Eerste Opiumoorlog

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Eerste Opiumoorlog
First Opium War
第一次鴉片戰爭

Destroying Chinese war junks, by E. Duncan (1843).jpg

De tweede slag bij Chuenpi in 1841
Datum 4 september 1839 - 29 augustus 1842
Locatie China en de Zuid-Chinese Zee
Overwinning voor Flag of the United Kingdom (3-5).svg Verenigd Koninkrijk
Resultaat Verdrag van Nanjing
Hongkong (eiland) wordt aan de Britten overgedragen
Chinese havens moeten openen voor Britse handelaars.
Strijdende partijen
Britten Chinezen
Flag of the United Kingdom (3-5).svg Verenigd Koninkrijk Qing-dynastie
Leiders
Koningin Victoria
William Lamb
Robert Peel
Keizer Daoguang
Lin Zexu
Troepensterkte
19.000+ troepen 222.212 troepen
Verliezen
353 doden
451 gewonden
Ongeveer 3.100 doden
Portaal Portal.svg Geschiedenis

De Eerste Opiumoorlog of Eerste Engels-Chinese Oorlog was een oorlog tussen het Verenigd Koninkrijk en het Keizerrijk China van 1839 tot 1842. De oorlog is vernoemd naar opium. Dit is een melkachtig sap wat als medicijn of drugs gebruikt werd. De Britten verkochten opium aan de Chinezen. China besloot opium te verbieden en nam Britse opiumvoorraden in beslag. Deze beslissing leidde tot de Eerste Opiumoorlog.

De oorlog eindigde in een Britse overwinning. De Britse marine was namelijk een stuk beter uitgerust en moderner dan de Chinese oorlogsschepen. Het verdrag van Nanjing beëindigde oorlog. De Chinezen moesten zware concessies doen, zoals het openen van de economie voor buitenlandse handelaars, het betalen van geld en het afstaan van het eiland Hongkong aan de Britten. De Eerste Opiumoorlog legde de basis voor de Tweede Opiumoorlog (1856-1860) en was het begin van de eeuw van vernedering.

Achtergrondinformatie

Wat is opium?

Chinese mannen roken opium in de 18e eeuw.

Opium is een melkachtige vloeistof gemaakt van papavers. Het sap stond bekend om zijn geneeskrachtige werking. Zo werd opium gebruikt als slaapmiddel en pijnstiller. In Europa kende men opium al vóór de tijd van de Grieken en Romeinen. Ook China was opium al eeuwenlang bekend (sinds de Tang-dynastie). In de traditionele Chinese geneeskunde was opium een onderdeel van allerlei medicijnen, maar het werd ook gerookt. Chinese dokters geloofden namelijk dat het roken van opium veel gezonder was dan het roken van tabak. Bovendien werd het roken van opium als statussymbool gezien. Opium werd namelijk niet zelf in China gemaakt, maar kwam van overzee. Opium werd hierdoor een drug die gebruikt werd als vermaak.

Vanaf de 17e eeuw werd bekend dat opium ook verslavend kan zijn. Opium was erg goedkoop en bovendien populair. In Engeland begonnen een groot aantal Engelse schrijvers waren zeer enthousiast over opium (zoals de dichter Samuel Taylor Coleridge). Ook arbeiders gebruikten het en ontwikkelden soms een verslaving.

Europese handel in China

Guangzhou rond 1830. Op bovenstaande afbeelding zie je de Franse, Britse, Amerikaanse en Nederlands vlag. Samen met andere landen hadden zij een factorij in Guangzhou.

China handelde al enkele eeuwen met de Europeanen. China stond in Europa bekend om haar porselein, zijde en thee. Dit gebeurde eerst indirect via land (zoals via de Zijderoute), maar in 1557 richtten de Portugezen een handelspost in Macau op. In plaats via land met tussenpersonen gingen de Europeanen zelf met het schip naar China toe om te handelen. Na de Portugezen richtten ook andere Europese landen handelsposten op, waaronder de Britten vanaf 1635.

In China was de Qing-dynastie aan de macht. Vanaf de jaren 1680 probeerde deze dynastie controle te krijgen over de buitenlandse handel. Zo mochten buitenlandse handelaren enkel in vier steden handelen (Guangzhou, Shanghai, Xiamen en Fuzhou). De meeste handelaars gaven voorkeur voor Guangzhou, aangezien de stad aan de Parelrivierdelta ligt. De Britten probeerden met de andere steden te handelen, maar de Chinezen waren hier niet blij mee.

Hiervoor bedachten zij in 1757 het Kantonsysteem: De haven van Guangzhou (Kanton) was als enige haven in China opengesteld voor buitenlandse handelaars. Iedere Europese macht had zijn eigen factorij (een soort van gebied waar zij handel mochten drijven). In Guangzhou was daarom een gebied genaamd de Dertien Factorijen, waar ook de Britten hun eigen factorij hadden. De Europeanen mochten niet rechtstreeks handel drijven met de Chinezen; er was een tussenpersoon (een hong). Ook mochten de buitenlandse handelaars niet in Guangzhou blijven wonen of het Chinees leren. Aan het einde van het handelsseizoen moesten zij weer vertrekken. Daarnaast stonden zij onder strenge controle van de Chinezen.

Chinees verbod op opium

Lin Zexu overziet de vernietiging van opium.

De Britten verhandelden ook opium met de Chinezen. Opium werd verbouwd in enkele Britse koloniën in Azië en verscheept naar China. In Guangzhou werd het geruild tegen andere Chinese waren, zoals porselein en thee. Als betaalmiddel werd zilver gebruikt. Voorheen was dit voor de Europese machten geen probleem. Zij hadden koloniën in Amerika, waar zilver gewonnen kon worden. Dit veranderde toen Spanje en het Verenigd Koninkrijk het grootste deel van haar Amerikaanse koloniën verloor aan het einde van 18e en het begin van de 19e eeuw. Handelaren begonnen zilver uit de markt te halen om te verhandelen in China. Hierdoor werd zilver steeds kostbaarder voor de Europeanen. De Chinezen hadden hier geen last van, aangezien zij hun zilver uit Japan haalden.

De opiumhandel nam toe, waardoor steeds meer Chinese onderdanen verslaafd raakten aan het spul. De Chinese regering was bang dat tegen in de kortste tijd het gehele keizerrijk verslaafd zou zijn. Er werden verschillende wetten ingevoerd om opiumgebruik te verbieden en te doen dalen. De Europeanen trokken zich hier niets van aan en verhandelden toch opium. Er werd namelijk niet echt op gecontroleerd. Tegen 1838 importeerden de Britten alleen al 1,4 miljoen kilogram opium naar China.

In datzelfde jaar besloot de Chinese overheid om actief het opiumverbod te handhaven. Chinese drugssmokkelaars werden bestraft. Eén jaar later adviseerde filosoof Lin Zexu de Chinese keizer om de opiumhandel te doen uitsterven. Hij schreef zelfs een brief aan de Britse koningin Victoria, waarin hij zei dat de opiumhandel niet moreel was. Hij wilde dat de Britten de opiumhandel zouden verbieden. De Britten negeerden deze brief echter en gingen door met de handel.

Verloop

Begin

Het Chinese fort in Kowloon.

Lin Zexu besloot om de verkoop van opium te verbieden. Alle schepen moesten hun opium aan de Chinese overheid overdragen. Daarnaast sloot hij de Parelrivierdelta, waardoor Britse schepen in Guangzhou vast kwamen te zitten. Chinese troepen trokken de Britse schepen en factorijen binnen om alle opium mee te nemen en te vernietigingen. De Britse officier Charles Elliot verzette zich tegen de Chinezen, maar beval Britse schepen later om hun goederen over te dragen aan de Chinezen. Hun verlies moesten zij in rekening brengen bij de Britse overheid. De Britse overheid was bang dat de betalingen een politiek schandaal zouden veroorzaken.

Na de inbeslagname van alle opium werd de Parelrivierdelta heropent. Handel was meer mogelijk, behalve voor opium. De Chinese overheid controleerde ieder schip nauwkeurig. De handhaving werkte goed, aangezien er het gebruik van opium flink afnam. Lin Zexu wilde dat alle buitenlandse handelaren een verdrag zouden tekenen. Zij zouden afspreken om geen opium te verkopen. Als zij dit wel deden, zouden zij de doodstraf krijgen. De Britten weigerden dit verdrag te tekenen. Zij geloofden namelijk in vrijhandel (oftewel dat de handel niet door de staat gereguleerd kon worden). Desondanks besloten enkele individuele Britse handelaars om het verdrag wel te tekenen.

In de maanden hierna ontstonden enkele spanningen. Zo werd een groep Britse handelaars in Kowloon dronken en sloegen een Chinese inwoners in elkaar. Elliot wilde de handelaars zelf berechten en betaalde de Chinese familie een schadevergoeding. De Chinezen wilden de handelaars echter zelf berechten. Elliot ging hier niet mee akkoord, aangezien zij volgens de Chinese wet mogelijk de doodstraf zouden krijgen. Hij hield daarom een rechtszaak aan boord van een Brits schip. De Chinezen waren boos, aangezien zij hun soevereiniteit voelden aangetast. De Chinezen verboden vervolgens de verkoop van Britse voedsel.

Op 4 september 1839 ontstonden spanningen tussen Elliot en de Chinese schepen. De Britten mochten voedsel kopen in Kowloon van het havenpersoneel, maar de Chinese commandant weigerde om te handelen in de stad zelf. Dit leidde uiteindelijk tot de slag bij Kowloon. Aan het einde van de dag eindigde deze slag zonder duidelijke winnaar. De Britten wilden eerst een aanval op Kowloon openen, maar Elliot weigerde dit. De Britten besloten de Chinese autoriteiten om te kopen om met de Chinese inwoners te handelen.

In oktober bereikte het schip Thomas Coutt de haven van Guangzhou. De eigenaren van het schip waren tegen de verkoop van opium (wegens religieuze redenen). Hierdoor wilden zij met de Chinese overheid onderhandelen om het verdrag tegen opium toch te tekenen. Elliot was woest hierover en besloot de Parelrivierdelta te blokkeren met Britse schepen. Dit leidde tot de eerste slag bij Chuenpi, waarna de Chinezen en Britten zich beide terugtrokken. In het Brits parlement ontstonden ondertussen debatten. Men besloot uiteindelijk om China de oorlog te verklaren.

Aan de Parelrivierdelta

De Britten proberen Guangzhou in te nemen.

De Chinezen zagen de Eerste Opiumoorlog niet meteen als prioriteit. Zij waren bezig met het voeren van een oorlog met de sikhisten in het oosten van China. De Britten wilden ook niet meteen de oorlog openen, maar wilden eerst een kleine expeditie doen. Op 5 juli 1840 namen de Britten het eiland en de stad Zhousan in. Vanaf dit eiland wilden zij de haven van Dinghai aanvallen. Dit lukte hen tegen het begin van 1841. Terwijl de Britten in het noorden bezig waren, bereidden de Chinezen zich voor op een aanval in het zuiden. Zij verwachtten dat de Britten de Parelrivierdelta zouden binnenvallen om Guangzhou in te nemen.

Tijdens de tweede slag bij Chuenpi wonnen de Britten een beslissende overwinning. Dit was een zware nederlaag voor China. Niet alleen hadden de Britten enkele Chinese schepen verwoest, maar ook hadden zij forten ingenomen. De Chinezen besloten daarom vrede te bereiken met de Britten. De Britten zouden Zhousan teruggeven aan de Chinezen en zouden in plaats daarvan het eiland Hongkong krijgen. Ook zou de handel in Guangzhou weer doorgaan. De Britten gingen niet akkoord, aangezien zij meer concessies van de Chinezen wilden.

De Britten maakten hun opmars naar Guangzhou en wonnen slag na slag. Toch wisten zij Guangzhou niet te veroveren. De Chinese verdediging van de stad was namelijk te sterk.

Centraal-China

De Britten trokken zich terug, maar gingen op 21 augustus naar Xiamen (toentertijd Amoy). Dit zorgde voor een grote zeeslag bij de stad. De Britten wisten de stad in te nemen, nadat de Chinezen hem verlaten hadden. Zij bliezen het arsenaal in de binnenstad op en namen Chinese wapens mee. De Britten boden bescherming aan Chinese handelaren aan. Toch weigerden zij deze beschermingen. Ze waren namelijk bang dat zij gestraft zouden worden. Enkele dagen later verlieten de Britten de stad en namen de Chinezen de controle weer over.

In september 1841 liep een Brits schip vast in het koraal voor de kust van Taiwan (Formosa). De Chinezen reageerden door de overledenen gevangen te nemen op Formosa. 197 leden van de bemanning kregen de doodstraf en 87 stierven door slechte omstandigheden. Dit zorgde voor veel woede bij de Britten.

De Britten wilden de controle over de Chinese zuidkust hebben. Dit leidde tot de tweede slag bij Zhousan, waarin de Britten wonnen. Hierna trokken zij verder naar Chinhai. Zij bombardeerden de stad en namen deze in. Hoewel de strijd tijdens de winter stopte, waren de Britten te sterk voor het Chinese leger. Deze moest zich dan ook terugtrekken in 1842.

Aan de Yangtze

De Britten hadden nu verschillende Chinese havens geblokkeerd. Om de Chinese economie te verwoesten besloten zij de Yangtze (een rivier) op te gaan. Aan deze rivier liggen twee zeer belangrijke steden: Shanghai en Nanjing. De Britten wisten op 19 juni 1842 Shanghai in te nemen. Hierdoor lag Nanjing binnen hun bereik. De Britten maakten eerst hun weg naar Zhenjiang, wat leidde tot een grote slag met de Chinezen. De stad werd met geweld ingenomen. Zo bliezen de Britten de westerse stadspoort op en werd een groot deel van de stad vernietigd.

De Britten planden om vervolgens verder te varen naar Nanjing. De Chinezen vroegen echter nieuwe onderhandelingen met de Britten. Dit leidde tot het verdrag van Nanjing.

Verdrag van Nanjing

Zie Verdrag van Nanjing voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Op 29 augustus 1842 werd het verdrag van Nanjing getekend tussen het Verenigd Koninkrijk en China. Het verdrag beëindigde de oorlog. China moest grote concessies doen. Het verdrag was daarom erg voordelig voor de Britten:

  • De Chinezen moesten een vergoeding (herstelbetaling) aan de Britten betalen voor de geleden schade tijdens de oorlog en de verloren opium.
  • De Chinezen beloofden de Britten om eerlijkere en lagere importrechten te zullen heffen. Hierdoor ontstond meer vrijhandel.
  • Britse handelaars mochten zonder problemen in Guangzhou en vier andere Chinese havensteden handelen. Zij hoefden niet meer gebruik te maken van een hong en mochten direct met de bevolking zelf handelen. Hierdoor mochten zij ook Chinees leren.
  • Het eiland Hongkong werd overgedragen aan de Britten. Zij maakten hier vervolgens een handelspost van (zoals de Portugezen in Macau hadden). Hongkong was weliswaar een stuk een kleiner dan het tegenwoordig is. Na de Tweede Opiumoorlog werden er namelijk gebieden toegevoegd aan Hongkong.
Het verdrag van Nanjing wordt ondertekent.

Na het verdrag van Nanjing volgde het verdrag van Bogue in oktober 1843. Dit verdrag bevestigde alles wat in het verdrag van Nanjing stond. Ook werd besloten dat Britse onderdanen die misdaden begaan hadden in China in een Britse rechtbank berecht werden. Het Verenigd Koninkrijk kreeg dezelfde rechten als China beloofd had aan andere landen.

Nasleep

Na het Verenigd Koninkrijk tekende China een vergelijkbaar verdrag met de Verenigde Staten (het verdrag van Wanghia) en Frankrijk (het verdrag van Whampoa).

Voor China had de Eerste Opiumoorlog grote gevolgen. De macht van de Qing-dynastie verzwakte flink. Hierdoor hadden zij veel minder controle op de buitenlandse handel. Daarnaast bleef de opiumhandel min of meer onbelemmerd doorgaan. De Europeanen namen ook koelies in dienst. Dit waren Aziatische arbeiders die zwaar handwerk verrichtten tegen een laag loon. De Eerste Opiumoorlog bekende het begin van de eeuw van vernedering voor China. Dit is een periode in de Chinese geschiedenis tussen 1839 en 1945. China werd in deze periode onderdrukt door Europese machten en Japan.

Bronnen

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Eerste_Opiumoorlog&oldid=886840"