Stadsrechten: verschil tussen versies
(aanvulling: hoewel dat niet precies bekend is, maar bij veel steden was dat in de 13e eeuw of later.) |
|||
(18 tussenliggende versies door 8 gebruikers niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
+ | {{Zie ook|Zie ook [[Lijst van Nederlandse plaatsen met stadsrechten]]}} |
||
⚫ | '''Stadsrechten''' werden door de landsheer (zo heette vroeger de baas van het land) aan een stad verleend. Die stad kreeg dan vrijheden en privileges, dat zijn voorrechten. Het is dus het recht dat in een stad geldt |
||
+ | [[Bestand:Zutphen - Stadsmuur 's Gravenhof.jpg|miniatuur|Zutphen - Stadsmuur 's Gravenhof]] |
||
⚫ | '''Stadsrechten''' werden door de landsheer (zo heette vroeger de baas van het land) aan een [[stad]] verleend. Die stad kreeg dan vrijheden en privileges, dat zijn voorrechten. Het is dus het recht dat in een stad geldt. Twee voorrechten waren ook: een stad met stadsrechten kreeg toestemming om een muur te bouwen, de stad kon zich dus beter verdedigen en ze mochten ook een markt houden wat erg veel geld opleverde. Vaak mochten steden ook tol gaan heffen en/of een eigen munt slaan. |
||
+ | De eerste stad in [[Nederland]] die stadsrechten kreeg was Stavoren (1058-1068), hoewel dat niet precies bekend is, maar bij veel steden was dat in de 13e eeuw of later. |
||
⚫ | Stadsrechten zijn in Nederland uiteindelijk de ondergang van de adel geworden. Doordat de steden zo rijk en machtig werden door de stadsrechten hadden ze een heer helemaal niet meer nodig en als die te veel geld wilde van een stad kon die zich goed verdedigen. Doordat de graven en hertogen daardoor veel minder macht kregen werden ze ook armer, waardoor in Nederland rond de 16e eeuw de steden bijna allemaal in feite onafhankelijk zijn geworden. Nadat de staat in Nederland machtiger werd werden minder vaak stadsrechten verleend. |
||
+ | |||
⚫ | Stadsrechten zijn in Nederland uiteindelijk de ondergang van de adel geworden. Doordat de steden zo rijk en machtig werden door de stadsrechten hadden ze een heer helemaal niet meer nodig en als die te veel geld wilde van een stad kon die zich goed verdedigen. Doordat de graven en hertogen daardoor veel minder macht kregen werden ze ook armer, waardoor in Nederland rond de 16e eeuw de steden bijna allemaal in feite onafhankelijk zijn geworden. Nadat de staat in Nederland machtiger werd werden minder vaak stadsrechten verleend. |
||
+ | |||
+ | De toekenning van stadsrechten heeft sinds de [[Grondwetsherziening van 1848|herzieningen van de grondwet in 1848]] en de daaruit voortvloeiende [[Gemeentewet]] van 1851 eigenlijk geen betekenis meer. |
||
*[https://historiek.net/stadsrechten-betekenis-geschiedenis/81884/ Wat zijn stadsrechten?] |
*[https://historiek.net/stadsrechten-betekenis-geschiedenis/81884/ Wat zijn stadsrechten?] |
||
+ | {{User:Rots61/Veelbekeken/Beg}} |
||
− | {{Beginnetje}} |
||
[[Categorie:Plaats]] |
[[Categorie:Plaats]] |
Huidige versie van 18 nov 2024 om 20:55
Stadsrechten werden door de landsheer (zo heette vroeger de baas van het land) aan een stad verleend. Die stad kreeg dan vrijheden en privileges, dat zijn voorrechten. Het is dus het recht dat in een stad geldt. Twee voorrechten waren ook: een stad met stadsrechten kreeg toestemming om een muur te bouwen, de stad kon zich dus beter verdedigen en ze mochten ook een markt houden wat erg veel geld opleverde. Vaak mochten steden ook tol gaan heffen en/of een eigen munt slaan.
De eerste stad in Nederland die stadsrechten kreeg was Stavoren (1058-1068), hoewel dat niet precies bekend is, maar bij veel steden was dat in de 13e eeuw of later.
Stadsrechten zijn in Nederland uiteindelijk de ondergang van de adel geworden. Doordat de steden zo rijk en machtig werden door de stadsrechten hadden ze een heer helemaal niet meer nodig en als die te veel geld wilde van een stad kon die zich goed verdedigen. Doordat de graven en hertogen daardoor veel minder macht kregen werden ze ook armer, waardoor in Nederland rond de 16e eeuw de steden bijna allemaal in feite onafhankelijk zijn geworden. Nadat de staat in Nederland machtiger werd werden minder vaak stadsrechten verleend.
De toekenning van stadsrechten heeft sinds de herzieningen van de grondwet in 1848 en de daaruit voortvloeiende Gemeentewet van 1851 eigenlijk geen betekenis meer.