Dementie

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Esculaap.svg
Gezondheidsklachten?

Ga naar een dokter of huisarts! Volg geen adviezen over gezondheidsklachten van het internet op.

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Een MRI scan van iemand met Dementie

Dementie is een verzamelnaam voor allerlei klachten en symptomen. Bij mensen met dementie werken de hersenen niet goed, waardoor informatie niet meer goed terechtkomt. De hersenen bij dementeerden takelen af. Dit heeft invloed op het gedrag en de stemming van de personen. Ook raakt hun dagelijks leven verstoord. Iemand met dementie wordt een dementeerde genoemd en het hebben van dementie heet dementeren.

Er zijn in totaal 50 soorten dementie. Hieronder vallen o.a. de ziekte van Alzheimer, vasculaire dementie, frontotemporale dementie, lew-body-dementie en het syndroom van Korsakov. Hoewel mensen met dementie vergeetachtig kunnen zijn, is vergeetachtigheid iets anders dan dementie. Bij dementie gaan de zenuwcellen kapot. Soms gaan de zenuwcellen niet zelf kapot, maar de verbindingen er tussen werken niet meer goed. Door deze afname gaan de hersenen minder goed werken. Bij de ene patiënt gaat de achteruitgang veel sneller dan bij andere patiënt. Hierdoor kan de een nog lang zelfstandig door her leven gaan en de ander niet. Uiteindelijk raakt de patiënt zo verzwakt door de dementie dat deze overlijd aan de ziekte. Er kan ook een infectie ontstaan door een longontsteking, omdat de patiënt niet meer kan slikken.

Verschil met vergeetachtigheid

Veel mensen denken gelijk dat als ze veel vergeten dat ze mogelijk dementie hebben. Dit hoeft niet altijd zo te zijn, want vergeetachtigheid is heel iets anders dan dementie.

Bij vergeetachtigheid vergeet men wel eens wat, maar schiet het later weer te binnen. Het verstoort je dagelijks leven en functioneren niet. Dit gebeurt wel bij dementie. Bijvoorbeeld niet alleen iemands naam niet meer weten, maar ook die persoon helemaal niet meer herkennen.

Symptomen

In het begin van de ziekte vallen de meeste geheugenproblemen op. Zowel het lange- als kortetermijngeheugen wordt slechter. Op een gegeven moment krijgt de persoon met dementie steeds meer moeite met nieuwe dingen aan te leren of te onthouden (bijvoorbeeld spullen kwijt raken). Later in het ziekteproces raakt iemand met dementie gedesoriënteerd in de tijd. Hij/zij weet niet meer welke dag, maand, week of jaar het is. Nog veel later in het ziekteproces raakt de persoon gedesoriënteerd in plaats. De patiënt weet niet meer waar hij of zij woont en waar bijvoorbeeld een familielid woont. Aan het einde van het ziekteproces raakt de patiënt helemaal gedesoriënteerd. De persoon kan zich niet meer herinneren wie hij of zij is en naaste familieleden en vrienden en dergelijke worden niet meer herkend.

Daarnaast kan iemand met dementie ook last krijgen van:

  • Een verstoord denkvermogen: niet meer kunnen lezen of schrijven, beslissingen kunnen nemen.
  • Verstoord inschattingsvermogen: te veel kopen in de supermarkt.
  • Stemmingswisselingen.
  • Zich terugtrekken uit sociale activiteiten.
  • Decorumverlies: Geen besef van normen en waarden meer hebben. Dingen die de persoon vroeger nooit zou doen. Bijvoorbeeld opeens in het openbaar zich uit gaan kleden.
  • Onrust.
  • Het karakter en gedrag van de persoon kunnen heel erg gaan veranderen en men raakt de eigen regie over zijn of haar leven kwijt. De persoon wordt steeds afhankelijker en andere dagelijkse handelingen gaan steeds moeizamer.
  • Later krijgt de persoon ook problemen met de taal.

Zoals hierboven is uitgelegd, is dementie meer dan alleen vergeetachtigheid. Men krijgt last van verlies van cognitieve functies, zoals:

  • Afasie: taalstoornis waarbij men niet meer begrijpt wat er gezegd wordt .
  • Apraxie: verminderd vermogen om handelingen uit te voeren. Bijvoorbeeld niet meer weten hoe het gasfornuis werkt.
  • Agnosie: het niet meer herkennen van voorwerpen of personen.

Risico

Een op de vijf mensen krijgen dementie. Bij vrouwen is de kans groter dan bij mannen. Een op drie vrouwen krijgt te maken met dementie. Hoe ouder, hoe groter de kans dat iemand dementie krijgt. Boven de 90 jaar heeft 40 procent van de ouderen een vorm van dementie.

Nederland telt nu ongeveer 280.000 mensen met dementie en dat zal in de toekomst alleen maar meer worden door de vergrijzing (dat mensen ouder worden). Andere factoren die een rol spelen zijn erfelijkheid en leefstijl, zoals roken en ongezond eten.

Ook op jonge leeftijd kan dementie ontstaan. Naar schatting zijn er in Nederland 12.000 mensen met dementie die jonger zijn dan 65 jaar. Deze mensen zijn vaak nog werkzaam en hebben soms kinderen die nog thuis wonen. Het stellen van een diagnose op jonge leeftijd kan soms lang duren.

Verloop

Het verloop van dementie is ingedeeld in vier fases. Deze vier fases worden de zogeheten ik-fases. Iedere ik-fase heeft een eigen belevingswereld, waardoor je weet hoe het met de persoon gaat. Het is belangrijk om te weten in welke fase iemand is, zodat de behandeling erop aangepast kan worden. De symptomen verschillen per fase.

Bedreigde-ik (cognitieve fase)

In deze fase voel je je door je geheugenproblemen bedreigd in het bestaan. Het blijft ook steeds moeilijk de grip over het leven te behouden, maar je probeert het nog te verbergen. Je kunt heel fel gaan reageren, anderen minder gaan vertrouwen of gaan beschuldigen. Het is goed te zien dat je gespannen bent. Je krijgt steeds meer behoefte aan oriëntatiepunten, zoals een stoel, wandelstok, kleding stuk en een vast routine. Veranderingen in situaties loop liever uit de weg.

Je probeert je tekorten zo veel mogelijk te verbergen. Je gaat meer over het verleden praten, want dat ga je fijner vinden. Je praat liever niet meer over dingen die nu spelen en je wilt liever niet dat iemand er na gaat vragen. Ook onverwachte aanraking kan als onprettig ervaren worden. Voor de mensen in de omgeving is belangrijk dat je gerespecteerd wordt. Ze moeten jou de ruimte geven om gevoelens te uiten. Ook moeten ze het vergeven als iets niet goed gaat of vergeet. Als ze fouten maken, proberen ze het met humor goed te maken. Gevoelens van angst en spanning moet zoveel mogelijk worden voorkomen. Het is ook belangrijk datgene zoveel mogelijk zelf blijft doen.

Verdwaalde-ik (emotionele fase)

In deze fase wordt je besef van tijd, plaats en persoon steeds minder. Je weet steeds minder goed waar je bent. Je maakt een zoekende indruk, je schouders hangen naar voren, je staart steeds meer zonder doel voor je uit en dwaalt in het rond. Toch zien je gezicht en lichaam er ontspannen uit. Je gaat steeds meer moeite krijgen met het ophouden van urine en ontlasting. Ook zijn je emoties sterk zichtbaar en kun je extreem boos en verdrietig worden.

Het lijkt alsof je geen grip meer hebt op je leven. Je begint langzaam te praten en praat vaak over het verleden. Ook verwar je het verleden met het heden. Je concentratie gaar achter uit en het geheugen wordt ook slechter. Je houdt steeds meer van eenvoudige activiteiten. Ook het gehoor en zicht wordt minder.

Verborgen-ik (psychomotorische fase)

In deze fase ben je niet meer bewust van wie en waar je bent. Je bent je besef van tijd en plaats verloren. Ook weet je niet meer wie bepaalde personen zijn. Je gebruikt je stem wel, maar je bent steeds moeilijker verstaanbaar. In het begin beweeg schuifelend voort, maar na verloop van tijd raak je aangewezen aan een rolstoel. Telkens herhalende bewegingen en geluiden verraden iets van je behoefte en emoties. Vaak gaat om de simpele behoeftes als warmte en kou, rust, prettige prikkels, honger of pijn.

Ook gezichtsuitdrukkingen en lichaamshouding geven ook kenmerken af hoe je voelt. Het is aan de mensen in je omgeving om goed naar jou te kijken en te achterhalen wat je wel en niet wilt. Zij moeten regelmatig contact met jou leggen zelf die je dat niet meer. Het gebruik van je naam of bedachte naam werkt vaak goed. Ook wordt je geprikkeld door liever woordjes, zachte aanraking, het proeven of ruiken van lekkere dingen, mooie of vrolijk muziek of iets in de handen om mee te prutsen. Zodra je je ontspannen voelt kan je opeens heel helder zijn. Het is maar hoe de omgeving dat op juiste manier aan bied. Veel mensen, drukte, lawaai, opeens geluiden, fel licht heel erg onrustig. Muziek is juist heel erg belangrijk liedje uit de jeugd maakt mooie herinneringen op.

Verzonken-ik (zintuiglijke ervaring)

In deze laatste fase van dementie lukt het niet of moeizaam nog om contact te maken met jou door dementie. Je lijkt te zijn verdwenen. Soms is er nog wel contact. Je ogen zijn dan nog ontspannen, kijken niet meer rond en kunnen soms samentrekken. Je leeft weer van uit begin van het leven en behoefte je toont geen emoties meer. Elke contact moet er op gericht zijn om aangename gevoel en lief hebben toon. Fijne muziek en aangename zintuiglijke prikkels zoals geuren en warmte.

Behandeling

Er bestaan nog geen geneesmiddelen tegen dementie. Wel is er medicatie die het proces vertraagt.

Omgang met dementie

Verzorgers en familieleden moeten vaak leren hoe ze omgaan met een dementerend persoon. Dit kan erg lastig zijn, aangezien dementeerden erg lastig kunnen zijn en het veel energie kost. Het is zowel vermoeiend voor de dementeerde als de verzorger. Hierdoor worden regelmatig rustmomenten gepland. Mensen met dementie krijgen veel prikkels binnen, waardoor ze deze moeten verwerken. Het is belangrijk om de zintuigen van dementeerden te stimuleren, zoals dingen laten voelen en ruiken. Ook helpt het om foto's te laten zien in plaats van erover te spreken. Dementeerden hebben ook behoefte aan duidelijkheid en structuur. Hiervoor moet er duidelijk met diegene gepraat worden en is er een duidelijke dagindeling nodig. Gesprekken dienen kort en simpel gehouden te worden. Mensen met dementie herhalen vaak dingen van vroeger. Het is belangrijk om naar hun verhalen te luisteren en weinig te vragen, ook heb je het verhaal al vaak gehoord.

Er zijn ook dingen die je beter niet kunt doen, zoals corrigeren, hard praten, veel vragen stellen en doen alsof je vrolijk bent. Ook kun je beter niet te veel doen, iemand disrespectvol behandelen of praten over de persoon als deze erbij is.

In plaats daarvan is het belangrijk om te kijken wat iemand met dementie wel kan. Hierbij moet naar de fase gekeken worden. Mensen in een voorstadium kunnen bijvoorbeeld nog veel dingen zelfstandig doen, zoals versieringen maken, bloemschikken, kleinkinderen bezoeken, muziek luisteren, dagjes weggaan of de planten watergeven. In latere stadia kan het voorkomen dat mensen weinig meer kunnen doen. Hierdoor hebben ze begeleiding nodig van een verzorger of familielid. Toch kunnen ze begeleid nog activiteiten doen, zoals samen een wandeling maken, een fotoboek bekijken of spelletjes doen.

Video links

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Dementie&oldid=731179"