Lodewijk I van Beieren
Prins Lodewijk Karl August (Strasbourg, Frankrijk, 25 augustus 1786 - Nice, Frankrijk, 29 februari 1868) was de tweede koning van Koninkrijk Beieren. Hij was de oudste zoon van Koning Maximilian I Joseph van Beieren en zijn eerste vrouw Auguste Wilhelmine van Hessen-Darmstadt.
Lodewijk I had twaalf broers en zussen. Tijdens de Franse Revolutie moest het gezin vluchten naar Darmstadt en later naar Mannheim. Op 12 oktober 1810 trouwde hij met Therese van Saksen-Hildburghausen. Deze gebeurtenis wordt tegenwoordig nog steeds gevierd, het oktoberfest. Lodewijk I was katholiek en zijn vrouw was evangelisch. In die tijd vrij bijzonder. Samen kregen ze negen kinderen:
- Maximilian Joseph (28 november 1811 - 10 maart 1864)
- Mathilde Karoline Friederike Wilhelmine Charlotte (30 augustus 1813 - 25 mei 1862)
- Otto Friedrich Ludwig (1 juni 1815 - 26 juli 1867)
- Theodolinde Charlotte Luise (7 oktober 1816 - 12 april 1817)
- Luitpold Karl Joseph Wilhelm (12 maart 1821 - 12 december 1912)
- Adelgunde Auguste Charlotte Caroline Elisabeth Amalie Marie Sophie Luise (19 maart 1823 - 28 januari 1914)
- Hildegard Luise Charlotte Theresia Friederike (10 juni 1825 - 2 april 1864)
- Alexandra Amalie (26 augustus 1826 - 21 september 1875)
- Adalbert Wilhelm (19 juli 1828 - 21 september 1875)
Op 13 oktober 1825 werd hij koning van Beieren. Zijn idee over de Beierse politiek werd erg beïnvloedt door onder andere de Julirevolutie van 1830. Lodewijk I hiled erg van de Griekse cultuur. Grappig genoeg werd zijn zoon Otto later de eerste Griekse koning. Door Lodewijk I werd München de belangrijkste stad voor kunst. Hier heeft ook veel laten bouwen, zoals de universiteit. Tussen 1846 en 1852 liet Lodewijk I een villa bouwen in het plaatsje Edenkoben. Deze villa staat bekend als Villa Ludwigshöhe. Op 20 maart 1848 moest Lodewijk I gedwongen aftreden. Zijn oudste zoon Maxilliaan II werd de nieuwe koning van Beieren. Lodewijk I overleed uiteindelijk op 29 februari 1868. Hij werd begraven in München.