Ziekte van Alzheimer

Uit Wikikids
Versie door FreekKraak (overleg | bijdragen) op 4 feb 2024 om 16:47 (Wat geredigeerd.)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Het verschil tussen de hersenen van een normaal persoon (links) en een Alzheimer-patiënt (rechts).

De ziekte van Alzheimer (vaak kortweg alzheimer genoemd) is de meest voorkomende vorm van dementie, 65% van de mensen met dementie heeft deze vorm van dementie. De aandoening is vernoemd naar Alois Alzheimer, een Duitse psychiater en neuroloog (iemand die veel wist over de hersenen en ze heeft bestudeerd). De aandoening komt vooral voor bij mensen ouder dan 65 jaar.

Geschiedenis

Een schilderij van Aguste Deter.

In 1901 beschreef Alois Alzheimer voor het eerst deze ziekte. Die werd later naar hem vernoemd. Hij had een vrouwelijke patiënt van 50 jaar genaamd Auguste Deter die in dat jaar opgenomen was in de psychiatrische inrichting in Frankfurt am Main. Alois Alzheimer begeleidde haar tijdens de ziekenhuisopnames. Zij verbleef in deze inrichting tot aan haar dood in 1906.

De ziekte

De ziekte van Alzheimer wordt door een neuroloog of (neuro)psycholoog vastgesteld door middel van geheugentests, het geheugen wordt dan getest op verschillende vlakken. Er is geen vast tempo hoe snel iemand achteruit gaat.

Eerst wordt het kortetermijngeheugen aangetast. Hierdoor kunnen alzheimer-patiënten niet of nauwelijks nieuwe dingen meer leren. Ook kunnen zij tijdens het communiceren (praten) soms vergeten over welk onderwerp het gesprek gaat.

Later wordt ook nog het langetermijngeheugen aangetast. En dan kunnen zij belangrijke gebeurtenissen uit hun leven vergeten of zelfs personen.

Symptomen

Er zijn een paar algemeen bekende symptomen van iemand die korte tijd de ziekte van Alzheimer heeft:

  • Het steeds stellen van dezelfde vragen.
  • Hetzelfde verhaal woord voor woord herhalen.
  • Eenvoudige taken die hij of zij vroeger makkelijk aankon niet meer kunnen uitvoeren, zoals koken, kaartspelen en dingen repareren.
  • Problemen met betalen van rekeningen of bijhouden van de administratie (terwijl hij of zij dat vroeger wel kon).
  • In een bekende omgeving de weg kwijtraken, of gedesoriënteerd raken (in de war zijn).
  • Zichzelf niet goed verzorgen.

Opmerking: Als iemand een paar of alle symptomen vertoont, betekent dat niet meteen dat diegene de ziekte van Alzheimer heeft. Raadpleeg een arts of specialist bij twijfel.

Oorzaken

Rol van eiwitten

De ziekte wordt mogelijk onder andere veroorzaakt door het abnormaal (niet gewoonlijk, raar) afbreken van bepaalde eiwitten. Hierdoor vormen zich ook klonten buiten de hersencellen.


Erfelijk

Een PET-scan tussen een alzheimer-patiënt (AD) en een normaal gezond proefpersoon (Control).

Een groot deel wordt ook genetisch (erfelijk) bepaald. Als iemand van de familie de ziekte heeft (gehad), dan is het mogelijk dat jij of iemand anders uit je familie deze ziekte ook zal krijgen.

Andere mogelijkheden

Er is een mogelijkheid dat diabetes (suikerziekte) ook een rol kan spelen. Hierbij zorgt de resistentie van insuline (tegen insuline kunnen, het heeft geen effect) ervoor dat de hersencellen geen glucose (vorm van suiker) kunnen opnemen. Zonder deze stof sterven de hersencellen langzamerhand af.

Opleiding

Onderzoeken hebben aangetoond dat mensen met een hoog opleidingsniveau een kleinere kans hebben om de ziekte van Alzheimer te krijgen. Dit is niet altijd, en het is niet dat de hersenen beter beschermd worden als je slimmer bent. Mogelijk heeft dit te maken met een grotere 'cognitieve reserve' (de sterkte van alle verbindingen in je hersenen) of een groter hersengewicht bij mensen met een hoger opleidingsniveau. Hierdoor worden mogelijk de kwalen verminderd of vertraagd.

Cijfers

Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is het aantal mensen in Nederland, dat aan de ziekte van Alzheimer overlijdt, vanaf 1996 met ongeveer 320% gestegen. In Vlaanderen is het ongeveer hetzelfde.

Nederland

[1]

België

[2]

Genezing

Tegenwoordig

Het is tot nu toe niet mogelijk om een alzheimer-patiënt te genezen. Wel zijn er kleine hulpmiddelen, maar die genezen niet echt goed.

Wel is het mogelijk om de aandoening tijdelijk af te remmen bij 'jonge' alzheimer-patiënten met het innemen van vitamine B6, B12 en foliumzuur.

Toekomst

Bexaroteen geneest alzheimer bij muizen. Bij een onderzoek van Case Western Reserve School of Medicine in Cleveland (Ohio) bleek bij proeven met muizen die aan de ziekte Alzheimer leden dat het toedienen van bexaroteen de plaques (klonten) in de muizenhersenen binnen drie dagen al voor ongeveer 50% deed verdwijnen, ook veel symptomen verdwenen bij de muizen, zoals het geheugenverlies dat sterk verminderde.

Bexaroteen is een kankermedicijn dat bij sommige vormen van kanker wordt toegediend, zoals bij een bepaald type van lymfeklierkanker. Het is nu nog niet bekend of het ook zo effectief bij mensen is als bij muizen.

Hulp bieden

Als je iemand wilt helpen met de ziekte van Alzheimer, dan is het vaak noodzakelijk om te letten op een paar punten.

In studies wordt vaak gezegd dat het hebben van sociale contacten, puzzelen en schaken kunnen helpen om de cognitieve achteruitgang (de achteruitgang van de sterkte van verbindingen in je hersenen) tegen te gaan. Dit is echter tot nu toe niet duidelijk aangetoond.
  • De leefgewoonten voordat de dementie begon, dat vertraagt meestal het proces omdat de alzheimer-patiënt zich dan vaak gemakkelijker voelt.
  • Eisen voor de woonsituatie, is het huis goed genoeg aangepast?
  • Begeleiden, bij bijvoorbeeld lopen naar de kamer.
  • Lichamelijke verzorging, douchen, schone kleding etc..
  • Medicijnen, het op tijd toebrengen van medicijnen, de alzheimer-patiënt is er mogelijk niet in staat.

Feiten

Dieet

Volgens onderzoekers kan een goed dieet beschermen tegen aandoeningen aan de hersenen op latere leeftijd. Mensen die ouder zijn dan 65 jaar en die regelmatig gezonde voedingstoffen innemen, zoals bladgroenten, tomaten, noten en vis blijken een kleinere kans te hebben om de ziekte van Alzheimer op te lopen dan mensen die veel vette melkproducten, rood- en orgaanvlees opeten.

Wonen

Het is belangrijk dat alzheimer-patiënten dezelfde woonsituatie behouden voor de aandoening, dit is beter voor hem of haar en ook de omgeving, die wordt vaak minder ontlast.

Gevaarlijke plekken

Er moet wel rekening worden gehouden met gevaarlijke plaatsen, zoals een gevaarlijke trap, een balkon, deuren en ramen.

Lichaamsverzorging

Een alzheimer-patiënt zal zichzelf minder goed verzorgen of is er niet in staat. Het is belangrijk dat de taak niet direct helemaal wordt overgenomen, tenzij het echt niet anders kan. Als de alzheimer-patiënt zichzelf voor een (groot) deel verzorgt, dan vertraagt dat het proces.

Bij het eten en drinken moet meestal veel aandacht aan worden besteed, de alzheimer-patiënt kan bijvoorbeeld zomaar te hete thee opdrinken. Het komt ook soms voor dat mensen met de ziekte van Alzheimer schrokkerig eten en onvoldoende kauwen.

Omgang met een Alzheimerpatiënt

De omgang met een Alzheimerpatiënt kan soms erg moeilijk zijn. Daardoor moeten verzorgers en familieleden goed weten hoe ze met de patiënt omgaan. Hierbij letten ze op het volgende:

  • Mensen met Alzheimer moeten serieus genomen worden. Verzorgers moeten belangstellend zijn en zo veel mogelijk in beleving meegaan, ook al kent de bezoeker het verhaal al. Ook praten bezoekers vaak in korte, duidelijke zinnen en stellen zichzelf voor (ook al kennen ze elkaar al). Het is belangrijk om vriendelijk en rustig te blijven.
  • Mensen met Alzheimer moeten gerustgesteld worden. Dit betekent dat oogcontact belangrijk is. Ook moet je toestemming vragen voordat je wat doet en complimenten geven.
  • Het is belangrijk om te kijken wat de patiënt nog wel kan. De patiënt kan zich snel opgejaagd voelen en soms ook erg emotioneel worden. Het is daarom belangrijk dat je rustig met de patiënt omgaat en ook rustmomenten inplant. Ook het beleven is belangrijk, zoals ruiken of voelen. Soms is het ook belangrijk om iets mee te brengen waar de patiënt rustig van wordt.

Er zijn ook dingen die je beter niet kunt doen, zoals:

  • Probeer niet te veel te verbeteren of tegen te spreken.
  • Praat niet te hard en ook niet te snel. Ga ook zeker niet fluisteren. Zorg dat je rustig en verstaanbaar spreekt.
  • Gedraag je niet vrolijker dan je je voelt. Iemand met Alzheimer merkt meteen dat je niet echt vrolijk bent.
  • Vraag niet te veel van een persoon met Alzheimer. Bekijk wat de patiënt nog wel kan.
  • Test iemand met Alzheimer niet door veel vragen te stellen.
  • Vraag niet te veel naar feiten en gebeurtenissen van vandaag of gisteren.
  • Mensen met dementie niet uitlachen of belachelijk maken.
  • Niet gaan schreeuwen of terugslaan bij agressie. Bij agressie moet je rustig blijven.
  • Je mag wel lachen, maar alleen als de patiënt hier ook om kan lachen.
  • Praat niet over degene met Alzheimer waar die bijzit.
  • Geef andere bewoners in verzorgingshuis ook niet te veel aandacht.

Video links over Alzheimer

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Ziekte_van_Alzheimer&oldid=839247"