Mary Wollstonecraft: verschil tussen versies
(-werksjabloon, artikelen is (meer dan) 2 weken niet bewerkt) |
k (Categorie:Brits feminist verwijderd met HotCat) |
||
Regel 63: | Regel 63: | ||
[[Categorie:Brits schrijver]] |
[[Categorie:Brits schrijver]] |
||
[[Categorie:Brits filosoof]] |
[[Categorie:Brits filosoof]] |
||
− | [[Categorie:Brits feminist]] |
Versie van 9 nov 2020 19:13
Mary Wollstonecraft (Hoxton, 27 april 1759 – Londen, 10 september 1797) was een Engels schrijfster en filosofe. Wollstonecraft is een van de eerste voorvechters van vrouwenrechten. Ze schreef in 1792 A Vindication of the Rights of Woman, of in het Nederlands Een rechtvaardiging van de rechten van vrouwen. In dit pamflet claimt Wollstonecraft dat vrouwen dezelfde rechten als mannen hebben. Wollstonecraft was tevens de moeder van schrijfster Mary Shelley, die later Frankenstein schreef.
Wollstonecraft wordt zowel tot de verlichting als de romantiek gerekend. Ze werd in 1789 aangegrepen door de Franse Revolutie en geloofde in de idealen vrijheid en gelijkheid. De meeste revolutionairen waren echter mannen. Hoewel zij geloofden dat alle mannen dezelfde rechten zouden moeten hebben, vonden velen van hen dat dit niet voor vrouwen gold. Wollstonecraft kwam daarom ook in conflict met veel (mannelijke) revolutionairen, onder wie Jean-Jacques Rousseau.
Tijdens haar leven was Wollstonecraft een controversieel figuur. Ze leefde een onorthodox leven. Na haar dood op 38-jarige leeftijd liet ze vele niet voltooide documenten na. Deze werden uiteindelijk uitgegeven en opgepikt door het feminisme. Veel feministen in de 19e en 20e eeuw bewonderden haar en ze werd een van de vertegenwoordigers van die beweging.
Levensloop
Kinderjaren
Wollstonecraft werd geboren op 27 april 1759 nabij Londen. Ze was het tweede kind van Elizabeth Dixon en Edward John Wollstonecraft. De familie had een goed inkomen, maar haar vader gaf veel geld uit. Hierdoor maakte het gezin schulden en moest het gezin vaak verhuizen. Haar vader gaf uiteindelijk het geld dat Wollstonecraft zou erven aan de schuldeisers. Haar vader was daarnaast erg gewelddadig en in het gezin vond huiselijk geweld plaats. Wanneer hij dronken was, sloeg hij zijn vrouw. Als tiener lag Wollstonecraft nachtenlang voor de deur van haar ouders slaapkamer om haar moeder te beschermen. Daarnaast voedde ze haar twee jongere zusters op. Toen haar zus Eliza zwanger was en zeer ongelukkig, hielp Wollestonecraft haar vluchten. Dit liet zien dat Wollstonecraft de sociale normen van die tijd wilde veranderen. Haar zus kwam hierdoor in een sociaal isolement, moest hard werken en leefde in armoede.
Gedurende haar leven had Wollstonecraft twee goede vriendinnen. Als eerste was er Jane Arden, met wie ze veel boeken las. Ook woonde ze de lezingen van haar vader voor, die een wetenschapper en filosoof was. Haar andere vriendin was Fanny Blood. Fanny's familie heeft Wollstonecraft opgevoed. In 1778 verliet Wollstonecraft het ouderlijk huis en ging bij de weduwe Sarah Dawson wonen in Bath. Wollstonecraft kon het niet goed met haar vinden en in 1780 keerde ze terug naar huis. Haar moeder was ziek geworden en ze zorgde voor haar. Na haar moeders dood trok ze bij haar vriendin Fanny Blood in. Hoewel Fanny's familie traditioneler was dan zijzelf, vond ze het leuk daar.
Wollstonecraft droomde van een feministische utopie, waar zij samen met Fanny zou wonen. Ze maakten plannen voor het huren van kamers en groeiden op emotioneel vlak naar elkaar toe. Wollstonecraft stichtte een school om voor een inkomen te zorgen. Fanny trouwde echter en verhuisde naar Lissabon in Portugal. In 1785 liet Wollstonecraft de school achter zich.
Het genie
Na de dood van haar beste vriendin, werd Wollstonecraft een gouvernante voor de dochters van een rijke Engelse familie. Ze kon het echter niet vinden met de moeder van het gezin. Ook was ze teleurgesteld in de carrière-opties voor arme vrouw. Ze besloot haar carrière als gouvernante op te geven en ging een carrière als schrijver beginnen. Dit was erg uitzonderlijk voor die tijd. Er waren weinig vrouwen die succesvol in het schrijven waren. Aan haar zus Everina schreef ze dat ze the first of a new genius wilde worden. Ze verhuisde naar Londen, leerde Frans en Duits en begon met het vertalen van werken. Daarnaast schreef ze recensies van romans. Doordat ze werkte voor de uitgever Joseph Johnson, ontmoette ze veel bekende en belangrijke personen van die tijd. Tijdens diners ontmoette onder andere William Godwin en Thomas Paine. Grappig genoeg, vonden Godwin en Wollstonecraft elkaar de eerste keer niets, maar later zouden ze trouwen.
Wollstonecraft begon een relatie met de artiest Henry Fuseli. Hij was al getrouwd, maar dat maakte voor Wollstonecraft niets uit. Wollstonecraft stelde voor om samen te gaan wonen, maar Fuseli wees haar af. Na de breuk met Fuseli, besloot Wollstonecraft naar Frankrijk te gaan. Ze arriveerde in Frankrijk tijdens de Franse Revolutie en wilde daarin deelnemen. Op datzelfde moment publiceerde de Iers-Britse politicus Edmund Burke zijn bekende werk Reflections on the Revolution in France, waarin Burke de Franse Revolutie afwijst. Wollstonecraft verdedigde dit echter in haar werk A Vindication of the Rights of Men, dat rechtstreeks aan Burke gericht was. Wollstoncraft zag de Franse Revolutie als een kans om de maatschappij te veranderen. Wollstonecraft werd samen met Thomas Paine de bekendste verdedigers van de Franse Revolutie van die tijd.
Wollstonecraft in Frankrijk
La Terreur en eerste huwelijk
De val van Huis Stuart
Huwelijk met William Godwin
Overlijden
Na haar dood
Nalatenschap
Icoon
Stijl en ideeën
Didactische werken
Het grootste gedeelte van Wollstonecrafts werken hebben te maken met onderwijs. Ze schreef boeken over het onderwijs van kinderen, voornamelijk meisjes, en een eigen kinderboek. Haar kinderen heet Original Stories from Real Life (Originele Verhalen van het Echte Leven). Hierin komen thema's als eerlijkheid en discipline in voor. Wollstonecraft vond het belangrijk dat kinderen leerden met het verstand na te denken. Hiervoor greep ze terug op de ideeën van de Britse filosoof John Locke.
Ook in haar didactische werken is te merken dat ze onderwijs van meisjes goed vindt. Volgens Wollstonecraft zouden deze meisjes later goede echtgenotes en moeders worden. In haar Vindication of the Rights of Women, legde ze dit verder uit.
A Vindication of the Rights of Men
In 1790 schreef Wollstonecraft het pamflet Een rechtvaardiging van de mensenrechten. Hierin verdedigt ze de Franse Revolutie, met name de idealen ervan. Voorbeelden hiervan zijn de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van religie en de persvrijheid. Het pamflet was een reactie op het pamflet Reflections on the Revolution in France van de politicus en filosoof Edmund Burke. Burke wordt tegenwoordig gezien als de vader van het moderne conservatisme. Hij was tegen de Franse Revolutie. Dit betekende niet dat hij tegen de idealen van de revolutie was (Burke was bijvoorbeeld een groot voorstander van godsdienstvrijheid). Burke vond dat de veranderingen alleen veel te snel gingen. Volgens Burke kon je niet zulke grote veranderingen in zulke korte tijd invoeren. Dit zou namelijk leiden tot chaos (wat het uiteindelijk ook deed).
Wollstonecraft vond dat Burke te veel op traditie vertrouwde. In haar pamflet bekritiseerde ze Burkes ideeën. Ze zouden namelijk elkaar tegenspreken. Ook vond ze dat Burkes politieke opvattingen elkaar tegenspraken. Burke was een voorstander van de Amerikaanse Revolutie, maar niet van de Franse Revolutie. Ironisch genoeg waren deze op dezelfde ideeën gebaseerd. Wollstonecraft had vertrouwen in de nieuwe Franse regering en was positief over de veranderingen. Ze beschuldigde de Britse elite ook nog van de corruptie, overvloedige rijkdom en een slechte behandeling van armen.
A Vindication of the Rights of Women
Wollstonecraft schreef in 1792 het pamflet Een rechtvaardiging van de rechten van vrouwen. Dit pamflet wordt als één van de eerste feministische werken gezien. In de tijd dat Wollstonecraft leefde hadden vrouwen weinig rechten en werden eigenlijk als bezit gezien. Wollstonecraft vond echter dat vrouwen dezelfde rechten als mannen hadden. Wollstonecraft reageert in haar pamflet op (mannelijke) filosofen en politici, die vonden dat vrouwen geen opleiding nodig hadden. Veel mannelijke filosofen van de verlichting en de Franse Revolutie waren het hier ook mee eens. De Franse filosoof Jean-Jacques Rousseau is hier het bekendste voorbeeld van. Hij vond dat vrouwen ondergeschikt aan de man waren en altijd een man nodig hadden, aangezien ze voor zichzelf geen beslissingen konden nemen. Volgens Wollstonecraft kwam dit omdat vrouwen geen onderwijs krijgen. Door onderwijs te krijgen zouden vrouwen zich bewust worden van deze ongelijkheid en bovendien zelf beslissingen kunnen nemen.
Rousseau was volgens Wollstonecraft bang dat als vrouwen onderwijs kregen, zij meer op mannen zouden lijken en de mannen zouden overheersen. Wollstonecraft schreef:
I do not wish them to have power over men, but over themselves. |
Met andere woorden, Wollstonecraft vond dat door onderwijs te geven aan vrouwen, vrouwen zelfstandig en onafhankelijk zouden worden. Ze zouden in staat zijn beslissingen te nemen en hadden daar geen man voor nodig. Dit pamflet heeft later grote invloed gehad op het feminisme.