Gevangenschap van Hitler

Adolf Hitler belandde in de gevangenis na de mislukte poging tot staatsgreep, die bekend staat als de Bierkellerputsch op 8 november 1923. Hij werd samen met andere leden van de zijn politieke beweging, de NSDAP, gearresteerd.

Hitler werd vastgehouden in de gevangenis van Landsberg in Beieren. Zijn gevangenschap duurde ongeveer negen maanden, van november 1923 tot begin december 1924. Gedurende deze tijd werd hij veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf wegens hoogverraad. Ondanks de ernst van de beschuldigingen en zijn veroordeling, werd Hitler relatief goed behandeld tijdens zijn tijd in de gevangenis. Hij had privileges zoals bezoekers en het gebruik van een typemachine om aan zijn boek Mein Kampf te werken. Dit boek bevatte zijn politieke ideeën, wereldbeeld en zijn visie op de toekomst van Duitsland. Tijdens zijn gevangenschap had Hitler veel tijd om na te denken over politiek en geschiedenis en om met medegevangenen en bezoekers over zijn denkbeelden te praten.

Hitlers gevangenisstraf werd uiteindelijk verkort en hij werd vrijgelaten op 20 december 1924. Na zijn vrijlating richtte hij zich opnieuw op politieke activiteiten en werkte hij aan het opbouwen van de nazi-partij en zijn uiteindelijke streven naar de macht in Duitsland. Zijn gedachtegoed zoals uiteengezet in Mein Kampf speelde een belangrijke rol spelen bij de vorming van het nazisme en de gebeurtenissen die leidden tot de Tweede Wereldoorlog.