Boreoeutheria
"noordelijke ware beesten" Boreoeutheria | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Wereldwijd | ||
Leefomgeving | divers | ||
Behoort tot de | Placentadieren | ||
|
Boreoeutheria, ("noordelijke ware beesten") is een zogeheten magnorder van placentadieren die de superorders Euarchontoglires en schubdierachtigen (Laurasiatheria) bevat. Op enkele uitzonderingen na hebben alle mannelijke dieren in deze groep een balzak (scrotum). De subgroep Scrotifera is vernoemd naar dit kenmerk.
Hiermee onderscheid deze groep zoogdieren zich van de slurfdieren die geen uitwendige balzak hebben, maar wel placentadieren zijn.
Verklaring van de naam
De naam van deze magnorder Boreoeutheria komt van Oudgriekse woorden:
- Βορέας ( Boreas ) betekent 'noordenwind' of 'het noorden',
- εὐ- (eu-) betekent 'goed', 'juist' of 'waar',
- en θηρίον (thēríon) wat 'beest' betekent.
Voorouder
De gemeenschappelijke voorouder van Boreoeutheria leefde tussen 107 en 90 miljoen jaar geleden. De boreo-eutheriaanse voorouder gaf aanleiding tot soorten die zo divers waren als giraffen, honden, muizen, vleermuizen, walvissen en mensen.
Verdere indeling
De Boreoeutheria wordt verder ingedeeld tot de superordes:
- Euarchontoglires, met onder andere de knaagdieren,
- Schubdierachtigen (Laurasiatheria), met
- Echte insecteneters (Eulipotyphla), zoals egels
- Scrotifera, zoals
- Vleermuizen (Chiroptera)
- hoefdieren (Ferungulata)
- Roofdieren (Carnivora)
- Primaten
Zie verder bij ordes zoogdieren.