Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 62: | Regel 62: | ||
* Venezuela |
* Venezuela |
||
}} |
}} |
||
− | : |
+ | : Ondanks de centrale rol van de Canadees John Peters Humphrey, onthield de Canadese regering zich aanvankelijk van stemming over het ontwerp van de verklaring, maar stemde later in de Algemene Vergadering voor het definitieve ontwerp. |
Acht landen onthielden zich van stemming: |
Acht landen onthielden zich van stemming: |
||
{{Sjabloon:Kolommen3|Kolom1= |
{{Sjabloon:Kolommen3|Kolom1= |
Versie van 8 sep 2022 10:42
Werk in uitvoering! Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt. Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren. De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel. Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken. |
Dit artikel is nog niet af. |
De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) is een internationaal document dat is aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en waarin de rechten en vrijheden van alle mensen zijn vastgelegd. Opgesteld door een VN- comité onder voorzitterschap van Eleanor Roosevelt, werd het door de Algemene Vergadering aanvaard als resolutie 217 tijdens haar derde zitting op 10 december 1948 in het Palais de Chaillot in Parijs, Frankrijk. Van de 58 leden van de Verenigde Naties destijds stemden 48 voor, geen tegen, acht onthielden zich en twee stemden niet.
Een fundamentele en belangrijke tekst in de geschiedenis van de mensenrechten en burgerrechten, de Verklaring bestaat uit 30 artikelen die de "basisrechten en fundamentele vrijheden" van een individu (persoon) beschrijven en hun universele karakter bevestigen als nauw verbonden, onvervreemdbaar en van toepassing op alle mensen. Aangenomen als een "gemeenschappelijke prestatienorm voor alle volkeren en alle naties", verplicht de UVRM naties om alle mensen te erkennen als "vrij geboren en gelijk in waardigheid en rechten", ongeacht "nationaliteit, woonplaats, geslacht, nationale of etnische (tot een volk behorend) afkomst, huidskleur, religie, taal of enige andere status". De Verklaring wordt beschouwd als een "mijlpaaldocument" vanwege zijn "universele taal", die geen verwijzing maakt naar een bepaalde cultuur, politiek systeem of religie. Het inspireerde direct de ontwikkeling van de internationale mensenrechtenwetgeving en was de eerste stap in de formulering van de International Bill of Human Rights, die in 1966 werd voltooid en in 1976 in werking trad.
Hoewel de UVRM niet juridisch bindend is, is de inhoud van de UVRM uitgewerkt en opgenomen in latere internationale verdragen, regionale mensenrechteninstrumenten en nationale grondwetten en juridische codes.
Alle 193 lidstaten van de Verenigde Naties hebben ten minste één van de negen bindende verdragen bekrachtigd die door de Verklaring zijn beïnvloed, en de overgrote meerderheid heeft er vier of meer bekrachtigd. Hoewel er een brede overeenstemming is dat de verklaring zelf niet-bindend is en geen deel uitmaakt van het internationaal gewoonterecht, is er ook een overeenstemming dat veel van de bepalingen ervan bindend zijn en zijn omgezet in internationaal gewoonterecht, hoewel rechtbanken in sommige landen restrictiever (beperkend) zijn op het juridische effect ervan. Ondanks dat heeft de UVRM de juridische, politieke en sociale ontwikkelingen op zowel mondiaal als nationaal niveau beïnvloed, waarvan het belang gedeeltelijk wordt bewezen door zijn 530 vertalingen, de meeste van alle documenten in de geschiedenis.
De 48 landen die voor de Verklaring hebben gestemd zijn:
- Ondanks de centrale rol van de Canadees John Peters Humphrey, onthield de Canadese regering zich aanvankelijk van stemming over het ontwerp van de verklaring, maar stemde later in de Algemene Vergadering voor het definitieve ontwerp.
Acht landen onthielden zich van stemming:
Twee landen hebben niet gestemd:
- Honduras
- Jemen
De meerderheid van de huidige VN-lidstaten kreeg soevereiniteit en trad later toe tot de organisatie, wat verantwoordelijk is voor het relatief kleine aantal staten dat historisch stemrecht heeft.