Fedor von Bock
Fedor von Bock (3 december 1880 - 4 mei 1945) was een Duitse generaal, die vooral in de Tweede Wereldoorlog van zich deed spreken.
Jaren 20 en 30
Von Bock vocht in de Eerste Wereldoorlog aan diverse fronten en verwierf wegens dapperheid de "Pour le mérite" (een hoge militaire onderscheiding).
In 1920 werd hij luitenant-kolonel, bekleedde daarna bij verschillende legeronderdelen de post van commandant en werd in 1935 militair bevelhebber in de Duitse stad Dresden.
In maart 1938 werd hij commandant van het 8ste Duitse leger. Hiermee bezette hij Oostenrijk, dat toen bij Duitsland werd gevoegd onder de naam "Ostmark". In oktober van dat jaar deed hij hetzelfde met het Sudetenland. Dat was een grensgebied in Tsjechoslowakije met veel Duitsers. Al deze activiteiten waren Adolf Hitler, de toenmalige president van Duitsland, niet ontgaan en deze benoemde Von Bock op 1 november 1938 tot kolonel-generaal (een rang die alleen in Duitsland bestond) en tegelijk tot commandant van de zogeheten Legergroep 1 in Berlijn.
Tweede Wereldoorlog
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak kreeg Von Bock Legergroep Noord onder zijn hoede en daarmee rukte hij in september 1939 Polen binnen. Dat deed hij zo voortvarend dat Hitler, die erg tevreden over hem was, hem bij de volgende veldtocht, die in het westen tegen Frankrijk in het voorjaar van 1940, tot opperbevelhebber van Legergroep B benoemde. Namens Duitsland ondertekende Von Bock de capitulatie van Nederland en België. Daarna stootte hij met zijn troepen door tot diep in Frankrijk, helemaal tot aan de Loire.
Inmiddels bevorderd tot generaal-veldmaarschalk kreeg Von Bock nu het bevel over de gigantische centrale legermacht, die bij de aanval op de Sovjet-Unie (juni 1941) moest doorstoten naar de Russische hoofdstad Moskou. Maar er kwam zand in de Duitse gevechtsmachine en Von Bock werd ook nog ernstig ziek en moest zijn functie eind 1941 overdragen.
In februari 1942 was hij weer hersteld en kreeg het opperbevel over Legergroep Zuid in Rusland toevertrouwd. Want de oorlog, die volgens de Duitse plannen al lang afgelopen had moeten zijn, woedde nog steeds voort. Sterker nog: de Duitse opmars verliep steeds trager en de Russen, die uit een haast onbeperkt reservoir van reserves konden putten, gingen tot de tegenaanval over. Maar Hitler wilde van geen terugtrekking weten en toen Von Bock protesteerde om zinloos bloedvergieten te voorkomen, werd hij van zijn commando ontheven. Er werd in de rest van de oorlog geen beroep meer op hem gedaan.
Von Bock kwam op 5 mei 1945 om bij een luchtaanval.