Drooglegging (Verenigde Staten)
De Drooglegging (Engels: Prohibition) de naam voor de periode waarin het maken, importeren en verkopen van alcohol verboden was in de Verenigde Staten. De Drooglegging duurde van 1920 tot 1933, hoewel in sommige staten het verbod eerder begon en/of later werd afgeschaft. De naam Drooglegging wordt alleen gebruikt voor de periode tussen 1920 en 1933 waarin dit in de gehele Verenigde Staten verboden was.
De strijd tegen alcohol begon in de 19e eeuw. Alcoholisme was een groot probleem in de Verenigde Staten. Overmatig alcoholgebruik leidde tot huiselijk geweld, verstoorde families en leidde tot allerlei andere problemen. Veel protestanten en feministen zette zich daarom in tegen alcoholgebruik. Eind 19e eeuw werd alcoholgebruik ingeperkt en dit ging door in het begin van de 20e eeuw. In 1919 werd het 18e amendement aan de grondwet toegevoegd, waardoor alcohol volgens de grondwet verboden werd. Alcoholische dranken mochten niet meer gemaakt, geïmporteerd of verkocht worden. Toch waren er enkele uitzonderingen, zoals voor kerkdiensten. Deze wet was niet uit te voeren en veel mensen gingen illegaal alcohol verkopen. Ook ontstonden er ondergrondse barren, waar alcohol gedronken werd. Doordat alcohol illegaal was ontstonden er allemaal bendes, die alcohol op illegale wijze het land in smokkelden. Dit leidde tot veel geweld en misdaad. Ook liep de Amerikaanse overheid heel inkomsten mis; accijns op alcohol waarvoor het verbod de belangrijkste bron van inkomsten voor de overheid.
In 1933 werd het 21e amendement aangehouden, dat alcohol weer legaal maakte (al bleef de drooglegging bestaan in sommige staten). Dit was het einde van de Drooglegging.
Voorgeschiedenis
Alcohol in de Verenigde Staten
Alcohol is in principe altijd toegestaan geweest in de Verenigde Staten, maar er waren in sommige staten wel regels over alcohol. Zo mocht alcohol in veel staten niet verkocht worden aan inheemse Amerikanen. Toch werd alcohol gedronken, vooral in het samenzijn met anderen. Alcohol had een belangrijke status in de Amerikaanse cultuur. Mensen uit allerlei groepen van de samenleving dronken het; van politici tot aan werkers. Zelfs werd alcohol geschonken aan slaven. Bepaalde christelijke stromingen waren tegen het gebruik van alcohol. Ook de 18e eeuwse arts Benjamin Rush pleitte voor een alcoholverbod. Hij vond dat alcohol leidde tot lichamelijke en geestelijke schade. Overmatig alcoholgebruik was ook een groot probleem in de Verenigde Staten. Het leidde onder meer tot huiselijk geweld. Daarnaast zagen veel vrouwen hun man en veel kinderen hun vader weinig, aangezien die in het café zat te drinken. Ook gebeurden er ongelukken doordat mensen alcohol gebruikten tijdens het besturen van voertuigen of het bedienen van machines en ander gevaarlijk gereedschap. Bovendien waren er veel mensen verslaafd aan absint. Deze sterkedrank was namelijk vrij goedkoop en bevatte meer alcohol dan andere dranken. Door het zware alcoholgebruik raakten mensen zwaar gewond of overleden ze zelfs. Veel christelijke organisaties, en later ook veel feministen, wilden een algemeen alcoholverbod. Zij wilden dat de overheid ingreep. Het probleem was echter dat de accijns op alcohol de overheid veel geld opleverde. Accijns op alcohol waren de grootste bron van inkomsten van de Amerikaanse overheid.
Een van de bekendste mensen die zich tegen alcohol verzetten was de Amerikaanse vrouw Carrie Nation. Nation woonde in de staat Kansas, waar alcohol weliswaar officieel verboden was, maar toch veel werd gedronken. Zij was zo klaar met overmatig alcoholgebruik dat zij een bijl pakte en langs alle cafés ging waar alcohol geserveerd werd. Met de bijl sloeg ze de flessen met alcoholische drank kapot. Carrie Nation was een van de extreemste voorbeelden. Andere tegenstanders deden mee aan protesten. Ook waren er verschillende organisaties, zoals de American Temperance Society en de Woman's Christian Temperance Union. Ook was er een politieke partij, genaamd de Prohibition Party.
Redenen voor het verbod
Maar waarom wilden deze mensen eigenlijk een verbod tegen alcohol? Hiervoor zijn verschillende redenen:
- Huiselijk geweld - overmatig alcoholgebruik zou (voornamelijk) mannen gewelddadiger maken. Wanneer zij thuiskwamen zou dit leidden tot geweld tegen hun vrouw en/of kinderen. Hierdoor werden ook de familiewaarden verstoord.
- Ziektes en andere aandoeningen - overmatig alcoholgebruik leidde tot allerlei aandoeningen aan de lever, nieren en hersenen. Het gevolg was dat (voornamelijk) mannen jonger stierven en hun vrouw en kinderen achterlieten. Ook dronken veel vrouwen tijdens de zwangerschap, wat tot miskramen leidde. Aangezien vooral mannen toentertijd werkten vielen deze gezinnen vaak in armoede.
- Schulden - alcoholverslavingen waren ook een groot probleem. Hierdoor ging (bijna) het gehele loon op aan alcohol. Veel gezinnen zaten hadden grote schulden en te make met honger en armoede.
- Religie - in bepaalde christelijke stromingen werd alcohol als iets slechts gezien. Alcohol werd gezien als vergif of als iets dat door de Duivel gemaakt was.
- Ongelukken - overmatig alcoholgebruik leidde tot ongelukken, omdat mensen dronken waren tijdens bedienen van machines of gevaarlijk gereedschap. Dit leidde tot verwondingen en zelfs de dood. Toentertijd werd alcohol ook door veel mensen tijdens het werk gedronken.
- Xenofobie - overmatig alcoholgebruik werd vaak in verband gebracht met immigranten, voornamelijk immigranten uit Ierland en Oost-Europa. Deze zouden de hele dag dronken zijn.
- Misdaad - door overmatig alcoholgebruik steeg ook de misdaad.
Verloop
Aanname van het 18e amendement
De beweging van tegenstanders van alcoholgebruik kregen steeds meer invloed in gemeenteraden en de parlementen van staten. Verschillende staten verboden alcohol. Toch wilde het Amerikaans Congres niet dat alcohol landelijk verboden zou worden en weigerde een amendement aan de grondwet toe te voegen. Daarom zetten de verschillende staten zelf een grondwettelijk vergadering op en maakten een eigen amendement. Dit 18e amendement was tegen 1920 door genoeg staten aangenomen. Hierdoor werd het officieel aan de grondwet toegevoegd. Het 18e amendement is het enige amendement dat zonder hulp van het Amerikaans Congres bedacht is. De twee grote politieke partijen waren verdeeld over de Drooglegging. Zowel Democraten als Republikeinen steunden de Drooglegging echter nadat het in de grondwet was gekomen.
Op 17 januari 1920 begon de Drooglegging. Dit betekende dat cafés en kroegen geen alcohol meer mochten schenken, brouwerijen geen alcoholische dranken mochten maken, geen alcoholische dranken meer verkocht mochten worden en ook niet meer ingevoerd of uitgevoerd mochten worden. Er waren toch enkele uitzonderingen. Bepaalde religies, zoals de Rooms-Katholieke Kerk, gebruikte brandewijn voor bepaalde kerkdiensten. Alcohol voor religieus gebruik was daarom ook toegestaan, aangezien het verbieden in strijd was met de grondwet. Ook was alcohol voor medisch gebruik toegestaan. Alcohol werd namelijk ook als medicijn gebruikt toentertijd. Zowel kerken als artsen maakten hier misbruik van en verkochten alcohol ook aan mensen die dit niet nodig hadden. Veel kerken organiseerden feesten waar alcoholische dranken geschonken werden en vermomden het als kerkdienst. Heel veel artsen schreven patiënten alcohol voor, hoewel zij dit eigenlijk niet nodig hadden. Hoewel alcoholische dranken verboden waren, gold dit niet voor alcohol in het algemeen. Alcohol kon bijvoorbeeld nog als ontsmettingsmiddel gebruikt worden. Toch nam de vraag naar alcohol eerst enorm af, waardoor veel brouwerijen en cafés failliet gingen.
Begin van de Drooglegging
In de dagen voor de Drooglegging sloegen veel mensen massaal alcohol in. Dit deden ze zowel voor eigen gebruik als om illegaal te verkopen. Zelfs politici, waaronder president Woodrow Wilson, deden hieraan mee. Wilson nam zelfs de gehele alcoholvoorraad van het Witte Huis mee toen zijn presidentschap in 1921 eindigde. Zijn opvolger, Warren G. Harding, nam op zijn beurt weer zijn gehele voorraad van thuis mee naar het Witte Huis. President Harding hield ook vergadering met zijn regering waar openlijk alcohol werd gedronken. Vrijwel direct na het begin van de Drooglegging begonnen Amerikanen illegaal alcohol uit Canada en Mexico te smokkelen. Ook lieten zij schepen met alcohol aanvoeren. Deze schepen legden niet aan de Amerikaanse havens, maar bleven een eind van de kust. In de nacht pakten smokkelaars kleinere bootjes en voeren naar deze schepen om de voorraad het land binnen te smokkelen. Ook werd in schuren, kelders en op zolders illegaal alcohol gemaakt. Ook lieten mensen flessen met druivensap over datum laten gaan, waardoor een soort van alcohol ontstond. Er ontstonden illegale ondergrondse clubs in veel grote steden, waar je met een geheim wachtwoord naar binnen kon. In New York City waren er zelfs straten waar bijna ieder huis zo'n club had en sommige clubs waren enorm groot met live-entertainment.
Alleen al in de eerste zes maanden onderschepte de Amerikaanse overheid 7.291 smokkelaars en in 1921 steeg dit naar 29.114! In de jaren hierna nam het steeg toe. Andere mensen gebruikten alcohol uit industrie (bijvoorbeeld voor ontsmetting) voor hun eigen dranken, die zij zelf maakten. De Amerikaanse overheid wilde dit tegenhouden door het industriële alcohol te vergiftigen, waardoor doden vielen. De illegale alcoholmakers huurden daarom scheikundigen in die het vergif uit de alcohol haalden. Hierdoor ging de overheid weer zwaardere vergiffen gebruiken. Sommige rechtskundigen vonden dat de overheid daardoor schuldig was aan moord. Thuis werd ook alcohol gebruik in badkuipen en in landelijke regio's werd moonshine gemaakt.
Het grootste probleem van de Drooglegging was dat het ineffectief was. Het verbod was niet te handhaven ondanks dat er meer en meer geld werd uitgegeven aan douane en politie. Vaak werd douane- en politiepersoneel omgekocht. Ook ontstonden er allerlei bendes en andere criminele organisaties, die steeds meer macht kregen. Het gevolg hiervan was weer dat deze bendes elkaar aanvielen, wat leidde tot moorden, geweld en aanslagen. Een van deze criminelen was Al Capone. Ook liep de Amerikaanse overheid enorm veel geld mis, doordat de accijns op alcohol wegvielen. Hierdoor werd de inkomstenbelasting ingevoerd. De Drooglegging was daarnaast in veel steden slecht voor de economie, zoals in Saint Louis. Dit was vooral een probleem na de Beurskrach van 1929, toen de Amerikaanse economie instortte. President Herbert Hoover kreeg de schuld van de misdaad wegens de Drooglegging, maar weigerde de Drooglegging af te schaffen. Hoewel hij Al Capone te pakken kreeg, verloor hij in 1932 van Franklin D. Roosevelt.
Aanname van het 21e amendement
Roosevelt was net als veel noordelijke Democraten klaar met de Drooglegging. Zijn partij zorgde ervoor dat in 1933 de Drooglegging was afgelopen. Roosevelt wilde namelijk weer accijns op alcoholische dranken kunnen heffen om zo meer inkomsten voor de Amerikaanse overheid te maken. De inkomsten konden weer gebruikt wordt voor zijn New Deal, zijn plannen om uit de economische crisis van de jaren 1930 te komen. Ook was de Drooglegging niet effectief. Het aantal aandoeningen door overmatig alcoholgebruik en de misdaad stegen juist. Na de afschaffing van de Drooglegging daalden deze weer. De afschaffing werd geregeld door het 21e amendement, dat het 18e amendement ongedaan maakte. Het 18e amendement is tot op heden het enige amendement in de grondwet, dat later is teruggeroepen.
In sommige staten bleef alcohol verboden, maar na de Tweede Wereldoorlog werd alcohol in iedere staat legaal. Wel zijn er staten waar speciale regels voor de verkoop en het gebruik van alcohol gelden. Ook zijn er county's (soort van gemeentes) waar het verkoop van alcohol nog steeds verboden is. Inwoners van deze county's moeten naar een ander county om alcohol te verkopen. Zij mogen het wel thuis drinken, maar niet in het openbaar.