Rechterlijke macht
De rechterlijke macht is een deel van de trias politica. Deze macht controleert of het volk zich aan de wetten houdt en spreekt recht. Ook bekijkt ze of de de wetten wel goed toegepast worden door de uitvoerende macht (de regering).
Nederland
De rechterlijke macht zijn in Nederland de rechter (soms ook de rechtsprekende macht genoemd) en het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie controleert (met de politie, die geen deel is van de rechterlijke macht) of het volk zich aan de wetten houdt. Als het Openbaar Ministerie denkt dat iemand zich niet aan de wet houdt, kan een officier van justitie die persoon vervolgen. De persoon die wordt vervolgd, is dan een verdachte. De rechter oordeelt in een rechtszaak of de verdachte zich dan wel of niet aan de wet heeft gehouden. Verdachten hebben recht op een advocaat, die voor hen in ter rechtszitting in de rechtbank kan spreken. In een rechtbank heten de rechters gewoon 'rechters'. Een rechter aan een gerechtshof of een rechter van de Hoge Raad der Nederlanden (de hoogste rechter) heet een 'raadsheer'.
Een rechter kan ook recht spreken als de ene burger een rechtszaak aanspant tegen de andere burger. Het Openbaar Ministerie heeft hier niets mee te maken, omdat iedereen een rechtszaak kan aanspannen. Zulke rechtszaken worden ook wel 'civiele rechtszaken' genoemd. Dat zijn rechtszaken tussen burgers. In civiele rechtszaken hebben beide burgers bijna altijd een advocaat, maar in civiele rechtszaken hebben burgers daar geen recht op. Dat betekent dat ze die advocaten zelf moeten betalen. Mensen met weinig geld, kunnen in Nederland wel geld krijgen om een advocaat te betalen. Dit heet rechtsbijstand.
België
De rechterlijke macht zijn in België de rechter, het Openbaar Ministerie (ook wel het parket genoemd) en het Grondwettelijk Hof. Het Openbaar Ministerie controleert (met de politie, die geen deel is van de rechterlijke macht) of het volk zich aan de wetten houdt. Als het Openbaar Ministerie denkt dat iemand zich niet aan de wet houdt, kan een procureur-generaal die persoon vervolgen. De persoon die wordt vervolgd, is dan een verdachte. De rechter oordeelt in een rechtszaak of de verdachte zich dan wel of niet aan de wet heeft gehouden. Verdachten hebben recht op een advocaat, die voor hen ter rechtszitting in de rechtbank kan spreken. In een rechtbank heten de rechters gewoon 'rechters'. Een rechter aan een van de hoven van beroep of een rechter aan het Hof van Cassatie (de hoogste rechter) heet een 'raadsheer'. Ten slotte is er ook nog een Grondwettelijk Hof. Dit hof controleert in België of de wetten in strijd zijn met de Belgische Grondwet. Als dat wel zo is, dan is die wet niet meer geldig. De rechters aan het Grondwettelijk Hof worden 'voorzitters' genoemd.
Een rechter kan ook recht spreken als de ene burger een rechtszaak aanspant tegen de andere burger. Het parket heeft hier niets mee te maken, omdat iedereen een rechtszaak kan aanspannen. Zulke rechtszaken worden ook wel 'civiele rechtszaken' genoemd. Dat zijn rechtszaken tussen burgers. In civiele rechtszaken hebben beide burgers bijna altijd een advocaat, maar in civiele rechtszaken hebben burgers daar geen recht op. Dat betekent dat ze die advocaten zelf moeten betalen. Mensen met weinig geld, kunnen in België wel geld krijgen om een advocaat te betalen. Dit heet rechtsbijstand.
Trias politica (driemachtenleer) | |||
---|---|---|---|
rechterlijke macht · uitvoerende macht · wetgevende macht |