Watergateschandaal
Het Watergateschandaal of de Watergate-affaire, vaak gewoon weg Watergate genoemd, is één van de bekendste schandalen in de Amerikaanse politiek. Het schandaal ging over de methodes die gebruikt werden tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 1972. Hierbij won de Republikeinse kandidaat Richard Nixon van de Democratische kandidaat George McGovern. Uiteindelijk bleek dat de Republikeinen ongeoorloofde methodes gebruikten, waaronder het inbreken in het hoofdkantoor van de Democratische Partij. Het schandaal is naar deze inbraak vernoemd, aangezien het hoofdkantoor van de Democratische Partij in het Watergatecomplex gevestigd zat.
Het schandaal leidde ertoe dat het Amerikaans Congres een afzettingsprocedure tegen president Nixon wilde starten. Nixon trad echter af in 1974, voordat de hoorzittingen in de Senaat plaatsvonden. Hiermee is president Nixon de enige president in de Amerikaanse geschiedenis die aftrad. Het Watergateschandaal is het bekendste voorbeeld van een politiek schandaal geworden. Sindsdien worden (politieke) schandalen (voornamelijk in de Verenigde Staten) met -gate aangeduid, zoals Irangate.
Verloop
De verkiezingen
Richard Nixon was al sinds 1969 aan de macht. Tijdens zijn regeerperiode was de Vietnamoorlog bezig, maar veel protesten tegen waren. De Vietnamoorlog was erg onpopulair in de Verenigde Staten en Nixon was hierdoor ook ongeliefd. Hierdoor was het denkbaar dat hij de Amerikaanse presidentsverkiezingen zou verliezen. De Democraten wilden aanvankelijk Edmund Muskie als hun kandidaat kiezen voor de verkiezingen. Muskie was gematigd en populair. Tijdens de debatten tussen Nixon en Muskie leek het erop dat de Republikeinen de strategie van de Democraten kenden. Muskie werd hierdoor redelijk nerveus en daardoor zakte zijn populariteit. De Democraten kozen daarom Georg McCovern als hun kandidaat. McCovern was erg links en voor de meeste Amerikanen werd hij als te link gezien.
Tijdens de verkiezingen won hierdoor Nixon in november 1972.
Inbraak in het Watergatecomplex
In de nacht van 17 juni 1972 werden vijf mannen opgepakt voor een inbraak in het Watergatecomplex, het hoofdkantoor van de Democratische Partij. Tijdens de inbraak wilden zij waarschijnlijk afluisterapparatuur plaatsen, maar een andere theorie is dat ze bepaalde documenten probeerden te stelen. Het is nooit duidelijk geworden wat het doel precies was, maar dit worden als de twee meest logische opties gezien.
Een jaar later werden de vijf mannen voor de rechter gebracht en veroordeeld. Ook werden ambtenaren Gordon Liddy en E. Howard Hunt veroordeeld.
The Washington Post
Twee journalisten van The Washington Post, Bob Woodward en Carl Bernstein, brachten de zaak aan het licht. Zij kwamen erachter dat de inbraak onderdeel was van een geheim plan. Dit geheime plan werd volgens hen geleid door Richard Nixon en had als doel de Democraten te dwarsbomen. Op deze manier wilde Nixon de presidentsverkiezingen winnen. Gedurende de volgende maanden schreven zij steeds meer over het Watergateschandaal. Het schandaal kreeg hierdoor steeds meer aandacht in de media en de Amerikaanse politiek.
Woodward en Bernstein wisten bewijs in handen te krijgen. Ze legden de banden tussen de Republikeinse Partij en de inbraak bloot en kwamen achter illegale uitgaven door de Republikeinen voor de verkiezingen. Ze kwamen er ook achter dat Nixon bandopnames bij hield van gesprekken. Nixon bleef zijn onschuld volhouden. Toen de bandopnamen geëist werden, liet Nixon de aanklager ontslagen. Dit bracht hem verder in de problemen en maakte hem ook verdachter.
Nixon treedt af!
Nixon ontsloeg ook twee adviseurs en een advocaat in 1973. In 1974 eiste het Hooggerechtshof dat de bandopnamen vrijgegeven werden. Hiermee werd de inbraak en het verdoezelen van het bewijs bewezen en bleek dat Nixon schuldig was. Het Amerikaans Congres wilde een afzettingsprocedure tegenover Nixon starten, maar Nixon trad af om dit te voorkomen.
Nixon werd opgevolgd door zijn vicepresident Gerald Ford. Ford verleende Nixon amnestie voor de strafbare feiten tijdens zijn presidentschap. Nixon kon hierdoor niet meer veroordeeld worden. Ford bleef tot de volgende Amerikaanse presidentsverkiezingen president, waarna de Democraat Jimmy Carter won.
=Deep Throat
De journalisten Woodward en Bernstein kregen informatie van een onbekend iemand, die de schuilnaam Deep Throat gebruikte. Het is lang onbekend gebleven wie Deep Throat was, maar het was duidelijk dat het iemand was die dichtbij Nixon stond. Pas in 2005 onthulde Mark Felt dat hij Deep Throat was. Felt was toentertijd directeur van de FBI, de federale politiedienst.