Vierde Coalitieoorlog
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
Vierde Coalitieoorlog | ||
Datum | 9 oktober 1806 - 9 juli 1807 | |
Locatie | Duitsland, Polen | |
Overwinning voor | Frankrijk | |
Strijdende partijen | ||
Pruisen Rusland Verenigd Koninkrijk Saksen (tot 1806) Zweden Sicilië |
Frankrijk Rijnbond Etrurië Holland Napels Saksen (vanaf 1806) Poolse legioenen Spanje |
|
Portaal Geschiedenis |
De Vierde Coalitieoorlog was een oorlog tussen 1806 en 1807. De oorlog was onderdeel van de Coalitieoorlogen. Tijdens deze oorlogen vochten Frankrijk en haar bondgenoten tegen de zogeheten "coalitie". In de Vierde Coalitieoorlog bestond deze coalitie uit het Verenigd Koninkrijk, het keizerrijk Rusland, het koninkrijk Sicilië, het koninkrijk Pruisen en Zweden. Het keurvorstendom Saksen stond eerst aan de kant van de Vierde Coalitie, maar na twee maanden werd het bondgenoten van Frankrijk.
De Vierde Coalitieoorlog ontstond slechts twee maanden na de Derde Coalitieoorlog. Door de Derde Coalitieoorlog kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk. Frankrijk kreeg de controle over een groot deel van Centraal-Europa. Pruisen was hier niet blij mee. Al snel werd er een Vierde Coalitie gesloten om Frankrijk uit te schakelen. De oorlog vond vooral in Duitsland en Polen plaats. Frankrijk wist Pruisen binnen te vallen en de hoofdstad Berlijn in te nemen. Pruisen moest zich overgeven en verloor de helft van zijn territorium. Frankrijk wist meer vazalstaten te stichten in Centraal- en Oost-Europa. Ook sloot het land een bondgenootschap met Rusland. Hierdoor kwam Frankrijk als de grote winnaar uit de strijd.
Na de Vierde Coalitieoorlog bleef het twee jaar rustig in Europa. In 1809 sloten Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk een nieuw bondgenootschap, wat leidde tot de Vijfde Coalitieoorlog.
Voorgeschiedenis
Op de plek waar Duitsland nu ligt, lagen vroeger allerlei kleine landjes. Deze landjes waren verbonden in één rijk; het Heilige Roomse Rijk. Het Heilige Roomse Rijk was niet echt één land, aangezien de verschillende landjes een grote mate van zelfbestuur hadden. Toch had het rijk één keizer. De laatste eeuwen kwam deze keizer altijd uit het huis Habsburg en was ook de keizer van Oostenrijk. Tijdens de Derde Coalitieoorlog moest Oostenrijk zich overgeven aan Frankrijk. De Oostenrijkse keizer zag hierdoor in 1806 af van zijn titel als keizer van het Heilige Roomse Rijk. Dit betekende het einde van het rijk, wat al zo'n 800 jaar bestond.
Frankrijk annexeerde (innemen) een deel van de westelijke landjes. De rest van de landjes werden verbonden in een nieuwe verbond; de Rijnbond. De Rijnbond was de opvolger van het Heilige Roomse Rijk en was een vazalstaat van Frankrijk. Frankrijk had dus een grote invloed in het land. Ook vormde de Rijnbond een buffer tussen Frankrijk en twee vijanden; Pruisen en Oostenrijk. Deze twee landen waren wel onderdeel van het Heilige Roomse Rijk, maar niet van de Rijnbond. Pruisen (wat neutraal was tijdens de Derde Coalitieoorlog) was niet blij met de nieuwe Franse invloed in Duitsland.
De Pruisen sloten daarom een "Vierde Coalitie" tegen Frankrijk met het Verenigd Koninkrijk, wat nog steeds in oorlog was met Frankrijk. Rusland, Zweden, Saksen en Sicilië sloten zich ook bij deze coalitie.
Verloop
Pruisische campagne
Pruisen verklaarde Frankrijk de oorlog in oktober 1806. Dit was echter veel te snel voor zijn bondgenoten. Het Russische leger was nog in Rusland, waardoor zij niet op tijd Pruisen konden steunen. Na de oorlogsverklaring viel Frankrijk direct Pruisen binnen. Pruisen stond er dus alleen voor. Het Franse leger won slag na slag, waaronder de slag bij Jena en de slag bij Auerstadt. Binnen een mum van tijd was Pruisen verslagen. Op 27 oktober maakte Napoleon zijn intrede in de Pruisische hoofdstad Berlijn.
Napoleon verbleef een tijdje in Berlijn, waar hij een decreet uitvaardigde. In deze brief zei hij dat het verboden was voor Frankrijk en haar bondgenoten om met de Britten en haar bondgenoten te handelen. Dit wordt ook wel het Continentaal Stelsel genoemd. Napoleon wilde zou de Britse economie verwoesten en zou het Verenigd Koninkrijk tot vrede dwingen.
De Russen waren ondertussen in Oost-Pruisen gearriveerd. Napoleon verdrong de Russen uit Oost-Pruisen. Na de slag bij Friedland vroegen de Russen voor vrede met Frankrijk.
Polen en Zweden
Polen behoorde tot het oosten van Pruisen, maar de meeste Poolse inwoners wilden onafhankelijkheid. Napoleon zag dit als zijn kans om een vazalstaat op te zetten tussen Pruisen en Rusland. Dit werd het hertogdom Warschau, wat door de koning van Saksen (een bondgenoot) werd gerund.
De Zweden hadden in het noorden van Duitsland ook grondgebied; Zweeds-Pommeren. De Fransen probeerden Zweeds-Pommeren in te nemen, maar de Zweden waren te sterk. Frankrijk en Zweden besloten daarom om de strijd op te geven. De strijd laaide enkele weken later weer op, aangezien Zweden niet wilde meedoen aan het Continentaal Stelsel. De Fransen belegerden Stralsund, wat na enkele weken viel. De Zweedse soldaten verlieten vervolgens Rügen en Frankrijk had de controle over Zweeds-Pommeren.