Kat
Kat (poes) (kater) Felis catus | |||
---|---|---|---|
Onbekend | |||
Leefgebied | Overal, vooral waar ook mensen zijn | ||
Leefomgeving | Zelfde als hierboven | ||
Behoort tot de | Katachtigen | ||
|
De kat is een zoogdier en wordt veel als huisdier gehouden.
Een vrouwtjeskat wordt in Nederland ook kat genoemd (in Vlaanderen kattin). Kat is de verzamelnaam. Een verzamelnaam betekend: Ik heb een kat. Dan kan het een poes of kater zijn. Een poes, is een vrouwtje. en een kater is een mannetje. De kleintjes van een kat heten kittens of poesjes. Je hebt ze in allerlei soorten en maten.
Huiskatten
Meestal kan je aan een huis zien dat er een kat of kater woont. Er zitten bijvoorbeeld rafels aan een hoek van de bank. Ook een kattenmand, kattenbak, voerbakje en een kattenluik in de buitendeur vertellen dat er een kat in huis woont. Vaak slingert er ook nog speelgoed rond. Veel katten worden veel verwend. Ze hoeven alleen maar te slapen en het voedsel op te eten dat voor hen klaar wordt klaargezet. Een kat krijgt al voldoende beweging door af en toe eens voor een hond weg te rennen of door de tuin te wandelen. Een kat die altijd binnen zit kan dik worden. Maar daar heeft hij niet altijd last van. Als je kat te dik is, kan jouw kat kattendiabetis krijgen. Dit hoeft niet dodelijk te zijn, als je op tijd naar de dierenarts gaat krijgt je spuitjes mee, die je iedere dag moet spuiten. Dit doet hem geen pijn hoor, sommige katten gaan ervoor klaar liggen.
Slapen
Katten kunnen heel lang slapen, wel 18 uur per dag. Dat is wel meer dan de helft van hun leven. Katten slapen het liefst op warme , en zachte ondergronden. Ook vinden ze het fijn om ongeveer op 1 meter hoogte te slapen, dan kunnen ze een beetje zien of er nog vijanden, of mensen zijn. Katten slapen graag op deze dingen, bijvoorbeeld op de kachel, op een bed , op computers, op een stuk vloer waar de zon op schijnt en op nog veel meer plaatsen. Kittens (jonge katjes) slapen meer dan volwassen katten, omdat ze alleen in hun slaap groeien. Katten kunnen dromen, maar dat gebeurd niet zo vaak. Je kunt het zien aan een kleine beweging van een poot of een snorhaar.
Jagers
Zelfs een gewone huiskat heeft kenmerken van zijn familie die in het wild leeft zoals de tijger of de leeuw. Het zijn goede jagers die vlees eten (en natuurlijk brokjes) als poezen op jacht gaan jagen ze op muizen, vogels en mollen. Zo gaat de jacht: Eerst sluipt de kat met zijn klauwen ingetrokken naar zijn prooi toe. Dan wacht hij even. Als de prooi hem net opmerkt slaat hij zijn slag.
Uiterlijk
Een huiskat heeft een vacht. Hij heeft ook een ruwe tong. Ze ademen lucht in en uit met hun longen. De kleintjes drinken melk bij de moeder. Katten zijn nachtdieren ze kunnen 's nachts en overdag goed zien. Het zijn roofdieren. Je kunt een kat herkennen aan zijn scherpe puntige tanden en aan zijn scherpe nagels. Ze hebben goede oren en ogen Een kat laat aan zijn geur merken welk territorium van hem is. Een kat ziet 6 keer zo scherp als een mens. Een kitten komt blind en hulpeloos ter wereld. Als de kittens 12 weken oud zijn mogen ze naar een nieuw huis.
Nagels
De nagels van de kat zijn vlijmscherp en krom. Aan elke voorpoot heeft hij er vijf, aan de achterpoten elk vier. Normaal zitten de nagels teruggetrokken. Ze maken geen lawaai bij het sluipen. Een poes kan zijn nagels uitslaan op het moment dat hij wil krabben of een prooi wil grijpen. Hij moet zijn nagels regelmatig scherpen (scherper maken) aan een boomstam of aan een speciale krabpaal. Een poes die niet kan krabben omdat hij de hele dag in huis zit gebruikt dan vaak de stoel of de bank. Dat vinden de meeste mensen niet zo leuk.
Snorharen
De snorharen van een kat gebruikt hij als voelsprieten om te voelen of ze ergens door heen kan. Eens in de maand vallen er een paar uit en groeien ook weer aan. Als er weer nieuwe snorharen aan zijn gegroeid zijn die een stuk zachter als diegene die er af zijn gevallen
Horen
Een kat kan heel goed horen. Zelfs het geritsel van een muis kan ze horen. Als het een heel hoog geluid is dan gaan de haartjes in de oren trillen, en dat kan soms bij de kat heel erg pijn doen!
Ogen
Katten hebben hele felle, licht weerkaatsende ogen. Ze kunnen vooral als het schemert er goed door kijken en als je een keertje 's nachts twee groene of gele lichtjes ziet buiten, dan is het waarschijnlijk een kat. Als het donkerder wordt, worden hun pupillen groter in de vorm van een bol. Als het lichter wordt worden ze kleiner en lijken ze net streepjes. Meestal komen er niet zo vaak poezen en katten met blauwe ogen voor
Mond
De hoektanden van een kat zijn lang en scherp. Hij kan er gemakkelijk een prooi mee vastgrijpen en verslepen. De kiezen hebben geen platte knobbels, maar een vlijmscherpe rand. Zijn onder- en boven kies vallen als een schaar langs elkaar heen. Zo knipt hij brokjes eten kapot. Echt kauwen kan een poes niet. Hij slikt de brokjes zo door. De tong van een kat is erg ruw, net schuurpapier. Met de kleine stekeltjes op zijn tong schraapt een kat restjes vlees van botten af en als hij drinkt blijft het water of de melk eraan kleven. De ruwe tong gebruikt hij ook bij het schoonmaken van zijn vacht.
Familie van de kat
Familie van de kat worden katachtige genoemd, enkele voorbeelden zijn:
Soorten katten (kattenrassen)
Er zijn katten in een paar kleuren: zwart, wit, rood en bruin. Je hebt ook nog gestreepte en gevlekte katten. Behalve de gewone huiskatten die zoveel verschillen in hun vacht hebben, zijn er ook heel bijzondere ras katten, die zo gefokt worden dat hun kleur altijd hetzelfde is. Dat zijn hele dure raskatten. Katten hebben ook allemaal verschillende haren, dit zijn een paar soorten:
- Kortharige katten
- Langharige katten
- Naakte katten (zonder haar)
Naakte katten komen niet zo heel vaak voor, één soort is de Sphynx. Kortharige katten zijn er het allemeest. Bijvoorbeeld de Bastaard. Dat is de gewone kat, die niet veel kost.
Voedsel
Katten zijn vleeseters. Bijna alle katachtige trekken er het liefst alleen op uit. De kat jaagt ook in zijn eentje. Hij doet dat met besluipen en bespringen. In zijn eentje kan hij een prooi makkelijker ongezien besluipen. Eenmaal heel dicht bij zijn prooi, valt hij aan: met een sprong, soms eerst een heel kort sprintje. Een wilde kat vangt vooral muizen, hagedissen en vogeltjes. Een huiskat drinkt vaak water of melk. Vaak eten ze brood of een lekker koekje en speciale kattenbrokken. Die koop je in de winkel.ook eten ze zacht voer .
Katten hebben 80 tot 90 calorieën per dag nodig per kilo lichaamsgewicht. Als een poes zwanger is dan eet ze meer dan normaal. Een zwangere poes kan wel een kilo aankomen als ze zwanger is!
Als een kat valt
Als de kat valt komt hij altijd weer op zijn pootjes terecht. In de lucht draait hij eerst zijn bovenlichaam en dan draait hij zijn achterpoten. Dan zet hij zich schrap en steekt zijn pootjes naar de grond om de val te breken. Katten kunnen van heel hoog vallen en het overleven. Er zijn gevallen van katten bekend die een val van heel hoog hebben overleefd.
Leeftijd
Katten kunnen 14 tot 25 jaar oud worden. Soms nog wel wat ouder maar dat komt bijna niet voor. De oudste kat ooit in de wereld werd 38 jaar en een dag oud. De oudste kat van Nederland werd 28 jaar oud. Het is heel moeilijk te controleren hoe oud een kat is. Omdat bij de meeste huiskatten het niet bewezen kan worden hoe oud ze zijn. Bij raskatten kan dat wel maar die wordt meestal minder oud. Dat komt door dat hen een kleinere schedel hebben.
Hoe kom je aan een kat
Een kat koop je niet in een dierenwinkel zoals een cavia of een goudvis. Je moet iemand vinden die een nest met jonge katjes heeft en ze kwijt wil. Een katje moet minstens 6 weken bij zijn moeder blijven, maar het best is 8 weken voordat hij naar een baasje gaat.
Je kunt ook een kat uit het dierenasiel halen als je dat doet zijn ze ook al ontwormd, ontvlooid, helemaal ingeënt en gecastreerd of gesteriliseerd. Ook hebben ze dan een chip en een Europees kattenpaspoort. Een kat uit het asiel kost ongeveer € 85,-.
Kittens
De jonkies kunnen als ze geboren zijn nog niks zien. Na 8 dagen doen ze oogjes open. Een moederpoes krijgt 1 tot 7 jonge kittens per keer. Dat noem je een worp. De poes is dan ongeveer 63 dagen zwanger geweest. Dat is ongeveer 2 maanden of 9 weken. De moeder blijft een lange tijd bij haar jonkie ze leert hem jagen. Maar als haar jongen groot en zelfstandig is moet het een eigen plekje zoeken. Want na een tijdje, wil de moederpoes weer alle aandacht voor zichzelf. Daarom blijven ze meestal 8 weken bij de moeder.
Zwanger
Een kater gaat altijd op zoek naar een poes. Dus het kan zijn dat een kater bijna nooit thuis is. Een poes is veel vaker thuis. Als twee katten, (een mannetje en een vrouwtje) samen paren, kunnen ze kittens krijgen.
Als een poes zwanger is, merk je dat al heel snel. Ongeveer na 4 of 5 weken, wordt de buik van een poes dik. En ongeveer 2 weken voor de bevalling, kan er zelfs melk uit de tepels gaan lekken. Tepels zijn kleine plekjes bij de buik van een poes, waar kittens uit drinken. Katers hebben ook tepels, maar daar komt geen melk uit. Een kat heeft 6 tepels. 3 links, en 3 rechts, waar jonge kittens uit kunnen drinken.
Als je een poes steriliseert, kan ze geen kittens meer krijgen. En als je een kater castreert, gebeurt er niks als hij met een poes paart.
Schijnzwanger
Soms worden ze schijnzwanger. Als een poes dat heeft, kan ze heel ziek worden, of zelfs dood gaan. Als een poes schijnzwanger is, lijkt het net of de poes gewoon kittens krijgt. Maar als de poes ze zou krijgen, komt er niks. Als een poes schijnzwanger is, moet ze onmiddellijk naar de dierenarts. Maar het kan ook zijn dat er na het paren niks gebeurt.
Bevalling
De moederpoes zoekt een rustig, warm plekje op. Soms stopt een kat met persen als hun baasje er niet bij is. Bij het eerste kitten kat het wel driekwartier duren, voor ze/hij eruit komt. Vaak gaat het daarna sneller. Als een kat aan het persen is (niet bij het eerste kitten), en na een halfuur komt er nog niks, is het handig om de dierenarts te bellen. Dan heb je er kans op dat het kitten wat te groot is. Als de poes 9 uur geen kitten meer heeft gekregen, kan ze niks meer krijgen.
Je moet een poesje al vlak na de bevalling (ongeveer een dag) wegen. Als ze geboren zijn (in het eerste uur), wegen ze gemiddeld 90 gram. Een kitten hoort elke dag zwaarder te worden. Als het enorm weinig is, drinkt het kitten waarschijnlijk te weinig.
Een jong kitten moet je niet direct na de geboorte aaien. Ook geen vreemdeling (van de kat) moet je hun laten aaien. Soms verstoot de poes de kleine kittens, als er een geur aanzit die ze niet kent. Als de eigenaar de kittens wilt aaien, kan je het best de poes eerst even aan je hand laten likken of snuffelen.
Ziek
Katten kunnen ook ziek worden. Heel vaak zijn ze dat niet. Soms als katten overreden worden, ook bij andere dingen kunnen ze een gebroken poot krijgen. Dat kan je heel goed herkennen: Een kat sleept dan met het poot dat gebroken over de grond. Dan sleept hij het achter zich aan. Als katten oud worden, zijn ze meestal wat vaker ziek. Maar als een kat overeden word, kan hij ook dood gaan.
Dierenarts
Als een kat ziek is, moet je direct naar de dierenarts gaan. Ook als je een kat wil laten stelleliceren of catstreren moet je naar de dierenarts gaan. Ook moet je een kat een paar keer per jaar ontvlooien, en ontwormen. Als katten vlooien hebben, lopen ze zich de heletijd te krabben, en te doen. Het best kan je dan ook naar de dierenarts gaan.