Duurzaamheid
Duurzaam of duurzaamheid hoor je steeds vaker tegenwoordig. Toch is duurzaamheid ouder dan je denkt. Vroeger was het de gewoonste zaak van de wereld dat je zuinig met goederen en materialen om ging. Ook werden goederen hersteld. Al op jonge leeftijd leerden meisjes hoe ze sokken moesten stoppen en kleding konden herstellen. Ook werd er vaak zelf kleding gemaakt. Ook andere huishoudelijke artikelen werden gerepareerd als deze kapot gingen of ze werden op een andere manier hergebruikt.
Tussen ongeveer 1960 en 2020 was het in Nederland (en andere westerse landen) steeds meer de gewoonte geworden om spullen na een tijdje weg te gooien. Het werd een wegwerp-economie. Maar dat kost veel geld en materialen en is ook slecht voor het milieu. Want voor het maken van goederen heb je grondstoffen nodig en die komen meestal uit de natuur. Plastic wordt bijvoorbeeld van aardolie gemaakt. Metalen als koper en ijzer komen ook uit de grond. Om die materialen uit de grond te halen kost ook veel energie en je beschadigd de natuur er mee. Bovendien kunnen verkeerde stoffen (chemicaliën) de natuur vervuilen.
Tegenwoordig realiseert men zich steeds vaker dat je net als vroeger veel beter goederen kunt herstellen of dat je de materialen (grondstoffen) van goederen beter kunt hergebruiken. Afval wordt al langer gescheiden verzameld, maar de grondstoffen die er in verwerkt zitten worden steeds beter teruggewonnen. Recyclen of kringloopeconomie noemen we dat. Op zich kost dat ook energie, maar minder dan dat je het uit de natuur moet halen.
Ook bedrijven proberen steeds zuiniger te produceren (minder grondstoffen te verspillen). Hierdoor ontstaat er ook minder belasting op het milieu. Hoewel de meningen hierover verdeeld zijn, wil men dat apparaten langer mee gaan en (weer) makkelijker te repareren zijn. Daarvoor heb je bijvoorbeeld ook de repareer-cafés. Maar dan heb je wel handige (technische) mensen nodig.
Bepaalde stoffen als plastics horen niet in de natuur thuis. Er wordt dan ook steeds beter op gelet dat plastic niet in de natuur terecht komt. Iedereen kan daar aan mee werken en bijvoorbeeld plastic flesjes en blikjes inleveren in de flessenautomaat voor statiegeld.
De mate waarin landen (en hun inwoners) natuurlijke grondstoffen verbruiken wordt de ecologische voetafdruk genoemd. Dat getal is in de westerse landen best hoog.
Manieren om duurzaamheid te verbeteren kan op vele manieren:
- Duurzaam wonen - Met elkaar (weer) kleiner gaan wonen (tiny houses, kleine huisjes). Denk aan ecodorpen en transitiesteden. Ook zuiniger met water omgaan (korter douchen), gordijnen 's avonds dicht, lichten uit doen als je niet in die kamer bent, spaarlampen gebruiken enzovoorts.
- Duurzaam bouwen - zuiniger omgaan met bouwmaterialen, betere isolatie, slimmere verwarming en dergelijke, maar ook alleen dat bouwen wat echt nodig is en leegstand zien te voorkomen
- Duurzame landbouw - permacultuur (oude landbouwmethoden, liefst zonder overbodige meststoffen),
- Duurzame energie - minder energie gebruiken, energie slimmer opwekken
- Deeleconomie - bijvoorbeeld samen doen met een auto
- Wetenschap gebruiken om nieuwe duurzame technologieën te ontwikkelen (bijvoorbeeld kernfusie ontwikkelen of het ontwikkelen van nieuwe generaties windmolens en zonnepanelen)
- Het ontwerpen van systemen (en spullen) op een flexibele en omkeerbare manier (zie recyclen of kringloopeconomie).
Duurzaamheid nader bekeken
Duurzaamheid of Duurzaam is dus een breed begrip, maar het komt er in het kort op neer dat in een duurzame wereld mens (people), milieu (planet) en economie (profit) met elkaar in evenwicht zijn, zodat we de aarde niet uitputten. De Wereldcommissie voor milieu en ontwikkeling omschrijft duurzaamheid als “ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen”. Kortom: de aarde zo gebruiken dat de toekomstige generaties er ook nog plezier van kunnen hebben. Bij duurzaamheid kan de aarde ook op langere termijn het totaal van onze consumptie dragen. Daarom zijn in 2015 door de meeste landen in de wereld de duurzame ontwikkelingsdoelen geformuleerd. Dat heeft als doel de wereld leefbaar te houden voor onze kleinkinderen en iedereen die daarna wordt geboren.
Wat zijn de 3 P’s?
People, Planet, Profit (oftewel de 3 P’s) werd bedacht door John Elkington, een adviseur op het terrein van duurzame ontwikkeling. Deze moeten met elkaar in evenwicht zijn om duurzaamheid te bereiken.
Voor de Wereldtop over duurzame ontwikkeling in Johannesburg (2002) werd de P van Profit veranderd in 'Prosperity' (welvaart), om naast economische winst ook de maatschappelijke winst mee te wegen.
Wat gebeurt er als de 3 P’s niet in harmonie zijn?
Als de 3 P’s niet in harmonie zijn, lijden de elementen hieronder. Als winst bijvoorbeeld te veel prioriteit heeft, worden mens en milieu hiervan de dupe. Denk bijvoorbeeld aan kledingwinkels. Deze winkels verkopen vaak heel goedkope kleding, maar dat betekent helaas ook dat de mensen die die kleding maken onder erbarmelijke omstandigheden werken en weinig betaald krijgen. De People en de Profit zijn dan niet in balans.
Ecologische voetafdruk
Door het kijken naar de ecologische voetafdruk kan je bepalen hoeveel ruimte er per persoon nodig is om alles wat die persoon verbruikt te produceren. In het westen gebruiken we per persoon meer ruimte dan de aarde per persoon te bieden heeft. Dit betekent dus dat we aan één aarde niet genoeg zouden hebben. Zo zou een Nederlander bijna 4 aardbollen nodig hebben met zijn levenswijze. Dat is natuurlijk veel te veel! Je kunt zelf kijken wat jouw voetafdruk is op de site van WNF. De overbevolking maakt dit alleen maar erger.
Wat zijn de bedreigingen voor de aarde?
Er worden nog steeds meer mensen geboren dan er doodgaan. Al die mensen willen en luxe leven met een huis, een auto, een computer en ga zo maar door. Al die spullen en al die luxe moet ergens van gemaakt worden. Dit ergens vandaan en dat is niet oneindig. Bedreigingen voor nu en in de toekomst zijn onder andere:
- Klimaatverandering als gevolg van uitstoot van broeikasgassen. Als de aarde meer dan 2 graden opwarmt, dan zal de opwarming van de aarde alleen maar verder gaan. Er is dan vrijwel geen weg terug meer.
- Verspilling van grondstoffen en zoet water. Grondstoffen als olie en gas bijvoorbeeld zullen over enkele tientallen jaren op zijn. Tegen die tijd zal de mensheid andere dingen moeten bedenken om de huizen warm te houden en de auto's te laten rijden. Er wordt al gebruik gemaakt van duurzame energie, maar het is nog veel te weinig.
- Afval en schadelijke stoffen die in het milieu belanden. Veel producten kunnen alleen maar gemaakt worden met het vrijkomen van afvalstoffen. Het is voor bedrijven duur om die afvalstoffen goed te verwerken. Jarenlang konden bedrijven hun afval in de oceaan gooien.
- Overmatig gebruik van bestrijdingsmiddelen. De bestrijdingsmiddelen zorgen er wel voor dat bijvoorbeeld vruchten god groeien, maar veel dieren, zoals bijvoorbeeld insecten, sterven eraan
- Luchtvervuiling. Luchtvervuiling komt uit vele bronnen. De voorbijrazende auto's zorgen bijvoorbeeld voor veel fijnstof. Fijnstof is zo klein, dat het onzichtbaar is, maar je ademt het wel in. Men schat dat ongeveer 10.000 mensen eerder sterven als gevolg van fijnstof.
- Verdroging en verzuring van de bodem. Iedereen wil goed drinkwater uit de kraan en dat wordt uit de bodem gehaald. Omdat we met steeds meer mensen zijn, moet het drinkwater steeds dieper worden gevonden.
- Uitbuiting en schendingen van mensenrechten. Vooral in arme landen moeten mensen voor veel te weinig geld veel te veel werken. Dat wordt veroorzaakt door overbevolking in die gebieden. Wie in dergelijke gebieden geen werk heeft, heeft helemaal geen geld.
Hoe kan je ervoor zorgen dat je duurzaam leeft?
Er zijn veel dingen die je kunt doen om duurzamer te leven. Zo kun je bijvoorbeeld je afval scheiden, apparaten niet op stand-by laten staan, letten op wat en waar je je spullen koopt, je douchetijd inkorten, groene energie gebruiken, de lichten uitdoen als je niet in de kamer bent en nog veel meer. Als je water over hebt in je glas wat je bijvoorbeeld niet hebt opgedronken kan je dat aan je planten geven en zo bezuinig je water. Ook kun je zonnepanelen nemen en dat bespaart energie.
Letten op wat je eet en drinkt:
Volgens MilieuCentraal kun je milieuvriendelijk drinken en eten. Ze omschrijven hoeveel gram CO2 (koolstofdioxide) er vrij komt bij het maken van verschillende soorten drankjes.
Zo komt er voor water 70 gram CO2 per week vrij en voor bijvoorbeeld een glas melk komt er gemiddeld wel 2259 gram CO2 vrij.
Gemiddeld CO2 uitstoot in gram per week:
Soort drank | Aantal gram CO2 |
---|---|
Water | 70 gram |
Sap | 195 gram |
Thee | 262 gram |
Koffie | 614 gram |
Frisdrank | 877 gram |
Zuivel | 2259 gram |