Ierland

De Republiek Ierland is een eiland en ligt ten westen van Groot-Brittannië. Het is ongeveer twee keer zo groot als Nederland. Op het eiland ligt ook Noord-Ierland, dat hoort bij Groot-Brittannië. Tussen Ierland en Groot-Brittannië ligt de Ierse Zee. Ierland wordt omgeven door de Atlantische Oceaan.

Het midden van Ierland heeft een golvend landschap. Er zijn heel veel meren en meertjes. Langs de kusten rondom vind je bergen en heuvels. Het midden is het vruchtbaarste gedeelte van het land. Aan de kust van de Ierse Zee liggen duinen. De westkust heeft diepe inhammen, hoge rotsen en steile kliffen. De langste rivier van Ierland is de Shannon. Een bekende eilandengroep vormen de Aran-eilanden aan de westkust.

Klimaat Ierland heeft een gematigd zeeklimaat. Er zijn zelden warme zomers en strenge winters komen er niet voor. Dat komt door de aanwezigheid van de warme Golfstroom. Vooral aan de westkust kan het vaak hard waaien. Ook valt er in Ierland gemiddeld flink wat regen, vooral langs de westkust. Het gevolg is dat Ierland een prachtig groen landschap heeft, vandaar dat men Ierland ook wel het “groene eiland” noemt.

Planten In Ierland vind je weinig bossen. In het zuiden vind je veel subtropische plantengroei, zoals fuchsiahagen, palmen en magnolia’s. De Burren, een kalksteenplateau in het westen van het land, heeft zelfs plantjes die verder alleen in de Alpen en bij de Middellendse Zee groeien. De veengebieden zijn begroeid met veenmossen en dopheide.

Dieren Als gevolg van de verschillende ijstijden zijn de meeste dieren uitgestorven; zo ontbreken bijvoorbeeld slangen en het wilde zwijn. Je vindt er nog wel enkele kleine roofdieren zoals vossen, dassen en otters. Verder tref je er nog edelherten en reeën aan. Op de rotsen aan de westkust nestelen o.a. duizenden jan-van-genten. Je vindt er ook aalscholvers, meeuwen en stormvogels. In de glasheldere Ierse binnenwateren vist men op zalm en forel, aan de kusten op makreel, kabeljauw en haring. Voor de kust zwemmen verder bruinvissen, dolfijnen en zeehonden.

Bevolking Vanaf rond 1850 is het inwoneraantal sterk gedaald door o.a. de hongersnood van 1846 en doordat velen naar de Verenigde Staten emigreerden. Het aantal Ieren daalde van 6,5 miljoen tot 2,8 miljoen in 1961. Nu leven er ongeveer 3,6 miljoen mensen in het zeer dunbevolkte Ierland. Ruim een kwart van het totale aantal inwoners woont in de hoofdstad Dublin, namelijk iets meer dan 1 miljoen. Andere grote steden zijn Cork, Limerick, Galway en Waterford. Sinds Ierland lid is van de Europese Unie (1973), nam de welvaart flink toe en kwamen er de laatste jaren tienduizenden immigranten naar Ierland, vooral Ieren die weer naar hun vaderland wilden terugkeren. De voertaal is in Ierland is Engels, maar in de wat meer afgelegen streken aan de gehele westkust spreekt men Iers (Gaelic), de oude Keltische taal. Deze streken waar ongeveer 70.000 Ieren het oude Iers nog beheersen, heten “The Gaeltacht. De meeste Ieren zijn rooms-katholiek, de protestanten zijn veruit in de minderheid. Beide groepen leven hier vreedzaam naast elkaar, dit in tegenstelling tot Noord-Ierland. Veel Ieren gaan nog minstens een keer per week naar de kerk.