Kardoen
| Kardoen Cynara cardunculus | |
|---|---|
|
| |
| Leefgebied | Middellandse zeegebied |
| Leefomgeving | geteelt als groente |
| Behoort tot de | Asterfamilie (Asteraceae) |
Portaal  Biologie
| |
Kardoen is een plant en groente. De smaak van kardoen hangt ergens in het midden tussen bleekselderij, asperges en artisjok. De plant komt uit het Middellandse Zeegebied. Soms zie je hem wel eens in een Marokkaanse groentewinkel in Nederland maar door de Nederlanders is deze lekkere groente vergeten. Kardoen wordt ook veel gegeten in Italië en Frankrijk. Je kunt kardoen zowel rauw als gekookt eten. Het is een ideale groente voor een zomerstamppot. Het wordt ook wel de artisjokdistel genoemd, het is een distel in de Asterfamilie (Asteraceae). Het is een natuurlijk voorkomende soort die ook vele gekweekte vormen heeft, waaronder de artisjok. Het is inheems in de westelijke en centrale Middellandse Zeegebied, waar het in de oudheid werd gedomesticeerd en nog steeds voorkomt als een wilde plant. De kardoen was populair in de Griekse, Romeinse en Perzische keuken en bleef populair in het middeleeuwse en vroegmoderne Europa. Het werd ook gebruikt in de moestuinen van koloniaal Amerika, maar raakte eind 19e eeuw uit de mode.
De wilde kardoen is een stevige kruidachtige vaste plant die 0,8 tot 1,5 m hoog wordt. De bloemen zijn violet-paars. Meestal worden de stengels gestoomd of gestoofd en gegeten.