Bosnische Burgeroorlog: verschil tussen versies
(→1992) |
|||
Regel 61: | Regel 61: | ||
In juni 1992 probeerden de Bosnische Serven een doorgang met Servië vrij te houden. Zij wilden een open verbinding tussen [[Belgrado]] en [[Banja Luka]]. Dit wordt ook wel ''Operatie Corridor'' genoemd. Volgens de Bosnische Serven was dit nodig voor de aanvoer van medicijnen en voedsel. Uiteindelijk wist de Republika Srpska dit succesvol uit te voeren. |
In juni 1992 probeerden de Bosnische Serven een doorgang met Servië vrij te houden. Zij wilden een open verbinding tussen [[Belgrado]] en [[Banja Luka]]. Dit wordt ook wel ''Operatie Corridor'' genoemd. Volgens de Bosnische Serven was dit nodig voor de aanvoer van medicijnen en voedsel. Uiteindelijk wist de Republika Srpska dit succesvol uit te voeren. |
||
+ | |||
+ | De Bosniakken en Kroaten vormden aan het begin van de oorlog een [[samenwerking]] tegen de Serven. De Kroatische en Bosnische overheid waren hierbij betrokken. Eind 1992 namen de spanningen tussen de Kroaten en Bosniakken toe. Dit kwam doordat de Kroatische minderheid in Bosnië hun eigen republiek uitriep: de [[Kroatische Republiek Herzeg-Bosna]]. Deze republiek wilde zich aansluiten bij Kroatië, maar Bosnië wilde dit absoluut niet. Hierdoor verbraken de twee volkeren hun samenwerking en voerden zelfs een oorlog met elkaar (de [[Kroatisch-Bosniakse Oorlog]]). Deze oorlog wordt vaak als onderdeel van de Bosnische Burgeroorlog gezien. |
||
[[Categorie:Geschiedenis van Bosnië en Herzegovina]] |
[[Categorie:Geschiedenis van Bosnië en Herzegovina]] |
Versie van 8 jul 2024 17:58
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Bosnische Burgeroorlog | ||
Datum | 3 april 1992 - 14 december 1995 | |
Locatie | Bosnië en Herzegovina | |
Overwinning voor | Bosnië en Herzegovina | |
Resultaat | Verdrag van Dayton Bosnië en Herzegovina wordt onafhankelijk Republika Srpska wordt erkend als zelfstandig onderdeel van Bosnië | |
Strijdende partijen | ||
Bosnië en Herzegovina Herceg-Bosna (vanaf 1994) Kroatië (vanaf 1994) NAVO (vanaf 1995) |
Joegoslavië Republika Srpska Servisch Krajina West-Bosnië (vanaf 1995) |
|
Verliezen | ||
30.521 militaire doden 31.583 burgerlijke doden |
21.173 militaire doden 4.179 burgerlijke doden |
|
Portaal Geschiedenis |
De Bosnische Burgeroorlog vond plaats tussen 1992 en 1995. Het was onderdeel van de oorlogen in Joegoslavië en vond grotendeels plaats in Bosnië en Herzegovina. Toentertijd was Bosnië onderdeel van de Federale Republiek Joegoslavië. De Bosniakken in het gebied wilden zich afscheiden van Joegoslavië, maar Joegoslavië en de Servische minderheid in Bosnië wilden dit niet. Hierdoor ontstond een grote burgeroorlog tussen de volkeren in het land.
Bosnië en Herzegovina is verdeeld in drie volkeren: de Bosniakken (44%), de Serven (32%) en de Kroaten (17%). Dit leidde tot spanningen tussen de drie volkeren. De Bosniakken wilden onafhankelijkheid, de Serven wilden bij Joegoslavië blijven en de Kroaten wilden juist bij Kroatië aansluiten. De Bosniakken en Kroaten vochten ook onderling een oorlog: de Kroatisch-Bosniakse Oorlog (1992-1994). Later besloten de Bosniakken en Kroaten om samen te werken en vochten samen tegen de Serven. Vanaf toen werd Bosnië gesteund door Kroatië en vanaf 1995 ook door de NAVO. De oorlog eindigde uiteindelijk met verdrag van Dayton uit 1995. Hierdoor kreeg Bosnië onafhankelijkheid en een zeer complexe staatsinrichting.
Tijdens de oorlogen werden verschillende misdaden gepleegd, waaronder genocide (volkerenmoord). Ook de val van Srebrenica is onderdeel van de oorlog. 2,2 miljoen mensen moesten door het conflict vluchten en zo'n 100.000 mensen werden vermoord. Hierdoor is de Bosnische Burgeroorlog een van de meest gewelddadige conflicten in Europa sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.
Achtergrondinformatie
Spanningen in Joegoslavië
Bosnië en Herzegovina behoorde vroeger samen met Slovenië, Kroatië, Servië, Montenegro, Kosovo en Noord-Macedonië tot één land: Joegoslavië. Het land ontstond in 1918 als koninkrijk, maar was sinds 1945 een communistisch land. Tussen 1945 en 1980 werd Joegoslavië geleid door maarschalk Josip Broz Tito. Anders dan veel communistische landen was Joegoslavië neutraal. Hierdoor had Joegoslavië zowel goede banden met het westen als de Sovjet-Unie. Na de dood van Tito in 1980 begon de economie van Joegoslavië vast te lopen. Zijn opvolgers lukten het niet om het land draaiende te houden. Hierdoor ontstond steeds meer werkloosheid en inflatie.
Ondertussen namen ook de spanningen tussen de bevolkingsgroepen toe. Onder Tito leefden de verschillende volkeren van Joegoslavië min of meer vreedzaam samen. Er waren spanningen, maar deze werden door Tito onderdrukt. Na zijn dood namen de spanningen in het land juist toe.
De Joegoslavische economie draaide op hulp van de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Beide landen probeerden op deze manier invloed in Joegoslavië te krijgen vanwege de Koude Oorlog. In 1991 viel de Sovjet-Unie echter uit elkaar. Als gevolg kreeg Joegoslavië geen hulp meer van de Sovjets en stopten ook de Amerikanen hun hulp. Door het gebrek aan een tegenstander was de hulp niet meer nodig. Dit verergerde de economische situatie, waardoor ook de spanningen toenamen.
Situatie in Bosnië
Bosnië en Herzegovina was een bijzonder diverse deelstaat van Joegoslavië. In Bosnië was er namelijk geen dominante bevolkingsgroep; er waren enkel minderheden. Tijdens de oorlog speelden drie volkeren een rol:
- De Bosniakken: Zij zijn grotendeels islamitisch en spreken Bosnisch. Tijdens de oorlog vochtten de Bosniakken voor een onafhankelijk Bosnië. Veel Bosniakken vochten in het Bosniakse leger. Er waren echter ook extremere groepen, zoals Patriotische Liga (Patriotska Liga) en de Groene baretten (Zelene Beretke). De Bosniakken kregen ook hulp van de Bosnische mujahideen. Dit waren moslims uit het buitenland (voornamelijk Arabische landen) die vochten voor de Bosniakken.
- De Kroaten: Zij zijn grotendeels Rooms-katholiek en spreken Kroatisch. Veel Kroaten wilden zich afscheiden van Bosnië en zich bij een onafhankelijk Kroatië voegen. Zij stichtten daarom de Kroatische Republiek Herceg-Bosna. Later besloten zich bij de Bosniakken aan te sluiten tegen de Serven. De Bosnische Kroaten werden geholpen door Kroatië en het Kroatisch leger. Ook enkele neonazi's vochten aan de kant van de Kroaten.
- De Serven: Zij zijn grotendeels Servisch-Orthodox en spreken Servisch. De Bosnische Serven wilden bij Joegoslavië blijven en onderdeel van Servië worden. Zij stichtten daarom de Servische Republiek in het noorden en oosten van het land. De Serven werden geholpen door het Joegoslavische/Servische leger. Ook kregen zij steun van buitenlandse vrijwilligers uit Griekenland en Rusland.
Hoewel het Bosnisch, Kroatisch en Servisch eigenlijk dezelfde taal is (Servo-Kroatisch), zien de bevolkingsgroepen en landen het als aparte talen. In feite gaat het om dialecten.
Aanloop
In 1991 braken de Kroatische Onafhankelijkheidsoorlog en de Tiendaagse Oorlog (in Slovenië) uit. Slovenië wist na tien dagen oorlog succesvol onafhankelijk te worden. In Kroatië (waar veel Servische minderheden woonden) ging de oorlog langer door. De Serven waren de grootste minderheid in Joegoslavië. Ook hadden zij veel invloed op het bestuur van Joegoslavië. Hierdoor zag Joegoslavië het als zijn taak om Servische minderheden te beschermen.
Tussen juli 1991 en januari 1992 gebruikte het Joegoslavië Bosnië om aanvallen op Kroatië uit te voeren. Het Joegoslavisch leger bewapende Bosnische Serven, terwijl het Kroatisch leger Bosnische Kroaten bewapende. De Bosniakken besloten zich ook te bewapenen. Sommige kozen de kant van Kroatië, maar anderen wilden juist een onafhankelijk Bosnië.
Verloop
1992
De situatie escaleerde in april 1992. Na de Joegoslavische overwinning in de slag bij Kupres besloten Servische troepen om Sarajevo aan te vallen. Zij staken de Drina over en omsingelden de steden Zvorbik, Višegrad en Foča. Deze steden hadden allemaal een Bosnische meerderheid. Nadat de Serven Zvorbik in bezit namen werden enkele honderden Bosniakken vermoord en moesten enkele duizenden vluchten. De Serven probeerden om Sarajevo in tweeën te delen, maar enkele Bosniakse militaire groepen wisten dit te voorkomen. De Bosnische regering was op dit punt klaar met Joegoslavisch leger. Zij wilden dat het leger uit Bosnië vertrok, maar het leger weigerde dit te doen. De Bosniakken voerden daarom een aanval op het Joegoslavisch leger uit. Op 20 mei werd het Joegoslavisch leger een bezettingsleger verklaard door de Bosnische president.
De Servische minderheid in het noorden en oosten van het land richtte ondertussen een eigen staat en leger op. Dit gebied stond (en staat) bekend als de Republika Srpska. Dit leger stond onder de leiding van generaal Ratko Mladić. Het leger voerde aanvallen op Sarajevo uit tussen 24 en 29 mei. Ondertussen viel het Bosniakse legerbases rond Sarajevo aan, waarna de militairen de stad verlieten tussen 5 en 6 juni. De Verenigde Naties probeerden in te grijpen in de situatie door een resolutie. De luchthaven van Sarajevo zou neutraal terrein worden, zodat voedsel en medicijnen voor de burgers kon worden aangeleverd. Beide kanten schonden deze resolutie.
Buiten Sarajevo nam de Republika Srpska gebieden in en verbande de Bosniakse bevolking. Het Bosnische en Kroatische leger konden voorkomen dat de Serven verder trokken naar Centraal-Bosnië. Langzamerhand werden de Serven teruggedreven. Zij wisten ook de Servische belegering rond Goražde te breken. Het Kroatische leger voerde een haatbeleid tegen de Serven, waaronder verkrachting, marteling en moord. De Bosnische overheid maakte een afspraak met het Joegoslavisch leger. Zij hadden tot 19 mei de tijd om Bosnië vreedzaam te verlaten. Op 22 mei 1992 werd Bosnië en Herzegovina als zelfstandig land erkend door de Verenigde Naties. Deze beslissing kwam mede doordat het Joegoslavisch leger kampen had opgericht om Bosniakse en Kroatische inwoners op te sluiten, te martelen en te vermoorden. Vooral in de regio Prijedor werden veel Bosniakken opgepakt en getransporteerd. Tegen juni 1992 had de oorlog zo'n 2,6 miljoen vluchtelingen veroorzaakt.
In juni 1992 probeerden de Bosnische Serven een doorgang met Servië vrij te houden. Zij wilden een open verbinding tussen Belgrado en Banja Luka. Dit wordt ook wel Operatie Corridor genoemd. Volgens de Bosnische Serven was dit nodig voor de aanvoer van medicijnen en voedsel. Uiteindelijk wist de Republika Srpska dit succesvol uit te voeren.
De Bosniakken en Kroaten vormden aan het begin van de oorlog een samenwerking tegen de Serven. De Kroatische en Bosnische overheid waren hierbij betrokken. Eind 1992 namen de spanningen tussen de Kroaten en Bosniakken toe. Dit kwam doordat de Kroatische minderheid in Bosnië hun eigen republiek uitriep: de Kroatische Republiek Herzeg-Bosna. Deze republiek wilde zich aansluiten bij Kroatië, maar Bosnië wilde dit absoluut niet. Hierdoor verbraken de twee volkeren hun samenwerking en voerden zelfs een oorlog met elkaar (de Kroatisch-Bosniakse Oorlog). Deze oorlog wordt vaak als onderdeel van de Bosnische Burgeroorlog gezien.