Romantiek (literatuur)
De romantiek is een stroming binnen de literatuur tussen grofweg 1800 en 1850. De romantiek is samen met het realisme, dat tussen 1850 en 1900 belangrijk was, de twee hoofdstromingen van de 19e eeuwse literatuur in Europa.
De romantiek was een reactie op de verlichting. Tijdens de verlichting stonden het verstand, de natuurwetenschappen en de maakbare wereld centraal. De romantiek gaat in plaats van het verstand uit van het gevoel en de emotie. Ook richt het zich meer op de cultuurwetenschappen en voornamelijk de geschiedenis. De romantiek was een vrij invloedrijke stroming binnen de literatuur. Waar schrijvers en dichters voorheen veel werken van hun voorgangers (voornamelijk de Oude Grieken) na-aapten, werd originaliteit in de romantiek het belangrijkste. Ook het sublieme, een gevoel van iets dat groots en onbevattelijk is, werd belangrijk.
In de romantiek werden onder meer de historische roman, het sprookje, het volksverhaal en de sage belangrijk. Men keerde zich vooral op de natuur en het verleden (voornamelijk de middeleeuwen). Dit was een manier om te ontsnappen uit de werkelijkheid van de Industriële Revolutie, die ook veel armoede met zich meebracht.
Belangrijke schrijvers
Enkele belangrijke schrijvers en dichters van de romantiek zijn:
- Hendrik Conscience, bekend van De leeuw van Vlaanderen.
- Alexandre Dumas, bekend van De drie Musketiers en De graaf van Monte-Cristo.
- Victor Hugo, bekend van De klokkenluider van de Notre-Dame.
- Mary Shelley, bekend van Frankenstein.