Merenque
Merengue is een muziek- en dansstijl afkomstig uit de Dominicaanse Republiek en behoort tot het muziekgenre Latin. Het is een zeer populaire muziekstijl geworden in heel Latijns-Amerika en ook in verschillende grote steden in de Verenigde Staten met Latijns-Amerikaanse gemeenschappen.
Merengue ontwikkelde zich als muziek rond het midden van de 19e eeuw van oorsprong uit het Centraal-Afrikaanse, met name Congo. Vandaar uit heeft het zich verder ontwikkeld en heeft sindsdien veel verschillende markten bereikt. Deze muziekstijl werd later nog meer gepromoot door Rafael Trujillo. Hij was muzikant maar ook de dictator van de Dominicaanse Republiek van 1930 tot 1961. Trujill maakte van de Merenque de nationale muziek- en dansstijl van de Dominicaanse Republiek. In de Verenigde Staten werd het voor het eerst populair gemaakt door groepen en bandleiders uit New York, zoals Rafael Petiton Guzman. Dit begon in de jaren '30 van de twintigste eeuw en Angel Viloria y su Conjunto Típico Cibaeño herhaalde het in de jaren '50. Het was tijdens het Trujillo-tijdperk dat de merengue "Compadre Pedro Juan" van Luis Alberti een internationale hit werd en de 2-delige vorm van de merengue standaardiseerde. Merengue-muziek is zelfs door UNESCO ingeschreven op de lijst van immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid.
Internationaal bekende merengue artiesten en groepen zijn onder meer: Juan Luis Guerra, Toño Rosario, Fernando Villalona, Carlos Manuel El Zafiro, Los Hermanos Rosario, Bonny Cepeda, Benny Sadel, Los Toros Band, Sergio Vargas, Eddy Herrera, Wilfrido Vargas, Johnny Ventura, Grupo Rana, Miriam Cruz & Las Chicas Del Can, Joseito Mateo, Luis Ovalles, Angel Viloria, El Cieguito de Nagua, Kinito Mendez, Ravel, Jossie Esteban y la Patrulla 15, Pochy y su Cocoband,Cuco Valoy, The Freddy Kenton Orquestra, Ramón Orlando, Sandy Reyes, July Mateo, Rasputin, Peter Cruz, Alex Bueno, Aramis Camilo, Jochy Hernández, Dioni Fernandez, The New York Band, Anibal Bravo, Conjunto Quisqueya, Elvis Crespo, Olga Tañón, Gisselle, Henry Hierro, Victor Roque y La Gran Manzana en Grupomanía.
De populariteit van merengue neemt toe in Venezuela. Venezolaanse Merengueros zijn onder andere Roberto Antonio, Miguel Moly, Natusha, Porfi Jiménez, Billo's Caracas Boys en Los Melodicos. Merengue is ook populair in de kustplaats Guayaquil in Ecuador.
De nieuwe merengue-lijn die in New York City is gemaakt, is erg populair geworden onder jongere luisteraars. Bekend als "Merengue de Mambo", zijn zij liefhebbers van bands als: Omega, Oro 24, Los Ficos, Los Gambinos, Alberto Flash, Mala Fe, Henry Jimenez en Aybar.
Herkomst
De naam Merenque komt mogelijk van het schuimgebak meringue. Het geluid dat wordt gemaakt bij het opkloppen van eieren zou iets te maken hebben met het ritme van de muziek. Merengue kan ook een afleiding of verkeerde vertaling zijn van een inheems woord dat verband houdt met zang, muziek, dans of festival. Een andere theorie wijst op West-Afrikaanse woorden die verband houden met dans en muziek, gebaseerd op het feit dat merengue Afrikaanse elementen bevat.
Merengue werd voor het eerst genoemd in het midden van de 19e eeuw en het vroegste bewijs op papier waren krantenartikelen. Sommige artikelen informeren over een "wellustige" dans en benadrukken ook dat merengue de Tumba (een muziek- en dansstijl die gespeeld wordt op Aruba, Bonaire en Curaçao) verdringt. De muziekstijl was ontstaan in het landelijke, noordelijke dal gebied van de Dominicaanse Republiek rond de stad Cibao. Later verspreidde het zich over het hele eiland en werd het populair onder de stedelijke bevolking. Anekdotisch bewijs suggereert dat een van de eerste merengue-liedjes werd geschreven in 1844, het jaar van de onafhankelijkheid van de Dominicaanse Republiek van Haïti. Het lied was geschreven als een spotliedje, om ene Thomas Torres te bespotten die zijn troepen in de slag bij Talanquera (bij de stad Mao) had verlaten.
De oudste vorm van merengue werd meestal gespeeld op snaarinstrumenten. Toen de accordeon in de jaren 1880 naar het eiland kwam, geïntroduceerd door Duitse handelaren, werd het al snel het belangrijkste instrument. En tot op de dag van vandaag is het nog steeds het favoriete instrument in de merengue tipico. Later werden de piano en koperblazers in de merenque geïntroduceerd. De andere twee soorten zijn merengue de orquesta (bigband merengue) en merengue de guitarra (gitaar merengue).
Ritme
Het Merenque-ritme wordt gespeeld in een snelle tweekwartsmaat (2/4 maat). Hiervoor wordt een tweezijdige trommel gebruikt. Deze heet de tambora en wordt op de schoot gehouden. Verder gebruikt men de güira. Dit is een percussie-instrument dat klinkt als een maraca (soort rammelaar of sambabal) maar ziet eruit als een rasp uit de keuken. De güira is een metalen plaat met kleine bultjes erop (gemaakt met hamer en spijker), gevormd tot een cilinder en bespeeld met een stijve borstel. De güira wordt gestaag geborsteld op de downbeat.
Tegenwoordig hebben de meeste groepen een vijfkoppige bezetting van accordeon, saxofoon, tambora, güira en basgitaar. In het begin van de jaren 2000 verscheen Shakira, de Colombiaanse en bekroonde solo-popzanger en -danseres, met een lied dat zowel de merengue als de dansmuziek raakte genaamd "Rabiosa". Ze is algemeen bekend bij haar fans vanwege haar nummer "Hips Don't Lie", dat in 2005 werd uitgebracht, maar haar nummer "Rabiosa" markeerde een unieke mix van Latin pop en merengue.
Hoewel de Merenque sterk op de andere Latin muziekstijlen als Samba, Salsa en ook de Lambada lijkt, is het grote verschil de maat. Zoals gezegd is de Merenque een 2/4 maat, terwijl de andere stijlen een 4/4 maat hebben.
Links
- Muziekweb - Merenque
- "Mi Pareja" - Petitón Guzmán Y Sus Merengueros (opnieuw uitgebracht in 1953)
- El Jarro Pichao - Angel Viloria y su Conjunto Típico Cibaeño (ca. 1955)
- "Rabiosa" - Shakira - (Spaanse versie, 2010)
- "Pegao / Me Miro Y La Mire" - Omega (2020)
- Merengue-dans door Ita y Ito op het Fiesta Hispana