Evenhoevige
| Evenhoevigen Artiodactyla | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | Wereldwijd | ||
| Leefomgeving | divers | ||
| Behoort tot de | Echte hoefdieren | ||
| |||
De evenhoevige hoefdieren (Artiodactyla, van Oudgrieks ártios ='even' en dáktylos ='vinger, teen') zijn hoefdieren - Ze dragen evenveel gewicht op twee (een even aantal) van hun vijf tenen (per poot): namelijk de derde en vierde teen. De andere drie tenen zijn zeg maar verschrompeld (rudimentair) aanwezig, afwezig, of naar achteren gericht. Dit in tegenstelling tot de onevenhoevige hoefdieren die hun gewicht dragen op een oneven aantal van de vijf tenen die als het ware zijn samengevoegd in één hoef per poot (been). Een ander verschil tussen de twee is dat veel andere evenhoevigen (met uitzondering van Suina) plantaardige vezels verteren in een of meer maagkamers (magen) in plaats van in hun darmen zoals de onevenhoevigen dat doen.
De komst van de moleculaire biologie (DNA onderzoek), samen met nieuwe fossiele ontdekkingen, ontdekte dat walvisachtigen (walvissen, dolfijnen en bruinvissen - samen de subgroep Cetacea) binnen de taxonomische tak van de evenhoevigen vallen, omdat ze het nauwst verwant zijn aan nijlpaarden.
Evenhoevigen (Artiodactyla) vallen onder de echte hoefdieren en zijn daarmee zoogdieren. De ongeveer 270 op het land levende evenhoevige hoefdieren omvatten varkens, pekari's, nijlpaarden, antilopen, herten, giraffen, kamelen en dromedarissen, lama 's, alpaca's, schapen, geiten, runderen, en de Okapi.
Er zijn drie soorten evenhoevigen: