Voetbal: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
Regel 1: Regel 1:
 
.[[Bestand:FIFI - voetbalveld.jpg|alt=|miniatuur|305x305px|Het voetbalveld]]
[[File:Football iu 1996.jpg|300px|thumb|right|Voetballer in actie voor het doel.]]
 
'''Voetbal''' is een heel populaire [[balsport]]. het gaat erom dat je de bal in het doel schiet bij jouw tegenstander.
 
 
Bij voetbal heb je nodig: twee teams, een bal, een veld met doelen en lijnen, een scheidsrechter, een grensrechter en doelen. Natuurlijk zijn er ook regels om het goed te kunnen spelen. Voetbal is voor alle geslachten en voor jong en oud.
 
 
{{Inhoud links}}
 
Bij voetbal mag de bal met ieder deel van het [[lichaam]] gespeeld worden, behalve met de armen en handen. Alleen de keeper (de speler die op doel staat) mag de bal in de handen pakken. Als een andere speler de bal expres met de handen aanraakt dan komt er een vrije [[trap]] en kan je van de scheidsrechter in het hogere voetbal een gele of rode kaart krijgen. Als je een rode kaart krijgt, mag je in die wedstrijd niet meer meevoetballen.
 
En daarna gaan ze er over na denken hoe veel wedstrijden niet meer mee mag doen en dat geld ook voor twee gele kaarten. Soms moet je voor een gele of rode kaart een boete betalen.
 
[[Bestand:FIFI - voetbalveld.jpg|alt=|miniatuur|305x305px|Het voetbalveld]]
 
 
[[Bestand:Matt_Reis_Carlos_Ruiz_yellow_card.jpg|thumb|150px|left|Scheidsrechter deelt gele kaart uit aan speler]]
 
[[Bestand:Matt_Reis_Carlos_Ruiz_yellow_card.jpg|thumb|150px|left|Scheidsrechter deelt gele kaart uit aan speler]]
   

Versie van 31 mrt 2020 12:24

.

Het voetbalveld
Scheidsrechter deelt gele kaart uit aan speler

Voetbalveld

Een normaal voetbalveld heeft als afmeting 108-120 meter bij 64-75 meter. De middencirkel heeft dan een straal van 9,15 meter. Een doel is 7,32 meter breed, 2,44 meter hoog en de penaltystip bevindt zich op 11 meter voor de doellijn. Ook heeft een voetbalveld 2 doelen. Deze hebben een afmeting van ongeveer 7,4 meter. Alle voetbalteams vanaf de D-pupillen voetballen op zo'n veld. Als je bij de F'jes of de E'tjes speelt, dan voetbal je op de helft van dit veld. De doeltjes zijn ook kleiner bij deze teams.

Scheidsrechter

De scheidsrechter is er dus om de regels in de gaten te houden. Als je je niet aan de regels houdt, fluit de scheidsrechter en geeft een vrije trap aan de andere ploeg. Een scheidsrechter heeft dus een fluitje, dat heeft hij om te fluiten als er een overtreding is gemaakt door een speler (een overtreding is als een speler iets doet wat niet mag). De scheidsrechter heeft twee soorten kaarten, een gele kaart en een rode kaart. Bij een gele kaart krijg je een waarschuwing, en als je nog een gele kaart krijgt in dezelfde wedstrijd krijg je een rode kaart en moet je het veld af. Je kunt ook in 1 keer een rode kaart krijgen, dan moet je dus ook het veld verlaten. Als de bal bij de keeper plat op de hand ligt betekent dit al dat deze de bal klem heeft. Je hoeft dus niet per se twee handen op de bal te hebben!

Grensrechter

Grensrechter of assistent-scheidsrechter

Je hebt ook een grensrechter (of assistent-scheidsrechter). Daarvan zijn er per wedstrijd twee, die ieder een half veld bestrijken: de ene de ene helft, en zijn collega aan de overkant de andere helft. Een grensrechter loopt langs de zijlijn van het veld en kijkt of de bal binnen de lijnen van het voetbalveld blijft. Als de bal over de lijn gaat steekt de grensrechter zijn vlag omhoog. Hij wijst dan naar de ploeg die de bal uit schoot. Ook kijkt de grensrechter of iemand buitenspel staat. Als dat zo is dan gaat ook dan weer de vlag omhoog. En ze kijken ook of het wel of niet een vrije trap of overtreding is.

Spelers

Een voetbalteam bestaat uit elf spelers. Als je bij de F-pupillen of E-pupillen speelt, speel je met zeven spelers. Het doel van het spel is om de bal met de voet of met het hoofd in het doel van de tegenpartij te krijgen. Behalve voor de keeper is het verboden de bal met de handen aan te raken. De spelers hebben ook een eigen plaats. Dat heet de opstelling. Als een speler in de verdediging zit, dat heet verdediger!

Kleding

Je hebt als speler een tenue nodig. Hier bestaat een tenue uit: een shirt van je club, een broek en kousen, allemaal van je club. Als je gaat trainen mag je zelf voetbalkleding aantrekken. Je moet scheenbeschermers en voetbalschoenen hebben. Scheenbeschermers voor als je tegen je schenen wordt getrapt.

Keeper

Als keeper (of doelverdediger) sta je in het doel. Als voetbalkeeper ben je de baas van het doel. Als een speler op je af komt moet je proberen uit te komen. Je moet dan proberen de bal te pakken met je handen. Keepers zijn de enigen op het veld die de bal in hun handen mogen hebben. Als een andere speler dat doet kan hij/zij gestraft worden door de scheidsrechter. Als iemand van zijn eigen team naar hem passt dan mag de keeper niet met zijn hand de bal aanraken. Maar als een teamgenoot de bal naar zijn keeper kopt dan mag de keeper wel de bal in zijn handen pakken.

Keeper of doelverdediger

Kleding voor keepers

Je hebt ook speciale keeperskleren. Je hebt een keepersbroek nodig. Daar zit schuim in de stof bij je heupen en bij je knieën. De heupen en knieën zijn dan beschermd. Je kan ook een kort broekje aan doen. Daar zit schuim in de stof alleen bij de heupen. Je hebt ook een keepersshirt. Bij het shirt zit het schuim bij de ellebogen, door het schuim worden de ellebogen beschermd. Het tenue van de keeper heeft vaak een andere kleur dan zijn teamgenoten. Het meest belangrijke zijn de keepershandschoenen. Door de keepershandschoenen heb je beter grip op de bal, en kun je dus beter de bal vastpakken. Sommige keepers doen op de handschoenen water, zodat het nog stroever wordt. Als de bal hard aan komt heb je meer bescherming voor je handen. Zoals de spelers heb je zelf ook scheenbeschermers om.

Je moet de bal goed klem hebben, dan weet je zeker dat je de bal hebt. Als keeper moet je niet bang voor de bal zijn. Dan laat je de bal sneller door als de bal hard aankomt. Je moet ook durven duiken, als je duikt kan je ver naar een van de hoeken.

Wereldkampioenschap

Het WK is een voetbaltoernooi. Om de 4 jaar wordt het gehouden. Als er weer een WK aankomt dan beginnen alle landenteams 2 jaar van te voren de WK-kwalificatiewedstrijden te spelen. De eerste (en enkele van de sterkste tweede landen) uit de poule mogen dan spelen op het WK. Bij een WK-toernooi kan je een beker winnen. De kwalificatiewedstrijden zijn verdeeld over de werelddelen. Europese landenteams, Aziatische landenteams of Afrikaanse en van nog andere werelddelen spelen tegen elkaar.

Het WK 2014 is voor de vierde keer gewonnen door Duitsland. Argentinië werd tweede. Nederland veroverde de derde plek. Het aankomende WK wordt gehouden in Rusland, in 2018.

Europees Kampioenschap

Het Europees kampioenschap voetbal (EK) wordt sinds 1960 elke vier jaar gehouden. Eén keer werd Nederland kampioen, in 1988. In 2012 werd het EK gehouden in Polen en Oekraïne. De winnaar was toen Spanje, dat in een teleurstellende wedstrijd (het krachtsverschil was veel te groot) tegen Italië met 4-0 won. In 2016 wordt het gehouden in Frankrijk.

Geschiedenis

Wanneer het voetbal is ontstaan, is niet precies bekend. Al eeuwen terug werd het spel beoefend in Schotland. Er werd niet gespeeld met een bal, maar met de hoofden van vrijgezellen!

In de 19de eeuw werd het voetbal voor het eerst aan spelregels gebonden en de eerste voetbalbond, die een competitie organiseerde, was die van Engeland. Daar ontstond ook voor het eerst beroepsvoetbal. De Engelsen voelden zich zo superieur, dat ze niet eens de moeite namen met een nationaal team tegen andere landen te voetballen. Wel stak af en toe een Engels amateurteam naar Europa over, en dat was dan meestal nog te sterk. Maar toch won Nederland (toen ook nog amateurs) in 1913 met 2-1 van Engeland. Deze "heldendaad" werd tot de invoering van het betaalde voetbal (1954) nog als de grootste prestatie van het Nederlandse voetbal gezien.

De oudste voetbalclub van Nederland is UD uit Deventer (opgericht 1875), gevolgd door HFC uit Haarlem (1879).

Telkens was het weer een ander land, dat in de loop van de jaren de toon aangaf in het internationale voetbal. Vaak landen, die later helemaal niets meer voorstelden! Rond 1900, tot aan de Eerste Wereldoorlog, was dat naast Engeland vooral Denemarken. Dat was voor andere landen nagenoeg onverslaanbaar. In de Jaren 20 van de 20ste eeuw waren het Zuid-Amerikaanse landen, die domineerden, vooral Uruguay (olympisch kampioen 1924 en 1928 en wereldkampioen 1930). In de Jaren 30 werd het Oostenrijkse "Wunderteam" (wonderelftal) beschouwd als het allerbeste, alhoewel het twee keer naast de wereldtitel greep. Die ging zowel in 1934 als in 1938 naar Italië.

Dat het niet altijd de sterkste landen zijn, die wereldkampioen voetbal worden, blijkt heel vaak. In de Jaren 50 was Hongarije onbetwist het sterkst. Volgens sommigen was er nooit een beter team dan dat van de "Magische Magyaren" (Hongaren) met beroemde spelers als Puskas, Hidegkuti, Kocsis en Czibor. Maar toch ging de overwinning in de finale van het WK-1954 naar West-Duitsland. De Hongaarse opstand van 1956 maakte een einde aan het Hongaarse sprookje.

Brazilië was het volgende land dat als "beste ooit" werd beschouwd. Met spelers als (de 17-jarige) Pelé, Didi, Vava, Garrincha won het de WK-finale in 1958.

Halverwege de Jaren 60 was Italië met zijn clubs Inter en AC Milan (Europacupwinnaars in 1963, 64 en 65) en geweldige spelers als Sandro Mazzola en Gianni Rivera het land dat op zeker het WK van 1966 zou winnen. Het werd echter een smadelijke afgang toen het door het nietige Noord-Korea al in de poulefase werd uitgeschakeld.

Toen kwam Nederland opzetten na de vier achtereenvolgende Europacupoverwinningen van Feyenoord en Ajax (1970-73). Nederland had onder leiding van coach Rinus Michels het "totaalvoetbal" uitgevonden. In Johan Cruijff had het de beste voetballer aller tijden in zijn gelederen. Maar de finale van het WK-1974 tegen West-Duitsland ging desondanks verloren. Het leverde een trauma op, dat bij sommige Nederlanders af en toe nog opspeelt.

Argentinië was het volgende land dat internationaal aan de weg timmerde. Die hadden de grote ster Maradona tot hun beschikking. Het won het WK van 1986. Brazilië (al 3 keer eerder winnaar) legde in 1994 en 2002 beslag op het WK. Het Braziliaanse voetbalfenomeen in die tijd was Ronaldo (niet te verwarren met de Portugese sterspeler die nu voor Real Madrid uitkomt).

Ook Nederland drong tot ieders verrassing weer eens (eerder in 1974 en 1978) door tot de finale van een WK, dat van 2010, en het had maar een haar gescheeld, of Oranje had nog gewonnen ook. De Spanjaarden hadden een verlenging en een man meer nodig om de overwinning te grijpen.

Externe links

Opdracht


Spelletje


Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Voetbal&oldid=604373"