Gebruiker:Gerarddummer/zandbak: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 24: Regel 24:
 
In de zestiende eeuw had Libië geen centrale regering. De havens werden gebruikt door piraten. Spanje was even de baas in Tripoli maar wilde niet het hele land besturen. In 1538 was de piratenkoning Khair ad-Din de baas in Tripoli.
 
In de zestiende eeuw had Libië geen centrale regering. De havens werden gebruikt door piraten. Spanje was even de baas in Tripoli maar wilde niet het hele land besturen. In 1538 was de piratenkoning Khair ad-Din de baas in Tripoli.
   
In 1551 werden de Turken (toen beter bekend als de Ottomanen) de baas in Noord-Afrika. De Ottomanen profiteerden van de piraterij. De Ottomanen verdeelden Noord-Afrika (heette toen Barbarije) in drie provincies: Algiers, Tripoli en Tunis. Pasja's (Ottomaanse generaals) waren toen de baas. Die werden aangesteld door de [[Sultan]] van Constantinopel. Elke pasja had een goed getraind leger onder zijn hoede (Janitsaren heetten die).
+
In 1551 werden de Turken (toen beter bekend als de Ottomanen) de baas in Noord-Afrika. De Ottomanen profiteerden van de piraterij. De Ottomanen verdeelden Noord-Afrika (heette toen Barbarije) in drie provincies: Algiers, Tripoli en Tunis. Pasja's (Ottomaanse generaals) waren toen de baas. Die werden aangesteld door de [[Sultan]] van Constantinopel. Elke pasja had een goed getraind leger onder zijn hoede (Janitsaren genoemd). Na twee oorlogen met de Amerikanen (over de piraterij) werd Frankrijk in 1830 de baas in Algerije en Tunesië. Libië maakte toen nog onderdeel uit van het Ottomaanse rijk.
   
  +
===Italiaanse periode===
  +
Italië veroverde grote delen van Libië op de Ottomanen.
   
   
  +
Italië maakte gebruik van het verval van het Ottomaanse rijk en veroverde Tripolitania en Cyrenaica in 1911 op de Ottomanen. De Libiërs zelf kwamen nog in opstand, maar de Ottomaanse sultan stond Libië in 1912 af aan Italië bij de ondertekening van het Verdrag van Laussane. In het jaar daarop veroverde Italië ook Ghadames, Djebel, Fezzan en Muzruk. Na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog had Italië al haar troepen nodig in het moederland. De Libiërs kwamen in verschillende steden in opstand en er brak een burgeroorlog uit. De Italianen trokken zich terug in Tripoli, Dema en het kustgebied van Cyrenaica.
   
  +
Tijdens de Vredesconferentie van Parijs in 1919 ontving Italië geen voormalige Duitse kolonies. In plaats daarvan schonk Frankrijk Italië enkele gebieden in en rond de Sahara aan Italië. Deze gebieden werden onderdeel van Italiaans Libië Groot-Brittannië schonk Jubaland in Somalië aan de Italianen. Na veel discussie in de jaren twintig werd in 1935 het Mussolini-Lavalakkoord gesloten waarbij Italië de Aouzoustrook ontving. Deze werd toegevoegd aan Italiaans Libë.
In 1711 greep Ahmed Karamanli, een Ottomaanse cavalerie-officier de macht en daarmee begon de Karamanli-dynastie. Deze zou in totaal 124 jaar duren. In mei 1801 eiste pasha Yusuf Karamanli van de Verenigde Staten een verhoging van 83.000 dollar van het bedrag dat Amerika al betaalde om gevrijwaard te zijn van aanvallen van piraten. De Verenigde Staten gingen daar niet mee akkoord en de Amerikaanse marine blokkeerde haven van Tripoli. De Eerste Barbarijse Oorlog brak uit en het kwam tot gevechten met slachtoffers aan beide kanten. De Libiërs namen een aantal Amerikanen gevangen, maar hadden ook zelf veel nadelen van de blokkade. Op 3 juni 1805 werd de oorlog beëindigd door middel van een verdrag waarbij de Amerikaanse gevangenen weer vrij werden gelaten. De piraterij werd 2 jaar later weer opgepakt. De Verenigde Staten had de handen vol aan een conflict met Engeland en het duurde pas tot 1815 voordat zij actie kon ondernemen. Zij stuurde een floot naar Barbarije en dat was het begin van de Tweede Barbarijse Oorlog. De oorlog eindigde met een nederlaag voor de Barbarijse staten. In de jaren kwam er een totaal einde aan de piraterij, mede door toedoen van Engeland en Nederland.
 
 
Algerije en Tunesië kwamen vanaf 1830 in Franse handen. Libië bleef deel uitmaken van het Ottomaanse rijk, maar dit rijk zelf raakte steeds meer in verval. De Ottomaanse Turken leverden nog wel een gouverneur, maar los daarvan opereerde Libië bij tijd en wijlen als autonoom gebied.
 
 
   
  +
Het duurde pas tot het einde van de jaren twintig voordat Italië heel Libië onder controle had. Veel Libiërs boden namelijk verzet. Nadat Benito Mussolini in 1922 aan de macht was gekomen in Italië nam de onderdrukking van de Italianen toe. Maarschalk Rodolfo Graziani kreeg de opdracht het verzet ten koste van alles neer te slaan. Onder leiding van Omar Mukhtar, een senussi-sjeik, brak er in 1928 een totale opstand uit. De emigreerde reageerde krachtig en deporteerden bijvoorbeeld de hele bevolking van Jebel Akhdar om de opstandelingen de steun van de lokale bevolking te ontnemen. Na de gevangenneming van Mukhtar in 1931 en zijn daaropvolgende executie in Benghazi droogde het verzet op.
   
  +
Tussen 1920 en 1940 emigreerden ruim 150.000 Italianen naar Libië. Het was de bedoeling dat deze rond 1960 zou zijn uitgegroeid tot een kernbevolking van 500.000 "ventimilli". Vanaf het einde van de jaren dertig was het beleid er ook opgericht om de oorspronkelijke bevolking te laten opgaan in de Italiaanse bevolking. Het werd moslims toegestaan lid te worden van Nationaal Fascistische Partij. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende een relatief groot deel van de Arabische Libiërs in het Italiaanse leger.
   
  +
Tevens deden de Italianen er alles aan om Libië verder te ontwikkelen. Zij legden snelwegen en treinspoor aan. Ook haalde zij veel nieuwe industrieën naar Libië. De landbouw groeide snel en er werden overal riolen gelegd. Er werden ook een aantal nieuwe steden gesticht, vooral voor de Libische Italianen, maar ook voor de Arabieren.
   
 
==Taal==
 
==Taal==

Versie van 10 apr 2011 07:33

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Staat Libië
دولة ليبيا

Libische vlagLibisch wapen
Libya (Libya centered; orthographic projection).svg

Hoofdstad Tripoli
Aantal inwoners 6.959.000 (2021)
Oppervlakte 1.759.540 km²
Regeringsvorm Parlementaire republiek (overgangsregering)
Staatshoofd Mohamed al-Menfi (sinds 2021)
Godsdienst Islam (97%)
Christendom (2,7%)
Overig/geen (0,3%)
Taal Arabisch (اللغة العربية)
Munteenheid Libische dinar
Volkslied Libië, Libië, Libië
Landcode LY

Libië is een land in Afrika. De hoofdstad is Tripoli.

Geschiedenis

In de romeinse tijd lag in Libië de stad Leptis Magna. Ooit was dit de 2e stad van het romeinse rijk. Nu bestaat de stad alleen nog uit ruïnes.


Prehistorie

Er woonden in Libië zo'n tienduizend jaar geleden al mensen. Aan de kust woonden herders en later boeren. Dat gebeurde niet alleen in Libië maar in alle landen aan de Middellandse Zee. In het zuiden van Libië was toen een savanne. Daar leefden herders en jagers. Zo'n tweeduizend jaar geleden werd de woestijn groter. De savanne verdween. De mensen die er toen woonden vetrokken naar Soedan.

De Berbers waren de eerste inwoners van Libië.

Oudheid

De oude Grieken dachten dat Libië het hele continent Afrika was samen met Egypte. De Grieken waren de baas in een groot deel van Libië. Na de Grieken waren de Romeinen de baas in Libië. Het was toen een Romeinse provincie met de naam: Africa proconsularis. In de Romeinse tijd was Libië rijk. Een belangrijke stad in die tijd was Leptis Magna. De stad lag ook aan de Middellandse Zee. In Libië gingen toen veel ambachtslieden en handelaren uit het Romeinse Rijk wonen. Je vindt in Libië nu veel ruïnes uit de Romeinse tijd. Bijvoorbeeld Leptis Magna. In de Romeinse tijd waren er forums, markten en badhuizen gebouwd.

Vroege moslimperiode

In de zevende eeuw werd het oosten van Libië (Cyrenaica) door de Arabieren veroverd. De islam werd toen een belangrijke godsdienst in Libië. Libië maakte toen deel uit van het Arabische Rijk. Emirs waren toen de baas in Libië. In 1050 vielen groepen bedoeïen Libië aan. De bedoeïen kwamen uit Opper-Egypte. Zij maakten veel kapot.

Ottomaanse rijk

In de zestiende eeuw had Libië geen centrale regering. De havens werden gebruikt door piraten. Spanje was even de baas in Tripoli maar wilde niet het hele land besturen. In 1538 was de piratenkoning Khair ad-Din de baas in Tripoli.

In 1551 werden de Turken (toen beter bekend als de Ottomanen) de baas in Noord-Afrika. De Ottomanen profiteerden van de piraterij. De Ottomanen verdeelden Noord-Afrika (heette toen Barbarije) in drie provincies: Algiers, Tripoli en Tunis. Pasja's (Ottomaanse generaals) waren toen de baas. Die werden aangesteld door de Sultan van Constantinopel. Elke pasja had een goed getraind leger onder zijn hoede (Janitsaren genoemd). Na twee oorlogen met de Amerikanen (over de piraterij) werd Frankrijk in 1830 de baas in Algerije en Tunesië. Libië maakte toen nog onderdeel uit van het Ottomaanse rijk.

Italiaanse periode

Italië veroverde grote delen van Libië op de Ottomanen.


Italië maakte gebruik van het verval van het Ottomaanse rijk en veroverde Tripolitania en Cyrenaica in 1911 op de Ottomanen. De Libiërs zelf kwamen nog in opstand, maar de Ottomaanse sultan stond Libië in 1912 af aan Italië bij de ondertekening van het Verdrag van Laussane. In het jaar daarop veroverde Italië ook Ghadames, Djebel, Fezzan en Muzruk. Na de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog had Italië al haar troepen nodig in het moederland. De Libiërs kwamen in verschillende steden in opstand en er brak een burgeroorlog uit. De Italianen trokken zich terug in Tripoli, Dema en het kustgebied van Cyrenaica.

Tijdens de Vredesconferentie van Parijs in 1919 ontving Italië geen voormalige Duitse kolonies. In plaats daarvan schonk Frankrijk Italië enkele gebieden in en rond de Sahara aan Italië. Deze gebieden werden onderdeel van Italiaans Libië Groot-Brittannië schonk Jubaland in Somalië aan de Italianen. Na veel discussie in de jaren twintig werd in 1935 het Mussolini-Lavalakkoord gesloten waarbij Italië de Aouzoustrook ontving. Deze werd toegevoegd aan Italiaans Libë.

Het duurde pas tot het einde van de jaren twintig voordat Italië heel Libië onder controle had. Veel Libiërs boden namelijk verzet. Nadat Benito Mussolini in 1922 aan de macht was gekomen in Italië nam de onderdrukking van de Italianen toe. Maarschalk Rodolfo Graziani kreeg de opdracht het verzet ten koste van alles neer te slaan. Onder leiding van Omar Mukhtar, een senussi-sjeik, brak er in 1928 een totale opstand uit. De emigreerde reageerde krachtig en deporteerden bijvoorbeeld de hele bevolking van Jebel Akhdar om de opstandelingen de steun van de lokale bevolking te ontnemen. Na de gevangenneming van Mukhtar in 1931 en zijn daaropvolgende executie in Benghazi droogde het verzet op.

Tussen 1920 en 1940 emigreerden ruim 150.000 Italianen naar Libië. Het was de bedoeling dat deze rond 1960 zou zijn uitgegroeid tot een kernbevolking van 500.000 "ventimilli". Vanaf het einde van de jaren dertig was het beleid er ook opgericht om de oorspronkelijke bevolking te laten opgaan in de Italiaanse bevolking. Het werd moslims toegestaan lid te worden van Nationaal Fascistische Partij. Tijdens de Tweede Wereldoorlog diende een relatief groot deel van de Arabische Libiërs in het Italiaanse leger.

Tevens deden de Italianen er alles aan om Libië verder te ontwikkelen. Zij legden snelwegen en treinspoor aan. Ook haalde zij veel nieuwe industrieën naar Libië. De landbouw groeide snel en er werden overal riolen gelegd. Er werden ook een aantal nieuwe steden gesticht, vooral voor de Libische Italianen, maar ook voor de Arabieren.

Taal

In Libië spreken ze veel Arabisch. Dat is dan ook de oficiele taal. Maar er wordt natuurlijk ook wel Engels gesproken.

Toerisme

In Libië is amper toerisme. Laat staan dat je er een grote badplaats vind als bijvoorbeeld Torremolinos !


Klimaat

Libië ligt tussen de Middellandse Zee en de Sahara. Dat betekent dat een groot deel van Libië een woestijn is. In een woestijn is het overdag heel heet en 's nachts weer heel koud. Overdag kan het wel dertig tot vijftig graden Celsius worden. De kust van Libië ligt aan de Middellandse Zee. Het klimaat heet daar een mediterraan klimaat.

Voedsel

Typisch voedsel uit Libië is:

  • asida,
  • bazeen
  • usban

Asida eten ze in Arabische landen. Het is gemaakt van tarwemeel, deeg met boter of honing. Het lijkt een beetje op brei of pap. Je eet het met de hand zonder bestek. Het wordt gegeten op feestdagen die te maken hebben met de islam. Bijvoorbeeld tijdens mawlid-an-Nabien het Suikerfeest. Asida wordt ook gegeten tijdens ceremonies (belangrijke gebeurtenissen) die te maken hebben met de geboorte van een baby.

Bazeen wordt gemaakt van gerst. Je eet het tijdens de lunch op vrijdag. Je kunt het eten met verschillende soorten vlees. De gerst meng je met tarwebloem. Het meel kook je in zout water. Je maakt van de deeg een ronde, gladde koepel. Daarover doe je tomatensaus. Om de koepel leg je aardappelen en gekookte eieren.

Usban is worst gemaakt van schapenvlees, rundervlees of kamelenvlees.

Fotogallerij



  1. klimaat: wat voor klimaat heeft het land? Is het een zeeklimaat of een landklimaat. Wat betekent dat precies voor het land?
  2. Voedsel: wat eten en drinken mensen in het land? Lijkt het eten heel erg op het eten in Nederland? Of is het heel anders? Eten ze net zo laat als in Nederland? En ook drie keer per dag?
  3. Geschiedenis: de geschiedenis van een land, provincie of plaats is heel interessant. Je kunt hier zo veel over vertellen. Wanneer is een plaats ontstaan, wie woonden er als eerste, hoe komt de plaats aan zijn naam, waarom heten straatnamen zoals ze heten, zijn er belangrijke families geweest, waren er oorlogen, was de stad altijd al zo groot, …teveel om op te noemen.


  4. Economie: waarmee verdienen de mensen hun geld? Is het een klein dorp met veel boerderijen (wat voor boerderijen dan precies)? Of is het een grote stad (met universiteiten en grote winkelcentrums)? Zijn de mensen rijk of arm? Is het geld ook eerlijk verdeeld? Of hebben sommige mensen alles en anderen helemaal niets? Of leven heel veel mensen van het toerisme?
  5. Politiek: is één iemand de baas in het land of hebben de mensen het voor het zeggen? Zijn er politieke partijen? Is er een president of een koningshuis? En hoe worden de verkiezingen georganiseerd?
  6. Bevolking:Wat voor soort mensen wonen er? Wonen er heel veel verschillende soorten mensen? Leven de mensen vredig naast elkaar? Of kunnen ze niet goed met elkaar opschieten?
  7. Geloof: wat geloven de mensen? Zijn het christenen, moslims of hebben ze nog een ander geloof? Zie je ook wat het geloof voor de mensen betekent in het dagelijks leven?
  8. Afbeeldingen: gebruik foto’s, of zelfgemaakte tekeningen om te laten zien hoe het land, de provincie of de plaats eruit ziet. Gebruik alleen foto’s die vrij zijn om te gebruiken.
  9. Nog meer informatie: Ken je een boek of website dat ook over het onderwerp gaat? Neem die hier dan op.
Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Gebruiker:Gerarddummer/zandbak&oldid=180050"