Ruiken
Mensen en dieren hebben een reukzin waarmee ze kunnen ruiken. In de meeste gevallen gebeurt dat met het orgaan (reukorgaan) dat de neus genoemd wordt. Dit reukorgaan kan geuren die in de lucht zweven opmerken.
Geuren
Geuren zijn superkleine deeltjes die met de lucht meezweven. Er zijn vele duizenden verschillende soorten geuren die mensen kunnen herkennen. Die geur brengt dan een bepaalde ervaring of gedachte teweeg. Zo wordt de geur van rozen of van zeep meestal als lekker ervaren, en een varkensstal of uitlaatgassen meestal als vies. In de natuur wordt ook gebruik gemaakt van geuren, zoals ook sommige planten doen om insecten te lokken, die bijvoorbeeld de bloemen bevruchten of bij vleesetende planten opgegeten worden. Ongetwijfeld de bekendste bij de dieren is het stinkdier, die zijn stank gebruikt om andere dieren af te schrikken of weg te jagen. Dieren gebruiken ook geuren als lokstoffen om dus andere soortgenoten (meestal een mannetje en een vrouwtje) te lokken.
Sommige geuren veroorzaken bij mensen een soort waarschuwingssysteem, zoals bepaalde (zure, rotte) geuren bij voedsel (eten), of bij geuren van brand of schroeien. De geur veroorzaakt een gedachte dat weer bepaald of iets wel of niet gedaan moet worden. Mensen herkennen wel heel veel verschillende geuren, maar het reukzin van de mensen is lang niet zo sterk (krachtig) als van menig dier, zoals ook die van de hond. Ook bijvoorbeeld een ijsbeer ruikt zijn prooi (ander dier) dwars door dikke lagen sneeuw heen.
De neus
De neus is een reukorgaan waarin een neusslijmvlies zit. Dit slijmvlies heeft allemaal zintuigcellen waarmee geuren opgemerkt kunnen worden, wat direct een reactie veroorzaakt in de hersenen. Doordat mensen ademen door de neus, komt er telkens nieuwe lucht in de neus.