Rijksbegroting: verschil tussen versies
k |
k |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
[[Bestand:Aanbieden koffertje Tweede Kamer.jpg|miniatuur|Aanbieden van het koffertje in de [[Tweede Kamer]] door toenmalig [[minister van Financiën]] Dijsselbloem.]] | [[Bestand:Aanbieden koffertje Tweede Kamer.jpg|miniatuur|Aanbieden van het koffertje in de [[Tweede Kamer]] door toenmalig [[minister van Financiën]] Dijsselbloem.]] | ||
− | De '''rijksbegroting''' is een uitgebreid document waarin de financiën van de staat jaarlijks | + | De '''rijksbegroting''' is een uitgebreid document waarin de financiën van de staat jaarlijks staan vermeld. In dit document staan de [[begroting]]en waarin de ontvangsten en uitgaven per begrotingshoofdstuk staan aangegeven. Het gaat hierbij om de plannen van de verschillende ministeries en daarbij wat de desbetreffende minister aangeeft wat die plannen gaan kosten. |
− | Elk jaar presenteert de [[minister van Financiën]] op [[Prinsjesdag]] (derde dinsdag van september) de | + | De rijksbegroting wordt in de volksmond ook wel de miljoenennota (ook wel: miljardennota) genoemd, formeel de "Nota over de toestand van 's Rijks Financiën". Toch bestaat er een verschil tussen de rijksbegroting en de miljoennota: de miljoennota is eigenlijk alleen de uitleg die bij de rijksbegroting wordt gevoegd en dus niet de rijksbegroting zelf. |
+ | |||
+ | Elk jaar presenteert de [[minister van Financiën]] op [[Prinsjesdag]] (derde dinsdag van september) de rijksbegroting aan de [[Tweede Kamer]]. Dit gebeurt in het welbekende koffertje. Het pakket van plannen wordt vervolgens in de Tweede Kamer besproken. De leden van de Tweede Kamer mogen er dan commentaar op leveren en eventueel een tegenbegroting indienen. Eventueel kan de begroting dan worden bijgesteld. Tijdens deze bespreking wordt ook de algehele economie van het land besproken en gekeken wat de invloed van de plannen op de burgers en het bedrijfsleven zal zijn. Naast de uitgaven (voor de plannen) wordt er ook gekeken wat er al is uitgegeven en wat er nog moet gebeuren. Ook wordt er naar de eigen bezittingen gekeken (goudvoorraad en dergelijke) en de inkomsten uit belastingen. Er kan gekozen worden voor het verhogen van de belastingen om zo meer geld binnen te krijgen. Dat zal de belastingbetaler natuurlijk niet leuk vinden, want die moet ook op zijn of haar huishoudportemonnee letten en zien rond te komen. | ||
==Ter vergelijking== | ==Ter vergelijking== | ||
Regel 12: | Regel 14: | ||
Een belangrijk verschil tussen je eigen spaarpot of de huishoudportemonnee, is dat eigenlijk alle overheden schulden maken om grote uitgaven te kunnen doen. De totale schuld van een overheid heet ook wel de [[staatsschuld]]. | Een belangrijk verschil tussen je eigen spaarpot of de huishoudportemonnee, is dat eigenlijk alle overheden schulden maken om grote uitgaven te kunnen doen. De totale schuld van een overheid heet ook wel de [[staatsschuld]]. | ||
− | Deze uitgaven zijn vaak in het belang van de [[maatschappij]], zoals een [[investering]] om [[spoorweg]]en aan te leggen of om maatschappelijke problemen op te lossen (denk aan de [[stikstofcrisis]] of de [[toeslagenaffaire]]). Als overheden deze uitgaven niet zouden doen, dan zou dat ten koste gaan van de maatschappij. Een overheid moet deze schulden echter wel in toom houden: zodra een overheid veel schulden maakt, moet zij meer [[rente]] daarover betalen. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de belastingbetaler van wie de overheid vaak meer geld vraagt om haar schulden af te kunnen lossen | + | Deze uitgaven zijn vaak in het belang van de [[maatschappij]], zoals een [[investering]] om [[spoorweg]]en aan te leggen of om maatschappelijke problemen op te lossen (denk aan de [[stikstofcrisis]] of de [[toeslagenaffaire]]). Als overheden deze uitgaven niet zouden doen, dan zou dat ten koste gaan van de maatschappij. Een overheid moet deze schulden echter wel in toom houden: zodra een overheid veel schulden maakt, moet zij meer [[rente]] daarover betalen. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de belastingbetaler van wie de overheid vaak meer geld vraagt om haar schulden af te kunnen lossen. |
− | Als het slecht gaat met de [[economie]], is het ook niet onverstandig als een overheid schulden maakt. Dat geld kan de overheid namelijk gebruiken om ervoor te zorgen dat burgers meer geld te besteden hebben, zodat de economie weer wordt aangewakkerd. Een goed voorbeeld daarvan zijn de steunpakketten voor burgers en [[ondernemer]]s tijdens de [[COVID-19-pandemie|coronacrisis]]. In goede economische tijden kan de overheid die schulden aflossen door hogere [[belasting]]en in te voeren. | + | Als het slecht gaat met de [[economie]], is het ook niet onverstandig als een overheid schulden maakt. Dat geld kan de overheid namelijk gebruiken om ervoor te zorgen dat burgers meer geld te besteden hebben, zodat de economie weer wordt aangewakkerd. Een goed voorbeeld daarvan zijn de steunpakketten voor burgers en [[ondernemer]]s tijdens de [[COVID-19-pandemie|coronacrisis]]. In goede economische tijden kan de overheid die schulden aflossen door hogere [[belasting]]en in te voeren of minder geld uit te geven aan inkomenssteun (belastingkortingen, [[toeslag]]en en [[uitkering]]en). |
[[Categorie:Economie]] | [[Categorie:Economie]] |
Huidige versie van 9 mrt 2025 om 00:31
De rijksbegroting is een uitgebreid document waarin de financiën van de staat jaarlijks staan vermeld. In dit document staan de begrotingen waarin de ontvangsten en uitgaven per begrotingshoofdstuk staan aangegeven. Het gaat hierbij om de plannen van de verschillende ministeries en daarbij wat de desbetreffende minister aangeeft wat die plannen gaan kosten.
De rijksbegroting wordt in de volksmond ook wel de miljoenennota (ook wel: miljardennota) genoemd, formeel de "Nota over de toestand van 's Rijks Financiën". Toch bestaat er een verschil tussen de rijksbegroting en de miljoennota: de miljoennota is eigenlijk alleen de uitleg die bij de rijksbegroting wordt gevoegd en dus niet de rijksbegroting zelf.
Elk jaar presenteert de minister van Financiën op Prinsjesdag (derde dinsdag van september) de rijksbegroting aan de Tweede Kamer. Dit gebeurt in het welbekende koffertje. Het pakket van plannen wordt vervolgens in de Tweede Kamer besproken. De leden van de Tweede Kamer mogen er dan commentaar op leveren en eventueel een tegenbegroting indienen. Eventueel kan de begroting dan worden bijgesteld. Tijdens deze bespreking wordt ook de algehele economie van het land besproken en gekeken wat de invloed van de plannen op de burgers en het bedrijfsleven zal zijn. Naast de uitgaven (voor de plannen) wordt er ook gekeken wat er al is uitgegeven en wat er nog moet gebeuren. Ook wordt er naar de eigen bezittingen gekeken (goudvoorraad en dergelijke) en de inkomsten uit belastingen. Er kan gekozen worden voor het verhogen van de belastingen om zo meer geld binnen te krijgen. Dat zal de belastingbetaler natuurlijk niet leuk vinden, want die moet ook op zijn of haar huishoudportemonnee letten en zien rond te komen.
Ter vergelijking
Net als bij je spaarpot of de huishoudportemonnee moet je kijken wat wel en wat niet kan. Als je een mooi ding hebt gezien wat je graag wilt kopen, dan moet je daar wel genoeg geld voor in je spaarpot hebben zitten. Kom je geld tekort, dan zou je van je ouders geld kunnen lenen om het toch te kopen. Dan krijg je echter wel een schuld bij je ouders. Zit er niet genoeg in je spaarpot, dan heb je zeg maar een (begrotings)tekort en je kunt je plan niet uitvoeren zonder de hulp van je ouders.
Een overheid kan ook geld lenen. Dit doet ze door staatsobligaties uit te geven. Dat neemt niet weg dat er dan nog steeds een begrotingstekort is. Als die leenmogelijkheid er niet was, dan zouden delen van de plannen niet door kunnen gaan. Maar stel je voor dat bruggen en dijken vanwege de veiligheid toch echt vervangen moeten worden. Dan is er een groot probleem. dan kan de overheid dus gaan lenen. Maar ook de overheid moet dus zuinig zijn en als het even kan sparen.
Staatsschuld
Een belangrijk verschil tussen je eigen spaarpot of de huishoudportemonnee, is dat eigenlijk alle overheden schulden maken om grote uitgaven te kunnen doen. De totale schuld van een overheid heet ook wel de staatsschuld.
Deze uitgaven zijn vaak in het belang van de maatschappij, zoals een investering om spoorwegen aan te leggen of om maatschappelijke problemen op te lossen (denk aan de stikstofcrisis of de toeslagenaffaire). Als overheden deze uitgaven niet zouden doen, dan zou dat ten koste gaan van de maatschappij. Een overheid moet deze schulden echter wel in toom houden: zodra een overheid veel schulden maakt, moet zij meer rente daarover betalen. Dat gaat uiteindelijk ten koste van de belastingbetaler van wie de overheid vaak meer geld vraagt om haar schulden af te kunnen lossen.
Als het slecht gaat met de economie, is het ook niet onverstandig als een overheid schulden maakt. Dat geld kan de overheid namelijk gebruiken om ervoor te zorgen dat burgers meer geld te besteden hebben, zodat de economie weer wordt aangewakkerd. Een goed voorbeeld daarvan zijn de steunpakketten voor burgers en ondernemers tijdens de coronacrisis. In goede economische tijden kan de overheid die schulden aflossen door hogere belastingen in te voeren of minder geld uit te geven aan inkomenssteun (belastingkortingen, toeslagen en uitkeringen).