Maria Nikolajevna van Rusland (1819-1876)
Grootvorstin Maria Nikolajevna (Russisch: Мария Николаевна; Tsarskoye Selo, Rusland, 18 augustus 1819 - Sint-Petersburg, Rusland, 21 februari 1876), was een dochter van Nicolaas I van Rusland en Aleksandra Fyodorovna van Pruisen.
Ze was de oudste dochter van in totaal 10 kinderen en groeide op in een hecht gezin; in die tijd hadden de ouders vaak geen zin of tijd en werden de koninklijke of keizerlijke kinderen vooral opgevoed door hun gouvernantes en leraren. Dit had dan ook vaak een resultaat dat de band met één of beide ouders verstoord was. In Maria's geval was dit precies het tegenovergestelde. Haar moeder en vader vonden het belangrijk om tijd door te brengen met hun kinderen. Haar vader zong graag met ze en haar moeder speelde graag spelletjes. Het karakter van Maria werd beschreven als erg aardig, vrijgevig en attent. Haar karakter was erg sterk en leek op dat van haar vader, net als haar uiterlijk. Maria was haar vaders favoriet.
Ook al leefden Maria en haar familie in een luxe wereld, dit betekende niet dat Maria verwend werd. Lessen begonnen 's ochtends om 8 uur en ze werd vooral onderwezen in verschillende kunsten zoals dansen, muziek en tekenen.
Toen Maria oud genoeg was om te trouwen en haar familie druk bezig was met het vinden van een geschikte man, verkondigde Maria heel duidelijk dat ze niet van plan was Rusland te verlaten of van geloof te wisselen. In 1837 stuurde de koning van Beieren, Lodewijk, zijn neefje Maximiliaan naar Rusland. Een jaar later kwam hij nog eens terug. Zijn bezoeken hadden veel indruk gemaakt op de jonge Maria en het duurde niet lang voordat de familie in zag dat de twee perfect waren voor elkaar.
Er waren een paar problemen. Maximiliaan stamde af van Joséphine de Beauharnais, de latere vrouw van Napoleon Bonaparte. Napoleon werd beschouwd als een vijand van Rusland. Daarnaast was Maximilian zelf niet koninklijk, zijn stand was ver beneden die van Maria. Als laatste was hij Rooms-katholiek in plaats van Russisch-orthodox. Toch kregen Maria en Maximiliaan toestemming van haar vader tsaar Nicolaasj, als zij in Rusland zouden blijven wonen.
Op 2 juli 1839 trouwden ze in het Winterpaleis. Ze bleven wonen in Sint-Petersburg en kregen zeven kinderen:
- Prinses Alexandra (9 april 1840 - 12 augustus 1843)
- Prinses Maria (16 oktober 1841 - 16 februari 1914)
- Prins Nicolaas (4 augustus 1843 - 6 januari 1891)
- Prinses Eugenie (1 april 1845 - 4 mei 1925)
- Prins Eugène (8 februari 1847 - 31 augustus 1901)
- Prins Sergej (20 december 1849 - 24 oktober 1877)
- Prins George (29 februari 1852 - 16 mei 1912)
Haar vader gaf Maria haar eigen paleis, Mariinskij Paleis, als huwelijkscadeau. Deze was dichtbij het Winterpaleis zodat ze niet te ver weg zou zijn van haar vader. Het paleis werd rijkelijk ingericht en zou, onder andere door haar liefde voor kunst, één van de mooiste paleizen binnen Sint-Petersburg worden. Het paleis was in 1844 klaar. De eerste paar jaar van hun huwelijk was gelukkig, maar daarna begonnen ze steeds meer uit elkaar te groeien. Beiden hadden affaires. Maximiliaan stierf op 1 november 1852. Na zijn dood verving Maria hem als president van de Keizerlijke Kunsten Academie in Sint-Petersburg.
Twee jaar later trouwde ze opnieuw, dit keer met Graaf Grigori Stroganov. Zij hadden al langer een relatie toen ze nog getrouwd was. Hun huwelijk werd geheim gehouden tot de dood van haar vader, de tsaar. Voor het publiek was ze dus tot eind 1856 alleen. Haar broer tsaar Alexander III stond hun huwelijk min of meer toe (hij wist dat ze in het geheim getrouwd waren) maar vond dat ze in het buitenland moest gaan wonen. Zo kon hij hun huwelijk negeren. Maria en Grigori verhuisden naar Florence. Ze kregen nog twee kinderen:
- Graaf Grigori Grigorevich (9 mei 1857-1859)
- Gravin Yelena Grigorevna (11 februari 1861 - 12 februari 1908)