Frisdrank
Frisdrank, priklimonade of een softdrink, kortweg fris, prik of soft, is een koolzuurhoudende limonade.
Geschiedenis
Frisdrank is ontstaan in de zeventiende eeuw onder de term 'priklimonade'. De drankjes werden genoemd naar het fruit wat er in zit: zo was er naast limonade ook orangeade (komt van het Franse woord voor sinaasappelen: oranges) en grenadine (komt van het Franse woord voor granaatappels: grenades). Langzaamaan werden ze allemaal 'limonade' genoemd. In 1676 krijgt de Compagnie de Limonadiers (een Franse limonadefabriek) in Parijs het recht op de limonadeverkoop. Dat betekende dat destijds alleen dat bedrijf limonade mocht verkopen.
De stof die ervoor zorgt dat de frisdrank 'prikt' heet koolzuurgas. Koolzuurgas is zwaarder dan lucht. Het is kleur- en geurloos en het is niet brandbaar. De Schotse uitvinder Joseph Black ontdekt koolzuurgas in het begin van 1750, maar de Engelse wetenschapper Joseph Priestley ontdekte rond 1770 een manier om water met koolzuurgas te mengen. De Zweed Tobern Bergman probeerde rond diezelfde tijd de genezende werking van natuurlijk bronwater na te doen door koolzuurgas en mineralen aan water toe te voegen. Zo is frisdrank eigenlijk ontstaan.
Bereiding
Eerst wordt er een siroop of diksap bereid. Eerst wordt er suiker opgelost in water. Dan wordt er vruchtensap de geur- en smaakstoffen bij gedaan. Bijvoorbeeld In Cola wordt er ook een deel van de colanoot erin gedaan. Daarna wordt de siroop verder verdunt met water. Dat kan gewoon gezuiverd water zijn, maar bijvoorbeeld ook bronwater. Tenslotte wordt er koolzuurgas in de verdunde siroop gedaan. In de fabriek gebeurt dit proces in grote ketels.
Dan wordt de frisdrank gebotteld (in flessen gedaan). Dit gebeurt met een machine, een lopende band. Hierbij wordt bij de flessen, die uit de winkel komen, de dop eraf gehaald. Vervolgens worden ze schoongemaakt en omgespoeld. Ook gaan de flessen nog langs een machine die ze de 'sniffer' noemen. Hier wordt door de machine geroken of er geen vieze stoffen in de fles achtergebleven zijn, zoals bijvoorbeeld terpentine of benzine. Deze 'vieze' flessen worden eruit gehaald en niet gebruikt. Daarna gaan de schone flessen naar de vulmachine, waar ze worden gevuld. Soms gaat dat wel met 40.000 flessen per uur. Hierna draait de sluiter de doppen erop en wordt er door een andere machine nog gecontroleerd of de flessen goed zijn gevuld.
Cola
Coca Cola werd eind 19e eeuw uitgevonden. Daarna hebben sommige producenten cola op hun eigen manier nagemaakt (denk aan Pepsi en de huismerk cola).
Dr. John Pemberton werkte bij een slechtlopende drogist in Atlanta (Amerika). Hij maakte een hoestdrankje. Het hielp niet echt, maar was wel lekker, want soms verkocht hij wel 13 glazen per dag! Samen met Frank Robinson ging hij het drankje verkopen. Deze bedacht ook een naam voor het drankje: Coca-Cola. 4 jaar later gaan ze het drankje bottelen (in de fles doen) om het in de winkels te gaan verkopen. In 1928 werd Coca-Cola voor het eerst in Nederland verkocht tijdens de Olympische Spelen in Amsterdam. Later werd het ook in Nederland gemaakt. Tegenwoordig is het drankje in 200 landen te verkrijgen.
Coca-Cola heeft ook de herkenbare flesvorm geregistreerd als handelsmerk in 1960. Dat wil zeggen dat zowel het recept als de vorm van de fles niet nagemaakt mag worden. De vorm van de fles lijkt op de vorm van een vrucht van de cacaoboom. Coca-Cola werd voor het eerst in flessen verkocht op 12 maart 1894, terwijl de blikjes voor het eerst verschenen in 1955. De bekende colafles werd in 1915 door de glasblazer Earl R. Dean ontworpen. De ingrediënten van cola (kolanoten en coca) gaven hem geen inspiratie, zodat hij in de Britse encyclopedie begon te bladeren tot hij een plaatje van een cacaovrucht vond, dat precies de juiste vorm had die hij kon gebruiken. Tevens werd het logo op het blikje aangepast. Het staartje dat door het logo heen gaat was eerst een boog, en nu heeft het de vorm gekregen van het flesje.
Weetjes over frisdrank
Wist je dat
- Mensen pas veel frisdrank zijn gaan drinken na de Tweede Wereldoorlog. Het kwam door de Amerikaanse militairen vanuit Noord-Amerika naar Europa overwaaien.
- Er in 1952 een Kirsch-ginger ale kwam als de eerste light-frisdrank in de VS.
- Frisdrank aan het einde van de 20e eeuw ook in andere verpakkingen verkrijgbaar werd door de introductie van het aluminium blikje in 1957 en de petfles in 1973.
- De Nederlander in 2006 gemiddeld 98 liter frisdrank dronk. Dat is 1 procent meer dan in 2000.
Uitvinders van verschillende frisdranken
- 1885 - Dr Pepper - door Charles Aderton
- 1886 - Coca Cola - door John Pemberton
- 1898 - Pepsi Cola - door Caleb Bradham
- 1929 - 7Up - door Charles Leiper Grigg
Nieuwe Frisdranken
De term Frisdrank werd in 1956 bedacht door reclamemaker Dick Schiferlie voor de koolzuurhoudende limonade. Het wordt in de volksmond ook wel priklimonade of gazeuze genoemd Het is een frisse, alcoholvrije dorstlesser. Maar ook niet-koolzuurhoudende dranken, bijvoorbeeld sport -of energiedrank, horen tegenwoordig bij frisdrank. Tegenwoordig zitten er veel meer soorten fruit in dan alleen sinas. Frisdrank met koolzuurgas zit vaak in een fles want die kan je afsluiten. De frisdranken zonder koolzuurgas zitten vaak in een pak. Als frisdrank met koolzuurgas in een pak zou zitten, dan gaat die bol staan omdat het gast er dan uit wil en dan knapt het pak. Petflessen of glazen flessen zijn sterker.
Naast de vruchtensiropen zitten er tegenwoordig ook kleurstoffen en conserveermiddelen in frisdranken. Dit is om ze een frissere kleur te geven en langer houdbaar te maken.
Frisdrank is wel heel lekker, maar er zitten bijna geen belangrijke voedingsstoffen in. Verder is het ook slecht voor de tanden, want de meeste frisdranken bevatten veel suiker. En je wordt er dik van. Je kunt beter light nemen (dat bevat minder suiker) of zero (helemaal geen suiker) want dat is net zo lekker en het is beter voor je.
Schweppes
Een Duitse in Zwitserland wonende juwelier, genaamd Jacob Schweppe vroeg in 1783 een patent op een methode om water met koolzuurgas te verrijken. Samen met de Nederlander Henri Albert Gosse, Jacques Paul en diens zoon Nicolas begon Schweppe in 1790 in Zwitserland een mineraalwaterfabriek. Nicholas Paul ontwierp voor het water een rond flesje -met een kurk- dat niet rechtop kan staan. Hierdoor droogt de kurk niet uit (het water in dat flesje maakte die kurk namelijk nat). Omdat het water vooral in Engeland populair werd, begon Schweppe in 1798 een eigen mineraalwaterfabriek in dat land, onder de naam schweppes en co. Het water werd soda water genoemd maar in het jaar 1834 werd het bedrijf overgenomen door John Kemp-Welch en William Evill. Deze twee heren zorgde voor een uitbreiding van het productassortiment zoals onder andere frisdrank met een smaakje (limonade). Een kleine twee jaar later kregen deze heren een certificaat, als erkende hofleverancier van de dan nieuwe koningin Victoria. In het jaar 1870 produceerden zij ook de dranken Tonic en Ginger.
Het drankje tonic bevatte kinine, dit was een goed middel tegen malaria. Daarom was het drankje vooral bij de Britten die in India verbleven zeer populair. Tegenwoordig zijn de hoeveelheden kinine in de tonic te gering om nog enige geneeskundig effect te hebben, maar wordt dit nog altijd toegevoegd voor de smaak.
Ondertussen bleef Schweppes maar groeien en daarom opende zij in het jaar 1877 haar eerste fabriek in Sydney en in 1884 opende zij ook een fabriek in Brooklyn.
Nederlandse frisdrankfabrikanten
Zelf frisdrank maken
Wil je zelf frisdrank maken? Lees gauw verder
Wat heb je nodig?
- Citroën of sinaasappel;
- Theelepel bakpoeder;
- Suiker voor de smaak;
- Eventueel water.
Aan de slag:
- Pers het sap uit de citroen of sinaasappel
- Voeg eventueel water toe
- Roer de theelepel bakpoeder er doorheen
- Voeg voor de gewenste smaak wat suiker (en eventueel extra water) toe