Zelfstandig naamwoord
Een zelfstandig naamwoord is een woord dat een naam geeft aan een zogeheten zelfstandigheid. Dat is iets dat bestaat of zou kunnen bestaan. Je hebt zelfstandige naamwoorden in twee soorten: concreet en abstract. Concreet wil zeggen dat het vorm en inhoud heeft: mensen, dieren, dingen. Abstract betekent dat het niet tastbaar is, zoals geloof, taal, opleiding, jeugd, organisatie, brutaliteit.
Geslacht
Zelfstandige naamwoorden kunnen in het Nederlands mannelijk, vrouwelijk of onzijdig zijn. We noemen dit grammaticaal geslacht of woordgeslacht. Voor mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden hoort het lidwoord de (de man, de vrouw). Vandaar dat we die ook wel de-woorden noemen. Voor onzijdige zelfstandige naamwoorden hoort het lidwoord het (het kind, want dat kan zowel een jongen als een meisje zijn). Die noemen we dan ook wel het-woorden. Maar meestal kun je dus niet zien of zelfstandige naamwoorden mannelijk of vrouwelijk zijn. Een voorbeeld is regering. Regering is vrouwelijk. Vandaar dat we schrijven: De regering heeft haar ontslag ingediend (niet: zijn ontslag). Ook overheid is een vrouwelijk woord, net als gemeente, organisatie en vereniging. Maar sommige andere woorden zoals bond zijn juist alleen mannelijk, dus is het: De bond en zijn leden. Het onderscheid mannelijk/vrouwelijk bestaat vooral in de geschreven taal, maar in zuidelijk Nederlands wordt het ook nog in de gesproken taal best wel gemaakt.
Veel andere de-woorden kun je gewoon zowel mannelijk als vrouwelijk gebruiken. Op woordenlijst.org staat er dan niets achter (geen m of v), alleen maar de. En er zijn ook nog zelfstandige naamwoorden die zowel de als het voor zich kunnen krijgen. Soms geeft dat betekenisverschil, soms ook helemaal niet (zoals bij de/het soort).
Gelukkig geeft het woordenboek informatie over het geslacht van zelfstandige naamwoorden.
Andere talen zoals het Frans en andere Romaanse talen onderscheiden maar twee geslachten, mannelijk en vrouwelijk. Het Engels maakt helemaal geen onderscheid mannelijk/vrouwelijk voor onbezielde zaken; daar is alles wat niet leeft gewoon it. Het Duits kent wel de drie woordgeslachten m/v/o, net als het Nederlands.
Meervoud
De meervoudsvorming van zelfstandige naamwoorden is erg ingewikkeld en er zit soms een hele (taal)geschiedenis achter. Gelukkig geeft in twijfelgevallen ook hier het woordenboek uitkomst. Misschien is het leuk om te weten, dat er zelfstandige naamwoorden zijn die geen meervoud hebben, zoals "rijst". Ook zijn er zelfstandige naamwoorden die alleen in het meervoud voorkomen, zoals "hersenen".
Het meervoud van het zelfstandig naamwoord eindigt in het Nederlands meestal op -en, maar ook wel op -s. Woorden die uit het Latijn en het Grieks komen (leenwoorden) houden vaak hun Latijnse/Griekse meervoud, zoals politicus-politici, museum-musea en lemma-lemmata.
Woordsoorten | |||
---|---|---|---|
achterzetsel · bijvoeglijk naamwoord · bijwoord · eigennaam · ideofoon · lidwoord · telwoord (hoofdtelwoord · rangtelwoord · telbijwoord) · tussenwerpsel · voegwoord · voornaamwoord (aanwijzend · betrekkelijk · bezittelijk · onbepaald · persoonlijk · temporeel · uitroepend · vragend · wederkerend · wederkerig) · voorzetsel · werkwoord · zelfstandig naamwoord |