Amerikaanse presidentsverkiezingen
In de Verenigde Staten wordt de president democratisch gekozen door middel van verkiezingen, de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Deze verkiezingen worden volgens de wet om de vier jaar gehouden en de presidenten worden via een vrij ingewikkeld systeem gekozen.
Sinds de verkiezingen van 1856 is elke president lid geweest van de Democratische Partij of de Republikeinse Partij. Anders dan in Europa hebben de VS grofweg twee grote politieke partijen, waarvan het altijd zeker is dat een van de twee wint. Natuurlijk zijn er ook kleinere partijen, zoals de Groene Partij, maar hun kandidaten krijgen haast geen stemmen. Dit geld ook voor de onafhankelijke kandidaten, degene zonder partij. Hierdoor vindt de uiteindelijke strijd meestal plaats tussen twee kandidaten. Via toespraken op televisie en vele reclame proberen ze de kandidaten voor zich te winnen (en soms ook de ander belachelijk te maken).
Omdat de Verenigde Staten een heel groot land vormen, gaan de stembussen niet overal op hetzelfde moment open. Er zijn namelijk verschillende tijdzones binnen het land. Dus als het in de meest oostelijke staten al ochtend is en de stembussen open gaan, dan is het in het westen (dus bijvoorbeeld in Californië, Oregon en Washington Staat) nog nacht. Daar gaan de stembussen dus later open. Pas als alle stembureaus weer dicht zijn en alle stemmen zijn geteld, wordt de uitslag bekend. De winnaar wordt president van de Verenigde Staten en verhuist naar het Witte Huis in Washington.
Voor de verkiezingen
Het kiezen van de kandidaten
De voorbereiding voor de verkiezingen vindt meestal al een jaar (en soms nog meer) voor de verkiezingen plaats. Dit is niet gek, aangezien er enorm veel moet gebeuren. De Democratische en Republikeinse Partij hebben rond deze tijd verschillende kandidaten voor het presidentschap, meestal een stuk of 10. De kandidaten proberen eerst de leden van de partij te overtuigen dat zij de beste kandidaten zijn. Op deze manier proberen ze steun te krijgen bij de eigen partij. De partijen gaan echter niet met 10 kandidaten de verkiezingen in. Binnen de partij vindt er uiteindelijk, meestal een paar maanden voor de verkiezingen, een soort van mini-verkiezingen plaats onder de leden. Hieruit wordt de belangrijkste kandidaat gekozen. Zo waren tijdens de verkiezingen van 2016 zowel Hillary Clinton als Bernie Sanders kandidaten voor de Democratische Partij, maar tijdens zo'n verkiezing werd Clinton de uiteindelijke kandidaat.
Tijdens deze periode komen ook de onafhankelijke leden naar voren. Zo stelde Michael Bloomberg, voormalig burgemeester van New York City, zich verkiesbaar. Ook zijn er vaak allerlei beroemdheden die ook meedoen aan de verkiezingen, maar vaak afhaken of nauwelijks stemmen krijgen. Zo stelde Kanye West zich verkiesbaar.
De uiteindelijke kandidaat
Uiteindelijk hebben beide partijen een kandidaat. Meestal van tevoren staat al vast wie de president wordt, want er is meestal een populairder dan de ander. Echter door het vrij ingewikkelde systeem waarin de VS mee gekozen wordt kan dit nog weleens tegenvallen. In 2000 was het namelijk zo dat Al Gore erg populair was en men dacht dat hij de nieuwe president zou worden. Men was dan ook verbaasd toen in plaats daarvan George W. Bush won.
Tijdens deze periode richt de campagne van de kandidaten zich meer op de inwoners van de Verenigde Staten. Er vinden veel debatten plaats op televisie, reclamespotjes, posters en de kandidaten bezoeken verschillende staten en steden. De kandidaten laten zich vaak van hun beste kant zien, terwijl ze meestal ook proberen de ander zwart te maken. Tevens kiezen de kandidaten hun running mate gedurende deze periode. Een running mate is eigenlijk de rechterhand en adviseur van de kandidaat. Als de kandidaat de verkiezingen wint wordt de running mate automatisch de nieuwe vicepresident (en adviseert en helpt dan dus de president). Een goede running mate is namelijk belangrijk, aangezien hij de president vervangt bij afwezigheid. Ook maakt hij het termijn van de president af als hij/zij overlijdt. Dat een goede vicepresident belangrijk is werd al vroeg bewezen. Toen de 10e president, William Henry Harrison, na een maand overleed werd hij opgevolgd door vicepresident John Tyler. Tyler was echter een van de meest vreselijke presidenten in de Amerikaanse geschiedenis; zo had hij hele andere standpunten dan zijn partij.
De verkiezingen
In de media wordt gesproken dat er twee soorten verkiezingen zijn. Dit zijn:
- De public vote; de gewone verkiezingen. De kandidaat waar de meerderheid op stemt wordt hierdoor de president.
- De electoral vote; de ingewikkelde verkiezingen. De bevolking van iedere staat kiest een kandidaat, waarmee de kandidaat een x-aantal kiesmannen wint. Bij een meerderheid wordt deze president.
De verkiezingen in de VS vinden plaats via de electoral vote. De public vote wordt niet gebruikt!
De public vote
De public vote is de makkelijkste manier om te stemmen. Het werkt als volgt. Iedere Amerikaan stemt op een kandidaat en de kandidaat met de meeste stemmen wordt automatisch president. Hoewel het heel erg eenvoudig is, wordt het niet in de VS gebruikt. Dit heeft als reden dat bij de oprichting van de VS ook de staten zelf inspraak wilden hebben op de verkiezingen zelf. Dit leidde tot de ingewikkelde electoral vote.
De public vote wordt echter wel door de media gebruikt, aangezien het een eenvoudige manier is om de populariteit van de president te meten. Toch kan er tussen de public en de electoral vote verschil zitten. Zo zou in 2016 volgens de public vote Hillary Clinton president moeten worden, maar de electoral vote zorgde ervoor dat Donald Trump dit werd.
De electoral vote
De Verenigde Staten is een federatie bestaande uit 50 staten. Ook het federale district Washington D.C.mag meedoen aan de verkiezingen, maar gebieden als Puerto Rico en Amerikaans-Samoa niet. Ieder van de 51 gebieden heeft een aantal kiesmannen. Het aantal kiesmannen is afhankelijk van het aantal inwoners van die staat. Bij iedere zoveelste inwoner krijgt de staat 1 kiesman. Dit verklaart ook meteen het verschil tussen de public vote en de electoral vote. Er blijft altijd een rest aantal over aan inwoners die niet vertegenwoordigt wordt door een kiesman. Hierdoor ontstaan afwijkingen. Dit wordt versterkt door de manier hoe de kiesmannen werken.
Op de dag van de verkiezingen gaat er een meerderheid uit naar een bepaalde kandidaat. Ook al is die meerderheid een procent of minder, worden gaan alle kiesmannen van die staat naar die kandidaat. Er gaat dus geen van de kiesmannen naar de kandidaat die verloren heeft! Er zijn staten die altijd op een republikeinse of een democratische kandidaat stemmen. Zo is Californië een democratische staat en een Texas een republikeinse. Staat hierdoor al van tevoren vast wie gaat winnen? Nee! Er zijn ook een aantal staten waar het van tevoren niet vaststaat naar welke kandidaat ze gaan. Deze staat worden Swing States genoemd, aangezien ze schommelen tussen de kandidaten van de twee partijen per verkiezing. De kandidaten zullen hierdoor zich extra richten op die staten. De belangrijkste swing state is Florida, aangezien het de meeste kiesmannen van alle staten heeft.
Dat de electoral vote nog weleens voor teleurstelling kan zorgen is in de geschiedenis meerdere malen gebleken. Het bekendste moment is echter tijdens de verkiezingen van 1876. Toen leek het erop dat Samuel Tilden de verkiezingen had gewonnen, aangezien hij meer dan de helft van de stemmen bij de public vote haalde. Echter tijdens de electoral vote won Rutherford B. Hayes. Dit is nog zuurder voor Tilden, aangezien Hayes met slechts een stem verschil won!
Inhuldiging
De inhuldiging, of met een mooi woord inauguratie, van een nieuwe president vindt altijd plaats in het capitool. Bij de inhuldiging moet de aankomende president de eed na spreken die de opperrechter voorzegt.
“I do solemnly swear (or affirm)
that I will faithfully execute the office of President of the United States,
and will to the best of my ability,
preserve, protect and defend
the Constitution of the United States.”