Sociale klasse
Een sociale klasse is een groep mensen in een samenleving met vergelijkbare economische positie. Hierdoor hebben zij ongeveer dezelfde kansen, levensomstandigheden en problemen. Sociale klasse is niet op basis van afkomst, geslacht of andere uiterlijke kenmerken. Deze kenmerken kunnen wel een rol spelen. In plaats daarvan gaat bij sociale klasse hoofdzakelijk om loon en bezittingen.
Het woord "sociale klasse" komt uit de economie, maar wordt tegenwoordig in de sociologie gebruikt.
Verschil met maatschappelijke stand
Een klasse is niet hetzelfde van een maatschappelijke stand. Standen hebben vooral met sociale status te maken. Bij een standensysteem hebben bepaalde groepen meer rechten (privileges) dan anderen. Bij klassen gaat het vooral om de economische status. De verschillende klassen kunnen dezelfde rechten hebben, maar er zijn alsnog verschillen.
Klassen en standen kunnen samenvallen. Dit komt doordat economische status en sociale status verbonden aan elkaar zijn.
Indeling
Er zijn verschillende manieren om sociale klassen in te delen. Vaak spreekt men van drie soorten klassen:
- De bovenklasse (upper class) bestaat uit rijke mensen. Zij leven voornamelijk van hun vermogen (bezittingen, zoals huizen, grond, etc.). Ook zijn zij financieel onafhankelijk. Zij hebben vaak geen baas boven hun staan, maar zijn de eigenaar van een bedrijf. Deze groep kan weer in kleinere groepen worden verdeeld, zoals de adel (oud geld) en de nouveaux riches (nieuw geld).
- De middenklasse (middle class) bestaat uit mensen die tussen de boven- en onderklasse inzitten. Dit zijn meestal mensen met beroepen met meer aanzien, zoals leraren, dokters, rechters, etc. Ook mensen die aan de universiteit of hogeschool hebben gestudeerd behoren vaak tot de middenklasse. Vaak hebben middenklassers werkt waarbij ze veel met hun hoofd moeten doen. Maar ook mensen die gespecialiseerde handarbeid doen (zoals tandartsen) behoren tot de middenklasse. Ook bestaat er een verschil tussen de hogere en lagere middenklasse.
- De onderklasse (lower class) bestaat uit de laagste lagen van de samenleving. Deze groepen leven vaak in armoede en hebben niet altijd een baan. In de onderklasse vallen langdurig werklozen, daklozen, criminelen, laaggeletterden en leden van onderdrukte groepen.
Het verschil tussen de verschillende klassen is niet altijd even duidelijk. Verschillende filosofen, economen en sociologen gebruiken andere indelingen voor de klassen. Zo onderscheidde de Duitse filosoof Karl Marx zeven sociale klassen. In zijn filosofie sprak Marx ook van klassenbewustzijn en klassenstrijd. Deze twee begrippen spelen nog steeds een belangrijke rol binnen met communisme en het socialisme.