Eerste spoorlijn
De eerste spoorlijn in Nederland werd geopend op 20 september 1839. De stoomtrein en spoorlijn komen uit Groot-Brittannië. Dankzij de spoorlijn veranderd er veel in Nederland.
De eerste stoomtrein
Voor de komst van de stoomtrein werd in 1698 de eerste stoommachine uitgevonden door Thomas Savery. Vervolgens werd zijn uitvinding in de 18de eeuw verbeterd door Thomas Newcomen, James Watt en Matthew Boulton. De eerste werkende stoomlocomotief komt al uit 1804. Richard Trevithick was de eerste die besloot om wielen onder een stoommachine te zetten. Richard Trevithick was een uitvinder uit Conrnwall, een stad in Groot-Brittannië. Hij bouwde een stoomlocomotief die hij de Pen-y-darren noemde. Hij demonstreerde dat het mogelijk was om een stoommachine op rails te laten rijden. Maar de eerste machine bleek veel te zwaar te zijn voor de rails.
Andere Engelse uitvinders besloten om opzoek te gaan naar een betere stoomlocomotief. Ze kwamen George Stephenson tegen, een mijnsmid uit Northumberland. Hij maakte een stoomlocomotief die goed werkte. Hij noemde de stoomlocomotief de Locomotion.
De eerste spoorlijn
De eerste stoomlocomotief reed op 27 september 1825 tussen Stockton en Darlington, Groot-Brittannië. De Locomotion gebouwd door Stephenson trok de eerste trein voort. Dit was de eerste spoorweg waar iedereen gebruik van kon maken.
De Liverpool en Manchester Railway werd opgericht in 1824, ook onder leiding van Stephenson. Stephenson wilde mensen overtuigen van zijn ideeën, dat je het snelste kan reizen met stoomlocomotief. Hij organiseerde een wedstrijd in 1829, de Rainhill Trails. Wanneer je de wedstrijd won, had je de beste stoomlocomotief. Van de 4 deelnemers won Stephenson met zijn stoomlocomotief, die Rocket heette. De Rocket haalde een snelheid van 55 km/h door het gebruik van vlampijpen in de ketel. Het water wordt op deze manier beter verwarmd waardoor er een hogere stoomdruk kan ontstaan. Dankzij de overwinning van Stephenson wilde heel de wereld een stoomlocomotief.
De spoorlijn naar Nederland
Bij de opening van de Liverpool een Manchester Railway was een Nederlander, William Archibald Bake. Hij was in Groot-Brittannië om wapens voor het Nederlandse leger te kopen. Hij sprak op de opening met George Stephenson. Stephenson vertelde dat Nederland heel geschikt is voor het aanleggen van spoorwegen, door de vlakke grond. Terug in Nederland begon Bake met het maken van plannen voor een spoorweg van Amsterdam naar Keulen.
Blake stuurde in 1831 zijn plan op naar koning Willem I. Koning Willem I wilde graag de verbindingen tussen de dorpen en steden verbeteren in het land. De koning reageerde positief op het plan. Voor het oprichten van de IJzeren Spoorweg Maatschappij dacht Bake 12 miljoen gulden nodig te hebben. Het was lastig om aan geld te komen en niet iedereen wilde spoorwegen hebben in Nederland. Door de problemen leek het er op dat de plannen van Blake niet zouden worden gebruikt. Maar de koning wilde heel graag spoorwegen hebben in Nederland en liet de mogelijkheid van spoorwegen onderzoeken. Wat kon je allemaal doen met de spoorwegen? Was het wel nodig en wat zijn de voordelen?
Uit het onderzoek bleek dat een spoorweg erg handig zou zijn voor de stad Amsterdam. Koning Willem I zorgde er voor dat de spoorweg er zou komen, tussen Amsterdam-Arnhem. Toch zou dit niet de eerste spoorlijn zijn in Nederland. Er waren ook plannen voor een traject tussen Amsterdam-Haarlem. Dit was de eerste lijn waarover een stoomtrein reed. Op 25 augustus 1839 was de spoorweg klaar om gebruikt te worden. Op 20 september werd hij officieel geopend, met een trein bestaande uit 9 rijtuigen. De trein werd getrokken door beide aanwezige locomotieven, de Snelheid en de Arend.
De voor- en tegenstanders
Bake had veel geld nodig voor het bouwen van de spoorwegen. Maar dat was niet het enige probleem. Voor- en tegenstanders van de spoorwegen hadden discussies over het nut van de spoorwegen: Was het wel echt nodig?
De voorstanders
De voorstanders waren voor het plan van de spoorwegen. De handelaren in Amsterdam en Keulen waren positief over de spoorweg. De vaarweg tussen de steden was slecht. Daardoor konden de steden niet goed handelen met elkaar. De spoorweg zou een oplossing zijn.
Het contact tussen de dorpen en steden was slecht. De bevolking reisde niet, of maar heel weinig. Reizen was erg duur en daardoor kwamen de meeste Nederlanders hun dorp of stad niet uit. De spoorweg zou het reizen makkelijker maken.
De tegenstanders
De tegenstanders waren tegen het plan van de spoorwegen. Ze twijfelde of het wel nodig was. De mensen die werkte als voerlieden, schippers en herbergiers waren bang dat ze geen werk meer zouden hebben als de stoomtrein kwam. Andere mensen waren bang voor hun gezondheid. Ze waren bang dat de trein veel te snel zou gaan, of dat de rook giftig was. Maar de grootte groep twijfelde vooral over het nut van de stoomtrein. Is het wel nodig om iedere dag te reizen? En kunnen we wel bouwen op de Nederlandse bodem?
De tegenstanders probeerde andere vervoersmiddelen te bedenken voor de spoorweg. In Groot-Brittannië werden turnpikes gebruikt, een stoomwagen die op de weg reed. Maar de turnpikes waren erg zwaar en maakte de weg kapot.
Nederland had voor de spoorweg al andere mogelijkheden om mensen of spullen te vervoeren. Er waren wegen, rivieren en kanalen. Voor het water werden de trekschuitdiensten gebruikt. De trekschuit was een schip dat door paarden werd getrokken waardoor het schip vooruit ging.
De gevolgen van de spoorlijn
Het Nederlandse spoor was een groot succes, er veranderde veel in Nederland. Er kwamen spoordijken, gigantische bruggen en stations. Maar niet alleen Nederland veranderde, ook het volk van Nederland veranderde. Verenigingen konden door het land reizen om opzoek te gaan naar nieuwe leden. Ook verschillende godsdiensten trokken door het land om bijeenkomsten te organiseren. Voor de spoorweg bestonden vakanties niet, alleen voor de rijken. Nu kon iedereen goedkoop met de trein reizen naar het bos of strand. Kunstenaars uit binnen- en buitenland kwamen met trein naar de steden toe. Plekken waar ze eerst niet heen konden om te schilderen, kon nu wel. Ook de post en de kranten profiteerde van de snelle trein. De post kon snel over het hele land worden verspreid.
Nederland was voor de komst van het spoor een donker land. De enige straatverlichting die er was, was door middel van kaarsen of olielampen. Door het spoor kreeg Nederland goedkope kolen uit Duitsland. Er kwamen veel gasfabrieken in Nederland waardoor de straten en huizen verlicht konden worden. Ook de landbouw was blij met de komst van het spoor. De spoorweg zorgde er voor dat de boeren kunstmest kregen. En door het spoor konden de boeren snel hun producten vervoeren. Door het spoor was er meer handelen met de buurlanden.
Bronnen
- Het Spoorwegmuseum, Maliebaanstation 16 geraadpleegd op 29 oktober 2016.
- Hynson, C. (2002). De geschiedenis van spoorwegen en treinen. Harmelen: Corona.
- NS (2016). Geschiedenis. Leve de Koning. Geraadpleegd op 28 oktober 2016 via http://www.ns.nl/over-ns/geschiedenis-van-ns/leve-de-koning.html
- NS (2016). Geschiedenis. Stoommachine op wielen. Geraadpleegd op 28 oktober 2016 via http://www.ns.nl/over-ns/geschiedenis-van-ns/stoommachine-op-wielen.html
- Veenendaal, G. (2008). Spoorwegen in Nederland van 1834 tot nu. Amsterdam: Boom.
- Veenendaal, G., Zijlstra, J., & Bruijn, J. de. (2014). Het grote spoor boek. Zwolle: WBOOKS.