingen) toe. Er is geld nodig voor ontwikkelingslanden om de gevolgen van de klimaatverandering op te vangen. Om het klimaat niet teveel te laten veranderen moeten alle landen samenwerken. Op verschillende klimaatconferenties hebben landen afspraken gemaakt om maatregelen te nemen. Afspraken gaan over het minder uitstoten van broeikasgassen. Schone technologie ontwikkelen is daarom belangrijk. Fossiele brandstoffen moeten veel minder gebruikt worden.

ad. 14 Leven in het water

Het leven in het water wordt bedreigd door de manier waarop we met het water omgaan. Er komt veel afval in het water.  Dat heeft geleid tot grote drijvende vuilnisbelten in de Stille Oceaan en de Atlantische Oceaan. Die drijvende vuilisbelten bestaan voor een groot deel uit microplastics en plastic. Drijvende vuilnisbelten worden daarom ook wel plastic soep genoemd. Overbevissing is een ander probleem. Door overbevissing komen er steeds minder vissoorten en worden vissoorten met uitsterving bedreigd. Dit geldt bijvoorbeeld voor de blauwvintonijn en de walvis. Door de klimaatverandering, meststoffen uit afvalwater en landbouwafval neemt de biodiversiteit af. Er zijn gebieden in de oceaan waar geen of bijna geen leven meer voorkomt (woestijngebieden). Hierdoor ontstaan dode zones. Dieren en planten kunnen hier niet leven. Er zijn inmiddels 500 dode zones. De VN wil de oceanen en zeeën beschermen en zorgen dat het minder vuil wordt. Ook moet de visvangst aan regels voldoen en moet overbevissing stoppen.

ad. 15 Leven op land

Het leven op het land moet beschermd worden. Land is belangrijk om op te leven en voedsel op te verbouwen. Maar het leven op het land heeft te maken met ontbossing, verwoestijning, landdegradatie en het verlies aan biodiversiteit. De VN willen dat de ecosystemen op het vasteland worden beschermd en hersteld. Ook willen de VN het duurzaam gebruik van ecosystemen op het vasteland bevorderen. Bossen en wouden moeten duurzaam worden beheerd. Woestijnvorming worden bestreden en landdegradatie moet worden gestopt. Tot slot moet de biodiversiteit niet nog minder worden.

ad. 16 Vrede, justitie en sterke publieke diensten

De VN willen met dit doel bereiken dat er minder geweld is in de wereld: geen mishandeling, uitbuiting, mensenhandel en martelingen. Om dat te bereiken moet er geen illegale geldstromen en wapenhandel en corruptie meer zijn. Ontwikkelingslanden moeten bij de plannen die gemaakt worden ook betrokken worden. Landen moeten samenwerken om geweld, terrorisme en criminaliteit te voorkomen. Burgers moeten gebruiken kunnen maken van de justitie om hen te helpen onrecht aan te pakken.

ad. 17 Partnerschap om doelstellingen te bereiken

De doelen van de VN kunnen alleen bereikt worden als landen met elkaar samenwerken en elkaar helpen. Ontwikkelingslanden moeten ontwikkelingshulp krijgen als er een probleem is. Bijvoorbeeld door oorlog of een natuurramp. Arme landen moeten geholpen worden om hun schulden af te lossen en er moet in die landen geïnvesteerd worden. Landen moeten eerlijk handel met elkaar kunnen voeren. De landen die zijn aangesloten bij de Wereldhandelsorganisatie maken hierover samen met elkaar afspraken.  

Video

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Duurzame_Ontwikkelingsdoelstellingen&oldid=829721"