Commune van Parijs: verschil tussen versies
Regel 48: | Regel 48: | ||
==Andere communes== |
==Andere communes== |
||
− | == |
+ | ==Kritiek== |
− | === |
+ | ===Eigentijdse kritiek=== |
+ | De commune van Parijs had veel tegenstanders, waaronder van conservatieven, liberalen en republikeinen. Sommige hadden angst dat de commune zou overslaan in een revolutie, terwijl anderen het juist als tegenslag zagen voor de nieuwe Franse republiek. De Franse schijfster [[George Sand]] (die ook republikein was) was een tegenstander van de commune. Ze was niet alleen van mening dat de commune de republiek in de weg stond, maar keurde ook het geweld en zelfbestuur af. |
||
+ | Daarnaast wezen [[Émile Zola]] en [[Gustave Flaubert]] de commune af. Flaubert vond dat de Franse republiek de commune had kunnen voorkomen door middel van sociale wetten. Zola werd later een stuk gematigder over de commune, aangezien hij als journalist aanwezig was in Parijs tijdens Bloederige Week. Ook de Franse schrijver [[Victor Hugo]] was een tegenstander van de commune. Toch gaf hij de schuld van het ontstaan van de commune aan Thiers. Nadat de commune omver werd geworpen probeerde Hugo nog om de veroordeelde communiards vrij te krijgen. |
||
− | ===Monumenten, films en boeken=== |
||
+ | |||
+ | Overigens waren er ook schrijvers en artiesten die aan de kant van de commune stonden, zoals [[Gustave Courbet]]. |
||
===Communistische kritiek=== |
===Communistische kritiek=== |
Versie van 14 okt 2023 15:19
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
De commune van Parijs (Frans: Commune de Paris) was de periode tussen 18 maart en 28 mei 1871 in Parijs. Gedurende deze periode stond de stad onder een eigen regering, nadat de Franse regering naar Versailles was gevlucht. De stad werd hierna bestuurd door socialisten, anarchisten en republikeinse liberalen. Iets meer dan twee maanden later viel het Franse leger de stad binnen en hief de commune op. De Franse regering zetelde hierna weer in Parijs.
Deze gebeurtenis viel samen met het einde van de Frans-Duitse Oorlog, wat een nederlaag voor Frankrijk was. Veel socialisten en anarchisten zien de revolutie in Parijs als een revolutie tegen het kapitalisme. O.a. Karl Marx en Vladimir Lenin zagen de Commune van Parijs als een "sociale republiek", waarin er geen klassen waren. Het is een voorbeeld van een zogeheten dictatuur van het proletariaat. Latere denkers zetten vraagtekens bij of de revolutie wel socialistisch was.
Wat is een commune?
Een commune is gemeenschap of samenleving waarin alles gezamenlijk wordt gedaan en (bijna) alle bezittingen in handen van de gemeenschap zijn. Communes zijn doorgaans kleinere gemeenschappen (denk aan tien tot enkele tientallen personen) die bijvoorbeeld stuk land of groot huis in bezit hebben en het samen delen. Met andere woorden, communes komen vaak voor op kleinere schaal. De commune van Parijs was een stuk groter, aangezien deze de gehele stad Parijs omvatte.
De commune is een idee uit sommige vormen van het socialisme, communisme en anarchisme. Zij zien het als een samenleving zonder staat, hoewel communes wel (op de een of andere manier) een bestuur en regels hebben. De commune van Parijs wilde een revolutionair bestuur zijn met veel nadruk op sociale gelijkheid en rechtvaardigheid. De aanhanger werden communiards genoemd en bestonden o.a. uit Jakobijnen (radicale revolutionairen), communisten, anarchisten, socialisten, sociaaldemocraten en linkse republikeinen.
De commune van Parijs was geïnspireerd door de eerdere commune van Parijs. Dit was de naam voor het revolutionaire bestuur van Parijs tussen 1789 en 1795 tijdens de Franse Revolutie. De commune van Parijs wilde de opvolger van deze commune zijn.
Voorgeschiedenis
Tussen 1852 en 1870 bestond het Tweede Franse Keizerrijk onder Napoleon III (het neefje van Napoleon Bonaparte). Napoleon III was oorspronkelijk president van Frankrijk, maar greep in 1851 de macht in een staatsgreep en kroonde zich een jaar later tot keizer. Oorspronkelijk had Napoleon III alle macht in handen, maar tijdens de jaren 1860 moest hij steeds meer macht overdragen aan het parlement. In 1869 werd het keizerrijk zelfs omgevormd in een constitutionele monarchie. Hoewel Napoleon III erg populair was in Frankrijk, had hij ook veel tegenstanders. Zijn tegenstanders waren voornamelijk republikeinen (voorstanders van de republiek), linkse liberalen, socialisten, anarchisten en communisten. Tijdens de jaren 1860 wonnen zij steeds meer aan steun.
In 1870 brak de Frans-Duitse Oorlog uit tussen Frankrijk en Duitsland. Het Duitse leger viel Frankrijk binnen en bij de slag bij Sedan werd keizer Napoleon III gevangengenomen. Hierdoor viel de laatste steun voor het Tweede Franse Keizerrijk weg. Het Franse parlement besloot op 4 september 1870 dat Frankrijk een republiek zou worden. Hierdoor ontstond de Derde Franse Republiek. In deze tijd had Frankrijk grote economische problemen o.a. door de Amerikaanse Burgeroorlog en de Franse interventie in Mexico. Deze problemen leidden tot hoge prijzen en werkloosheid. Het volk geloofde daarom ook dat de nieuwe republiek hier verandering in zou brengen.
Ondertussen ging de Frans-Duitse Oorlog gewoon door. Het Duitse leger won in alle chaos razendsnel aan terrein en belegerde de stad Parijs. Uiteindelijk zou de Pruisische koning zich zelfs tot keizer Wilhelm II van Duitsland kronen in het kasteel van Versailles. De rijke Parijzenaren waren uit de stad vertrokken en de arbeiders kwamen regelmatig in opstand. Zij wilden dat het Franse leger bleef doorvechten, maar deze leed veel nederlagen. Volgens de Parijzenaren was de nieuwe Franse regering onder Adolphe Thiers zwak. Ondertussen lag de Parijse economie vrijwel stil.
Verloop
Ontstaan
De directe aanleiding voor de commune van Parijs was een beslissing van de regering van Thiers. Thiers' regering wilde namelijk dat alle Parijzenaren onmiddellijk hun belasting, pacht, rente en huur betaalden. Door de oorlog hadden de meeste Parijzenaren geen inkomen meer. Onder de vorige regering kregen de Parijzenaren hierdoor uitstel, maar Thiers wilde het geld meteen hebben. Zijn keuze zorgde ervoor dat 300.000 huishoudens en (kleine) bedrijven failliet gingen binnen enkele dagen.
Tegelijkertijd stopte de regering tijdelijk met het betalen van loon aan de Nationale Garde. Dit was een militie bestaande uit vrijwilligers. De Nationale Garde weigerde echter hun wapens in te leveren. Hierop besloot de Franse regering het leger in te zetten, wat tot grote protesten leidde. Dit leidde tot grote woede bij de Nationale Garde. Met de steun van het volk bezette zij de regeringsgebouwen en strategische punten in de stad. Zij namen het bestuur over en zette de burgemeester af. Vervolgens riepen zij nieuwe verkiezingen uit en stichtten de "commune van Parijs".
De Franse regering en het Franse parlement moesten noodgedwongen uit de stad vertrekken. Zij vestigden zich in het kasteel van Versailles net buiten Parijs.
Veranderingen
De commune van Parijs zorgde direct voor een aantal veranderingen. Deze ideeën waren vooral afgeleid van de Franse Revolutie, maar ook het socialisme:
- Er kwam een scheiding tussen kerk en staat.
- Het eigendom van de kerk werd overgedragen aan de staat.
- Alle schulden die tijdens het beleg waren opgelopen werden kwijtgescholden. Men hoefde dit bedrag dus niet meer te betalen.
- Kinderarbeid werd afgeschaft.
- Er ontstond arbeiderszelfbestuur, waar werknemers zelf hun bedrijf mochten besturen.
- De rente op schulden werd afgeschaft en mensen met financiële problemen kregen uitstel van betaling.
- De Franse republikeinse kalender werd heringevoerd.
- De vlag werd vervangen door een rode vlag.
De commune van Parijs slaagde erin om de stad Parijs weer op gang te krijgen.
De voorstanders van de commune bestonden uit veel verschillende groepen. Zij konden zich allemaal op hun eigen manier vinden in de commune van Parijs. Ten eerste waren er de anarchisten, die een staatloze samenleving wilden. Ten tweede waren er socialisten en communisten die voor de werknemers en onderklasse wilden opkomen. Voor de republikeinen en feministen speelden ideeën als scheiding tussen kerk en staat en gelijkheid een belangrijke rol. De Jakobijnen konden zich in de meeste van deze ideeën vinden en zagen het ook als een voortzetting van de Franse Revolutie.
Relatie met de nationale regering
De Bloederige Week
Nasleep
Andere communes
Kritiek
Eigentijdse kritiek
De commune van Parijs had veel tegenstanders, waaronder van conservatieven, liberalen en republikeinen. Sommige hadden angst dat de commune zou overslaan in een revolutie, terwijl anderen het juist als tegenslag zagen voor de nieuwe Franse republiek. De Franse schijfster George Sand (die ook republikein was) was een tegenstander van de commune. Ze was niet alleen van mening dat de commune de republiek in de weg stond, maar keurde ook het geweld en zelfbestuur af.
Daarnaast wezen Émile Zola en Gustave Flaubert de commune af. Flaubert vond dat de Franse republiek de commune had kunnen voorkomen door middel van sociale wetten. Zola werd later een stuk gematigder over de commune, aangezien hij als journalist aanwezig was in Parijs tijdens Bloederige Week. Ook de Franse schrijver Victor Hugo was een tegenstander van de commune. Toch gaf hij de schuld van het ontstaan van de commune aan Thiers. Nadat de commune omver werd geworpen probeerde Hugo nog om de veroordeelde communiards vrij te krijgen.
Overigens waren er ook schrijvers en artiesten die aan de kant van de commune stonden, zoals Gustave Courbet.
Communistische kritiek
De Commune van Parijs heeft een positief karakter in de meest communistische stromingen. Het wordt door hen gezien als een belangrijk moment in de klassenstrijd. Het was namelijk de eerste keer dat arbeiders de macht grepen en fabrieken op een democratische bestuurden. Dit bewees dat de arbeiders in staat waren om de macht te grijpen en een samenleving te runnen.
De Duitse filosoof Karl Marx schreef over de Commune van Parijs in zijn pamflet Der Bürgerkrieg in Frankreich (1871). Daarnaast schreef hij nog een steunbetuiging aan de communiards. De commune van Parijs zorgde er ook voor dat Marx zich opnieuw boog over het Communistisch Manifest uit 1848. Toch was Marx ook kritiek op de commune, aangezien de commune ook veel negatieve kanten had. Marx geloofde dat de commune niet de rest van Franse bevolking kon overtuigen, het staatssysteem kon herorganiseren en niet voorzien had dat Frankrijk en Duitsland konden samenwerken tegen de commune. Volgens Marx had de commune van Parijs één bewezen; namelijk dat de arbeiders niet simpelweg een bestaand staatsysteem konden overnemen en voor hun eigen doelen konden gebruiken.
De Russische revolutionair Vladimir Lenin las Marx' pamflet in 1917 en gebruikten de lessen voor de Oktoberrevolutie. Lenin was ook positief over de commune. Hij geloofde dat het een dictatuur van het proletariaat was. Dit is een term uit het communisme. Het proletariaat is de "arbeidersklasse". In de dictatuur van het proletariaat heeft de arbeidsklasse de macht. Toch vond hij dat de communiards het belang van het leger hadden onderschat. Ook de Chinese communist Mao Zedong schreef over de commune. Hij vond dat de commune te aardig tegenover zijn vijanden was en een gemeenschappelijke partij miste.
Anarchistische kritiek
De commune wordt binnen het anarchisme ook over het algemeen als iets positiefs beschouwd. Voor anarchisten was de commune niet alleen een revolutie tegen de bourgeoisie, maar ook tegen de staat. Anarchisten streven namelijk zowel naar een afschaffing van kapitalisme als de overheid. De Russische anarchist Michail Bakoenin steunde de commune. Volgens Bakoenin was de commune een revolutie tegen de staat en wees daarnaast ook een revolutionaire dictatuur af.
De Franse anarchiste Louise Michel was ook positief over de commune en was er zelf onderdeel van. Toch was Michel geen anarchist in de tijd van de commune; ze werd anarchist nadat ze veroordeeld naar Nieuw-Caledonië werd.