Watt (eenheid)
Een watt (symbool W) is de energie (joule) die je per tijdseenheid (bijvoorbeeld seconde) gebruikt. Als er op een lamp 60 W staat, dan gebruikt deze een hoeveelheid energie van 60 joule, per seconde aan stroom (elektriciteit).
Een frituurpan gebruikt bijvoorbeeld 1000 W ofwel 1 kW (kilowatt) per seconde. Dus die gebruikt veel meer stroom.
De stop of zekering in de meterkast kan een bepaalde hoeveelheid stroom hebben. Worden er teveel apparaten op die stop aangesloten en ze staan allemaal tegelijk aan, dan springt de stop of zekering eruit en valt alles stil.
Ook een elektrisch vermogen wordt uitgedrukt in watt. De uitdrukking is dan als volgt:
1 W = 1 V x 1 A
Hierbij is V (volt) de eenheid voor spanning en A (ampère) de eenheid voor stroom.
Is de zekering 25 A, en uit de stopcontacten komt 220 V, dan kan er maximaal 5500 W (220 V x 25 A= 5500 W) aan apparaten, lampen etc. die op die stop aangesloten staan tegelijkertijd werken. Doe je er dan nog iets bij aan, dan springt de zekering er uit. Kijk maar eens op apparaten hoeveel Watt ze elk per seconde gebruiken bij jou in huis.
Watt is de eenheid waarmee je kunt aangeven hoeveel stroom een apparaat nodig heeft om te werken. De eenheid Watt is genoemd naar de Schotse ingenieur James Watt. Een lamp van 60 Watt verbruikt per seconde 60 Joule aan energie. Andere apparaten verbruiken veel meer energie. Een wasmachine gebruikt bijvoorbeeld veel energie. Op apparaten staan energielabels die aangeven in welke categorie deze valt.
Maximaal verbruik
Elektriciteit komt in de meterkast het huis binnen. Veel huizen hebben een hoofdzekering of hoofdstop van 35 A (ampère) en 230 Volt (V) aan spanning. Elk apparaat of lamp verbruikt stroom. Dat wordt uitgedrukt in Watt (per uur). Bijvoorbeeld en spaarlamp gebruikt 9 W en een gewone gloeilamp met hetzelfde hoeveelheid licht 60 W. Daarom is een spaarlamp natuurlijk zuiniger. Een frituurpan of een waterkoker kan wel 2000 W stroom trekken.
Nu kun je met de formule stroomverbruik: Watt (W) = spanning U (V) x stroomsterkte I (A), uitrekenen hoeveel je maximaal kan gebruiken op die hoofdzekering. In dit voorbeeld kun je voor maximaal W = 230 V x 35 A = 8050 W aansluiten. Sluit je meer aan (verbruik je meer stroom), dan smelt de hoofdzekering door en zit je zonder stroom. De stroommaatschappij moet dan komen om een nieuwe hoofdzekering erin te plaatsen. Een duur geintje. Verbruikt een huishouden meer stroom, dan is er veelal 3 x 25 A aan hoofdzekeringen nodig of nog meer.