Honingbij: verschil tussen versies

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Opgelost met één klik! :-))
Regel 28: Regel 28:
 
<TOT HIER>
 
<TOT HIER>
  
In het wild bouwen ze hun nesten in de natuur, in natuurlijke holtes, bijvoorbeeld in de holte van een boom . Maar sinds de oudheid heeft de mens bijen gedomesticeerd door bijenkorven voor ze te bouwen , zodat ze gemakkelijker kunnen worden geïnstalleerd en gemakkelijker de was en honing kunnen verzamelen die ze produceren uit de nectar die uit de harten van bloemen wordt verzameld . Het houden van bijen heet “  bijenteelt  ”.
+
In het wild bouwen ze hun nesten in de natuur, in natuurlijke holtes, bijvoorbeeld in de holte van een boom. Maar sinds de oudheid heeft de mens bijen gedomesticeerd door bijenkorven voor ze te bouwen, zodat ze gemakkelijker kunnen worden geïnstalleerd en gemakkelijker de was en honing kunnen verzamelen die ze produceren uit de nectar die uit de harten van bloemen wordt verzameld. Het houden van bijen heet “  bijenteelt  ”.
  
 
==Het leven in een kolonie==
 
==Het leven in een kolonie==
De hoofdpersoon van de kolonie is de koningin, het enige reproductieve vrouwtje (en dus de moeder van allemaal). Zijn enige activiteit is het leggen van eieren , die bijna allemaal werkers ( steriele vrouwtjes ) zullen worden, plus reproductieve mannetjes, die ‘drones’ worden genoemd. Terwijl de koningin wordt gevoed en verzorgd door haar werkers, communiceert ze met hen via chemische berichten: de antennes vangen en decoderen deze berichten. Tijdens gunstige perioden (grote bloei) verzamelen de arbeiders grote hoeveelheden nectar , die ze omzetten en opslaan in de vorm van honing. De koningin legt ongeveer 2.000 eieren per dag (bijna 300.000 in totaal per jaar). De koningin wordt tussen de 3 en 5 jaar oud. Hoewel de korf verschillende koninginnenlarven bevat, onderdrukt de eerstgeborene zijn rivalen en scheidt vervolgens een hormoon af dat, door de eierstokken te atrofiëren, de werksters steriliseert.
+
De hoofdpersoon van de kolonie is de koningin, het enige reproductieve vrouwtje (en dus de moeder van allemaal). Zijn enige activiteit is het leggen van eieren, die bijna allemaal werkers ( steriele vrouwtjes ) zullen worden, plus reproductieve mannetjes, die ‘drones’ worden genoemd. Terwijl de koningin wordt gevoed en verzorgd door haar werkers, communiceert ze met hen via chemische berichten: de antennes vangen en decoderen deze berichten. Tijdens gunstige perioden (grote bloei) verzamelen de arbeiders grote hoeveelheden nectar, die ze omzetten en opslaan in de vorm van honing. De koningin legt ongeveer 2.000 eieren per dag (bijna 300.000 in totaal per jaar). De koningin wordt tussen de 3 en 5 jaar oud. Hoewel de korf verschillende koninginnenlarven bevat, onderdrukt de eerstgeborene zijn rivalen en scheidt vervolgens een hormoon af dat, door de eierstokken te atrofiëren, de werksters steriliseert.
  
In de winter, als er buiten niets te eten is, overwintert het hele gezin en leeft van de honingreserves . De activiteit wordt pas hervat bij de eerste bloei in de natuur en als de temperatuur het toelaat dat de bijen vliegen.
+
In de winter, als er buiten niets te eten is, overwintert het hele gezin en leeft van de honingreserves. De activiteit wordt pas hervat bij de eerste bloei in de natuur en als de temperatuur het toelaat dat de bijen vliegen.
  
 
===Taakverdeling===
 
===Taakverdeling===
 
Een werkbij leeft ongeveer zes tot zeven weken. Ze wordt 21 dagen na het leggen van de eieren geboren.
 
Een werkbij leeft ongeveer zes tot zeven weken. Ze wordt 21 dagen na het leggen van de eieren geboren.
  
Werkbijen vervullen verschillende rollen binnen hun kolonie . Afhankelijk van hun leeftijd, maar ook van het seizoen en de behoeften (het seizoen waarin de nectaroogst overvloedig is, is vaak kort), voeren ze verschillende klusjes uit: de jonge bij maakt elke alveolus schoon zodat de koningin er een bij kan leggen . dan wordt het de voedster voor de zojuist geboren larven .
+
Werkbijen vervullen verschillende rollen binnen hun kolonie. Afhankelijk van hun leeftijd, maar ook van het seizoen en de behoeften (het seizoen waarin de nectaroogst overvloedig is, is vaak kort), voeren ze verschillende klusjes uit: de jonge bij maakt elke alveolus schoon zodat de koningin er een bij kan leggen. dan wordt het de voedster voor de zojuist geboren larven.
  
Wanneer de klieren in zijn buik was beginnen te produceren , gebruikt hij deze om zeshoekige cellen te bouwen die aan elkaar zijn gesmolten . Indien nodig wordt hij geventileerd door met zijn vleugels te klapperen om de binnentemperatuur van de korf (of natuurlijke holte) te verlagen, en zal hij dan een van de bewakers van de ingang zijn om te voorkomen dat er iets binnenkomt. is geen familie (degenen die hun korf willen forceren) manier een giftige steek zal ontvangen , zelfs als dit het leven van de bij kan kosten).
+
Wanneer de klieren in zijn buik was beginnen te produceren, gebruikt hij deze om zeshoekige cellen te bouwen die aan elkaar zijn gesmolten. Indien nodig wordt hij geventileerd door met zijn vleugels te klapperen om de binnentemperatuur van de korf (of natuurlijke holte) te verlagen, en zal hij dan een van de bewakers van de ingang zijn om te voorkomen dat er iets binnenkomt. is geen familie (degenen die hun korf willen forceren) manier een giftige steek zal ontvangen, zelfs als dit het leven van de bij kan kosten).
  
Ten slotte wordt hij de laatste drie weken (d.w.z. de helft van zijn leven) een verzamelaar en zal hij nectar, een zoet sap uit de harten van de bloemen , halen, dat in honing zal worden omgezet . Het verzamelt ook andere stoffen zoals pollen die, rijk aan eiwitten , zullen worden gebruikt om de larven te voeden, en die ook in cellen kunnen worden opgeslagen; en propolis , een hars die uit de knoppen wordt verzameld .
+
Ten slotte wordt hij de laatste drie weken (d.w.z. de helft van zijn leven) een verzamelaar en zal hij nectar, een zoet sap uit de harten van de bloemen, halen, dat in honing zal worden omgezet. Het verzamelt ook andere stoffen zoals pollen die, rijk aan eiwitten, zullen worden gebruikt om de larven te voeden, en die ook in cellen kunnen worden opgeslagen; en propolis, een hars die uit de knoppen wordt verzameld.
  
Terwijl het van de ene bloem naar de andere gaat, draagt ​​het onwillekeurig stuifmeel van de ene bloem naar de andere via de meeldraden , wat een nuttige rol speelt bij de bestuiving van planten , d.w.z. bevruchting, stampers en zaadvorming .
+
Terwijl het van de ene bloem naar de andere gaat, draagt ​​het onwillekeurig stuifmeel van de ene bloem naar de andere via de meeldraden, wat een nuttige rol speelt bij de bestuiving van planten, d.w.z. bevruchting, stampers en zaadvorming.
  
 
Wanneer een bij een bloemrijke ruimte heeft ontdekt, soms ver van de korf, geeft zij dit aan haar zusters door door met haar vleugels te trillen en een dans uit te voeren in de vorm van een 8, waarbij één as de richting aangeeft die moet worden gevolgd ten opzichte van de zon en de afstand van dit gebied. De geur van bloemen die door zijn lichaam wordt gedragen, maakt de boodschap compleet en moedigt anderen aan om zich massaal aan te sluiten bij de bloemrijke ruimte.
 
Wanneer een bij een bloemrijke ruimte heeft ontdekt, soms ver van de korf, geeft zij dit aan haar zusters door door met haar vleugels te trillen en een dans uit te voeren in de vorm van een 8, waarbij één as de richting aangeeft die moet worden gevolgd ten opzichte van de zon en de afstand van dit gebied. De geur van bloemen die door zijn lichaam wordt gedragen, maakt de boodschap compleet en moedigt anderen aan om zich massaal aan te sluiten bij de bloemrijke ruimte.
Regel 51: Regel 51:
  
 
===Pollen===
 
===Pollen===
Wanneer een bloem gunstig is en afhankelijk van de behoeften van de bijenkorf, foerageert de bij en verzamelt ook stuifmeel . Omdat dit uit zeer fijne korrels bestaat, bevochtigt de bij het met nectar om het te kunnen transporteren . Vervolgens borstelt de bij dit stof met zijn poten om er balletjes van te maken, die hij in manden plaatst die zich aan de buitenkant van zijn laatste paar poten aan de achterkant bevinden.
+
Wanneer een bloem gunstig is en afhankelijk van de behoeften van de bijenkorf, foerageert de bij en verzamelt ook stuifmeel. Omdat dit uit zeer fijne korrels bestaat, bevochtigt de bij het met nectar om het te kunnen transporteren. Vervolgens borstelt de bij dit stof met zijn poten om er balletjes van te maken, die hij in manden plaatst die zich aan de buitenkant van zijn laatste paar poten aan de achterkant bevinden.
  
 
Tijdens elke vlucht bezoekt de bij slechts één soort bloem, wat de verschillende kleur van de ballen verklaart (grijs, bruin, zwart, groen, enz.).
 
Tijdens elke vlucht bezoekt de bij slechts één soort bloem, wat de verschillende kleur van de ballen verklaart (grijs, bruin, zwart, groen, enz.).
Regel 57: Regel 57:
 
Om een ​​deel van het stuifmeel te verzamelen, kan de imker stuifmeelvallen bij de ingang van de kast plaatsen. De bij die de korf binnengaat, moet door een rooster gaan. De stuifmeelbolletjes vallen dan in een lade die ontoegankelijk is. Deze lade wordt elke twee dagen geleegd en vervolgens weer teruggeplaatst. Stuifmeel dat op deze manier wordt verzameld, moet snel worden gedroogd of ingevroren, anders gaat het beschimmelen. In de bijenkorf slaan de bijen stuifmeel op, vermengd met honing, waardoor het wel bewaard blijft, maar voor de imker moeilijk te herstellen is.
 
Om een ​​deel van het stuifmeel te verzamelen, kan de imker stuifmeelvallen bij de ingang van de kast plaatsen. De bij die de korf binnengaat, moet door een rooster gaan. De stuifmeelbolletjes vallen dan in een lade die ontoegankelijk is. Deze lade wordt elke twee dagen geleegd en vervolgens weer teruggeplaatst. Stuifmeel dat op deze manier wordt verzameld, moet snel worden gedroogd of ingevroren, anders gaat het beschimmelen. In de bijenkorf slaan de bijen stuifmeel op, vermengd met honing, waardoor het wel bewaard blijft, maar voor de imker moeilijk te herstellen is.
  
Stuifmeel maakt deel uit van het dieet van de bij, net als honing en water. De koningin en de jongste larven voeden zich met koninginnengelei (een witachtige, gelatineuze substantie die wordt afgescheiden door bepaalde klieren van jonge verpleegstersbijen) .
+
Stuifmeel maakt deel uit van het dieet van de bij, net als honing en water. De koningin en de jongste larven voeden zich met koninginnengelei (een witachtige, gelatineuze substantie die wordt afgescheiden door bepaalde klieren van jonge verpleegstersbijen) .
  
 
===Mannetjesbijen===
 
===Mannetjesbijen===
Mannelijke bijen worden drones genoemd. Ze zijn iets groter dan vrouwelijke bijen. Ze hebben geen angel en hun bouw verhindert dat ze foerageren, maar het is waarschijnlijk dat ze helpen bij het omzetten van honing in nectar .
+
Mannelijke bijen worden drones genoemd. Ze zijn iets groter dan vrouwelijke bijen. Ze hebben geen angel en hun bouw verhindert dat ze foerageren, maar het is waarschijnlijk dat ze helpen bij het omzetten van honing in nectar.
  
In het voorjaar , en nog zeldzamer tijdens de zomer, zullen de jonge koninginnen die net geboren zijn een paar uitstapjes maken om bevrucht te worden. Verschillende mannetjes kunnen dan een koningin bevruchten, waarbij ze elk slechts één keer paren voordat ze sterven . De koningin heeft dan sperma verzameld waarmee ze de rest van haar leven eieren kan leggen.
+
In het voorjaar, en nog zeldzamer tijdens de zomer, zullen de jonge koninginnen die net geboren zijn een paar uitstapjes maken om bevrucht te worden. Verschillende mannetjes kunnen dan een koningin bevruchten, waarbij ze elk slechts één keer paren voordat ze sterven. De koningin heeft dan sperma verzameld waarmee ze de rest van haar leven eieren kan leggen.
  
 
Drones verplaatsen zich over veel grotere afstanden dan werksters, waardoor ze koninginnen kunnen bevruchten uit nesten (bijenkorven of andere) die relatief ver weg liggen.
 
Drones verplaatsen zich over veel grotere afstanden dan werksters, waardoor ze koninginnen kunnen bevruchten uit nesten (bijenkorven of andere) die relatief ver weg liggen.
Regel 69: Regel 69:
  
 
===Zwerm===
 
===Zwerm===
In het voorjaar , wanneer de kolonie groot of zelfs te talrijk wordt en krap wordt in het nest, kan de koningin met de helft van haar gezin vertrekken om zich elders te vestigen. De bijen die weggaan bewegen zich dan in een zwerm en vormen een soort bijenwolk. De zwerm stopt bij een boom en wacht tot de werkers een plek hebben gevonden om te nestelen. In dit stadium is het voor een imker vrij eenvoudig om de zwerm op te vangen door deze in een lege kast of zak te laten vallen voordat hij de bijen in een kast deponeert.
+
In het voorjaar, wanneer de kolonie groot of zelfs te talrijk wordt en krap wordt in het nest, kan de koningin met de helft van haar gezin vertrekken om zich elders te vestigen. De bijen die weggaan bewegen zich dan in een zwerm en vormen een soort bijenwolk. De zwerm stopt bij een boom en wacht tot de werkers een plek hebben gevonden om te nestelen. In dit stadium is het voor een imker vrij eenvoudig om de zwerm op te vangen door deze in een lege kast of zak te laten vallen voordat hij de bijen in een kast deponeert.
  
Voordat de zwerm vertrok, voerden de bijen koninginnengelei aan de larven , die niet-steriele vrouwtjes zullen worden. Slechts één exemplaar wordt tijdens de vlucht door de mannetjes bevrucht en keert terug om eieren te leggen in het oude nest.
+
Voordat de zwerm vertrok, voerden de bijen koninginnengelei aan de larven, die niet-steriele vrouwtjes zullen worden. Slechts één exemplaar wordt tijdens de vlucht door de mannetjes bevrucht en keert terug om eieren te leggen in het oude nest.
  
 
==Bedreigde diersoort==
 
==Bedreigde diersoort==
 
In Europa hebben veel landen (Frankrijk, België, Italië, Duitsland, Zwitserland (van 2003 tot 2007), Spanje, Griekenland, Polen, Nederland) sinds 2000 aanzienlijke verliezen aan bijen aangekondigd. Er wordt aangenomen dat bijen dood zijn omdat ze niet zijn teruggekeerd naar de korf. In verschillende Europese landen noteren imkers een jaarlijkse sterfte van 30% van de volken. Maar als we nog drie of vier winters doorgaan met bijensterfte van meer dan 30%, zullen we zien dat imkers een einde maken aan hun beroep.
 
In Europa hebben veel landen (Frankrijk, België, Italië, Duitsland, Zwitserland (van 2003 tot 2007), Spanje, Griekenland, Polen, Nederland) sinds 2000 aanzienlijke verliezen aan bijen aangekondigd. Er wordt aangenomen dat bijen dood zijn omdat ze niet zijn teruggekeerd naar de korf. In verschillende Europese landen noteren imkers een jaarlijkse sterfte van 30% van de volken. Maar als we nog drie of vier winters doorgaan met bijensterfte van meer dan 30%, zullen we zien dat imkers een einde maken aan hun beroep.
  
De verdwijning van bijen is te wijten aan vele factoren: algemene aantasting van het milieu, zowel pesticiden als roofdieren, parasieten en ziekten (schimmels, bacteriën, virussen). Giftige producten vernietigen het zenuwstelsel van insecten. De afgelopen jaren heeft de Aziatische hoornaar , per ongeluk geïntroduceerd in het zuidwesten van Frankrijk en een roofdier voor bijen, bijgedragen aan het verdwijnen van bijenkorven.
+
De verdwijning van bijen is te wijten aan vele factoren: algemene aantasting van het milieu, zowel pesticiden als roofdieren, parasieten en ziekten (schimmels, bacteriën, virussen). Giftige producten vernietigen het zenuwstelsel van insecten. De afgelopen jaren heeft de Aziatische hoornaar, per ongeluk geïntroduceerd in het zuidwesten van Frankrijk en een roofdier voor bijen, bijgedragen aan het verdwijnen van bijenkorven.
  
Het is echter de varroa die de belangrijkste rol lijkt te spelen in de sterfte van Europese bijenkolonies. Het is een parasitaire bijenmijt die oorspronkelijk voorkwam op de Aziatische soort Apis cerana . Vervolgens heeft hij zich aangepast aan de meest voorkomende soort Apis mellifera , die zich veel minder goed kan verdedigen. Niet alleen verzwakt deze mijt de bijen of hun larven rechtstreeks door zich te voeden met stoffen uit het lichaam, maar zijn beten bevorderen ook de infectie van bijen door virussen of andere ziekten. Sommige ziekten zijn ook exotisch, ze zijn onlangs gearriveerd en de Europese bij is er niet aan aangepast en is er erg gevoelig voor.
+
Het is echter de varroa die de belangrijkste rol lijkt te spelen in de sterfte van Europese bijenkolonies. Het is een parasitaire bijenmijt die oorspronkelijk voorkwam op de Aziatische soort Apis cerana. Vervolgens heeft hij zich aangepast aan de meest voorkomende soort Apis mellifera, die zich veel minder goed kan verdedigen. Niet alleen verzwakt deze mijt de bijen of hun larven rechtstreeks door zich te voeden met stoffen uit het lichaam, maar zijn beten bevorderen ook de infectie van bijen door virussen of andere ziekten. Sommige ziekten zijn ook exotisch, ze zijn onlangs gearriveerd en de Europese bij is er niet aan aangepast en is er erg gevoelig voor.
  
 
==Soorten honingbijen==
 
==Soorten honingbijen==
Er zijn verschillende soorten honingbijen, die “neven” zijn, omdat ze tot hetzelfde geslacht Apis behoren .
+
Er zijn verschillende soorten honingbijen, die “neven” zijn, omdat ze tot hetzelfde geslacht Apis behoren.
  
 
*De Aziatische soort Apis cerana wordt ook gekweekt voor de honing.
 
*De Aziatische soort Apis cerana wordt ook gekweekt voor de honing.
  
*De andere soorten zijn ook allemaal Aziatisch: Apis florea , Apis dorsata . Ze worden zelden grootgebracht, maar hun honing wordt soms verzameld uit wilde kolonies.
+
*De andere soorten zijn ook allemaal Aziatisch: Apis florea, Apis dorsata. Ze worden zelden grootgebracht, maar hun honing wordt soms verzameld uit wilde kolonies.
  
*De hoogste soort ter wereld is Apis mellifera , ook wel bijvoorbeeld "Europese bij" genoemd, hoewel deze inheems is in West-Azië , Europa en Afrika ) . Het werd door mensen geïntroduceerd in Amerika en Australië .
+
*De hoogste soort ter wereld is Apis mellifera, ook wel bijvoorbeeld "Europese bij" genoemd, hoewel deze inheems is in West-Azië, Europa en Afrika ). Het werd door mensen geïntroduceerd in Amerika en Australië.
  
 
===Soorten van de Apis mellifera===
 
===Soorten van de Apis mellifera===
Er zijn veel variëteiten of ondersoorten van de soort Apis mellifera . Deze variëteiten worden vaak genoemd naar hun regio van herkomst.
+
Er zijn veel variëteiten of ondersoorten van de soort Apis mellifera. Deze variëteiten worden vaak genoemd naar hun regio van herkomst.
  
Ook van deze soort maken we vaak onderscheid tussen zwarte bijen en gele bijen. De zwarte bij is de inheemse variëteit in Frankrijk en verder naar het noorden, terwijl de Italiaanse variëteit de gele bij wordt genoemd, en bepaalde andere mediterrane of Afrikaanse variëteiten lijken daarop. Gele bijen hebben een lichter (min of meer geel) deel aan de voorkant van het achterlijf , terwijl het achterlijf van zwarte bijen donkerder en éénkleurig is. Hun kleuren en uiterlijk zijn echter niet zo verschillend, en je moet eraan gewend zijn ze uit elkaar te houden. De geselecteerde rassen zijn veelal tot stand gekomen met zuidelijke rassen die over een langere periode van het jaar actief zijn, waardoor ze meer ‘geel’ zijn. Zoals ze in veel streken zijn geïntroduceerd, vinden we vaak in dezelfde bijenstal bijenkorven waarvan de bijen nogal zwart zijn, en andere bijenkorven waarvan de bijen nogal geel zijn, zelfs zonder dat de imker ze zelf heeft geïntroduceerd. De twee variëteiten kunnen kruisen.
+
Ook van deze soort maken we vaak onderscheid tussen zwarte bijen en gele bijen. De zwarte bij is de inheemse variëteit in Frankrijk en verder naar het noorden, terwijl de Italiaanse variëteit de gele bij wordt genoemd, en bepaalde andere mediterrane of Afrikaanse variëteiten lijken daarop. Gele bijen hebben een lichter (min of meer geel) deel aan de voorkant van het achterlijf, terwijl het achterlijf van zwarte bijen donkerder en éénkleurig is. Hun kleuren en uiterlijk zijn echter niet zo verschillend, en je moet eraan gewend zijn ze uit elkaar te houden. De geselecteerde rassen zijn veelal tot stand gekomen met zuidelijke rassen die over een langere periode van het jaar actief zijn, waardoor ze meer ‘geel’ zijn. Zoals ze in veel streken zijn geïntroduceerd, vinden we vaak in dezelfde bijenstal bijenkorven waarvan de bijen nogal zwart zijn, en andere bijenkorven waarvan de bijen nogal geel zijn, zelfs zonder dat de imker ze zelf heeft geïntroduceerd. De twee variëteiten kunnen kruisen.
  
 
De Afrikaanse bij is de Afrikaanse variant van deze soort, die in Amerika werd geïntroduceerd, waar hij agressiever blijkt te zijn dan de Europese bij die eerder was geïntroduceerd.
 
De Afrikaanse bij is de Afrikaanse variant van deze soort, die in Amerika werd geïntroduceerd, waar hij agressiever blijkt te zijn dan de Europese bij die eerder was geïntroduceerd.
  
 
===Andere bijen===
 
===Andere bijen===
Het woord bij verwijst vaak alleen naar honingbijen , en zelfs alleen naar Apis mellifera in landen waar het de enige soort is die voor honing wordt gekweekt. Toch zijn er vanuit biologisch perspectief nog 20.000 andere soorten bijen, waarvan de meeste geen honing opslaan. Ze worden apoides genoemd , ze vormen een superfamilie waarvan de wetenschappelijke naam Apoidea is .
+
Het woord bij verwijst vaak alleen naar honingbijen, en zelfs alleen naar Apis mellifera in landen waar het de enige soort is die voor honing wordt gekweekt. Toch zijn er vanuit biologisch perspectief nog 20.000 andere soorten bijen, waarvan de meeste geen honing opslaan. Ze worden apoides genoemd, ze vormen een superfamilie waarvan de wetenschappelijke naam Apoidea is.
 
{{Vikidia|Abeille_à_miel}}
 
{{Vikidia|Abeille_à_miel}}
  
 
[[Categorie:Bijen en hommels]]
 
[[Categorie:Bijen en hommels]]

Versie van 1 jan 2024 22:13

Under construction icon-red.svg Werk in uitvoering!
Aan dit artikel wordt de komende uren of dagen nog gewerkt.
Belangrijk: Laat dit sjabloon niet langer staan dan nodig is, anders ontmoedig je anderen om het artikel te verbeteren.
De maximale houdbaarheid van dit sjabloon is twee weken na de laatste bewerking aan het artikel.
Kijk in de geschiedenis of je het artikel kunt bewerken zonder een bewerkingsconflict te veroorzaken.
Under construction icon-red.svg
Dit artikel is nog niet af.
Honingbij
Apis

Apis mellifera - Cirsium arvense - Keila.jpg

Leefgebied Vrijwel wereldwijd,
Leefomgeving gematigde gebieden
Behoort tot de Insecten, Dieren, Bijen

Apis distribution map.svg

Portaal Portal.svg Biologie

Honingbijen zijn een soort bijen. Ze foerageren (in de buurt vliegen om voedsel te zoeken) bij bloemen, ze maken in de winter honing als voedsel en ze leven in kolonies (bijennesten). Ze kunnen wild of gefokt zijn. Dat laatste gebeurt voornamelijk vanwege hun honing (dit wordt de bijenteelt genoemd).

Honingbijen bestaan ​​uit soorten van het geslacht Apis. De meest gehouden soort ter wereld is Apis mellifera, ook wel honingbij of Europese bij genoemd, hoewel deze inheems is in West-Azië, Europa en Afrika.

Net als mieren of termieten maken honingbijen deel uit van sociale insecten, wat niet bij alle bijen het geval is. Ze kunnen binnen een gemeenschap van enkele duizenden bijen leven, de kolonie. Hun manier van leven is zeer specifiek ontwikkeld.

Uiterlijke kenmerken

De bij heeft twee paar vleugels en zijn ogen hebben elk 4000 facetten. Dit zijn ogen die bestaan uit verschillende onderdelen die licht opvangen, de zogenoemde ommatidia.

Vrouwtjes hebben een angel om zichzelf te verdedigen. Omdat het haken heeft, blijft het in het slachtoffer. Ze kunnen de angel dus maar één keer gebruiken, in tegenstelling tot wespen die meerdere keren achter elkaar kunnen steken.

Omdat hij geen slurf heeft, zoals de vlinder, likt hij met zijn tong de zoete nectar uit het hart van de bloemen, vult zijn krop ermee en keert terug naar zijn kolonie om zijn voorraad nectar uit te spugen, die later honing zal worden.

Een sociaal insect

Zoals bijvoorbeeld mieren of termieten, zijn honingbijen sociale insecten die alleen kunnen overleven binnen een gemeenschap van enkele duizenden bijen, een zogenaamde "kolonie". Ze hebben ook een zeer geëvolueerde manier van leven, die gebaseerd is op een verdeling van de kolonie in "kasten" van vruchtbare (koningin-) en niet-vruchtbare (arbeider-) bijen. Dit heet "eusocialiteit".

<TOT HIER>

In het wild bouwen ze hun nesten in de natuur, in natuurlijke holtes, bijvoorbeeld in de holte van een boom. Maar sinds de oudheid heeft de mens bijen gedomesticeerd door bijenkorven voor ze te bouwen, zodat ze gemakkelijker kunnen worden geïnstalleerd en gemakkelijker de was en honing kunnen verzamelen die ze produceren uit de nectar die uit de harten van bloemen wordt verzameld. Het houden van bijen heet “ bijenteelt ”.

Het leven in een kolonie

De hoofdpersoon van de kolonie is de koningin, het enige reproductieve vrouwtje (en dus de moeder van allemaal). Zijn enige activiteit is het leggen van eieren, die bijna allemaal werkers ( steriele vrouwtjes ) zullen worden, plus reproductieve mannetjes, die ‘drones’ worden genoemd. Terwijl de koningin wordt gevoed en verzorgd door haar werkers, communiceert ze met hen via chemische berichten: de antennes vangen en decoderen deze berichten. Tijdens gunstige perioden (grote bloei) verzamelen de arbeiders grote hoeveelheden nectar, die ze omzetten en opslaan in de vorm van honing. De koningin legt ongeveer 2.000 eieren per dag (bijna 300.000 in totaal per jaar). De koningin wordt tussen de 3 en 5 jaar oud. Hoewel de korf verschillende koninginnenlarven bevat, onderdrukt de eerstgeborene zijn rivalen en scheidt vervolgens een hormoon af dat, door de eierstokken te atrofiëren, de werksters steriliseert.

In de winter, als er buiten niets te eten is, overwintert het hele gezin en leeft van de honingreserves. De activiteit wordt pas hervat bij de eerste bloei in de natuur en als de temperatuur het toelaat dat de bijen vliegen.

Taakverdeling

Een werkbij leeft ongeveer zes tot zeven weken. Ze wordt 21 dagen na het leggen van de eieren geboren.

Werkbijen vervullen verschillende rollen binnen hun kolonie. Afhankelijk van hun leeftijd, maar ook van het seizoen en de behoeften (het seizoen waarin de nectaroogst overvloedig is, is vaak kort), voeren ze verschillende klusjes uit: de jonge bij maakt elke alveolus schoon zodat de koningin er een bij kan leggen. dan wordt het de voedster voor de zojuist geboren larven.

Wanneer de klieren in zijn buik was beginnen te produceren, gebruikt hij deze om zeshoekige cellen te bouwen die aan elkaar zijn gesmolten. Indien nodig wordt hij geventileerd door met zijn vleugels te klapperen om de binnentemperatuur van de korf (of natuurlijke holte) te verlagen, en zal hij dan een van de bewakers van de ingang zijn om te voorkomen dat er iets binnenkomt. is geen familie (degenen die hun korf willen forceren) manier een giftige steek zal ontvangen, zelfs als dit het leven van de bij kan kosten).

Ten slotte wordt hij de laatste drie weken (d.w.z. de helft van zijn leven) een verzamelaar en zal hij nectar, een zoet sap uit de harten van de bloemen, halen, dat in honing zal worden omgezet. Het verzamelt ook andere stoffen zoals pollen die, rijk aan eiwitten, zullen worden gebruikt om de larven te voeden, en die ook in cellen kunnen worden opgeslagen; en propolis, een hars die uit de knoppen wordt verzameld.

Terwijl het van de ene bloem naar de andere gaat, draagt ​​het onwillekeurig stuifmeel van de ene bloem naar de andere via de meeldraden, wat een nuttige rol speelt bij de bestuiving van planten, d.w.z. bevruchting, stampers en zaadvorming.

Wanneer een bij een bloemrijke ruimte heeft ontdekt, soms ver van de korf, geeft zij dit aan haar zusters door door met haar vleugels te trillen en een dans uit te voeren in de vorm van een 8, waarbij één as de richting aangeeft die moet worden gevolgd ten opzichte van de zon en de afstand van dit gebied. De geur van bloemen die door zijn lichaam wordt gedragen, maakt de boodschap compleet en moedigt anderen aan om zich massaal aan te sluiten bij de bloemrijke ruimte.

Bijen verzamelen nectar binnen een straal van ongeveer drie kilometer. De dichtstbijzijnde bloemen zijn het meest interessant voor bijen, maar ook de bloemen die het meest voorkomen of waarvan de nectar het rijkst is. Bij elk uitstapje bezoekt een verzamelaar ongeveer vijftig bloemen. Om 1 gram honing te maken heb je 3 gram nectar nodig, die wordt verkregen door ongeveer 3000 bloemen te verzamelen.

Pollen

Wanneer een bloem gunstig is en afhankelijk van de behoeften van de bijenkorf, foerageert de bij en verzamelt ook stuifmeel. Omdat dit uit zeer fijne korrels bestaat, bevochtigt de bij het met nectar om het te kunnen transporteren. Vervolgens borstelt de bij dit stof met zijn poten om er balletjes van te maken, die hij in manden plaatst die zich aan de buitenkant van zijn laatste paar poten aan de achterkant bevinden.

Tijdens elke vlucht bezoekt de bij slechts één soort bloem, wat de verschillende kleur van de ballen verklaart (grijs, bruin, zwart, groen, enz.).

Om een ​​deel van het stuifmeel te verzamelen, kan de imker stuifmeelvallen bij de ingang van de kast plaatsen. De bij die de korf binnengaat, moet door een rooster gaan. De stuifmeelbolletjes vallen dan in een lade die ontoegankelijk is. Deze lade wordt elke twee dagen geleegd en vervolgens weer teruggeplaatst. Stuifmeel dat op deze manier wordt verzameld, moet snel worden gedroogd of ingevroren, anders gaat het beschimmelen. In de bijenkorf slaan de bijen stuifmeel op, vermengd met honing, waardoor het wel bewaard blijft, maar voor de imker moeilijk te herstellen is.

Stuifmeel maakt deel uit van het dieet van de bij, net als honing en water. De koningin en de jongste larven voeden zich met koninginnengelei (een witachtige, gelatineuze substantie die wordt afgescheiden door bepaalde klieren van jonge verpleegstersbijen) .

Mannetjesbijen

Mannelijke bijen worden drones genoemd. Ze zijn iets groter dan vrouwelijke bijen. Ze hebben geen angel en hun bouw verhindert dat ze foerageren, maar het is waarschijnlijk dat ze helpen bij het omzetten van honing in nectar.

In het voorjaar, en nog zeldzamer tijdens de zomer, zullen de jonge koninginnen die net geboren zijn een paar uitstapjes maken om bevrucht te worden. Verschillende mannetjes kunnen dan een koningin bevruchten, waarbij ze elk slechts één keer paren voordat ze sterven. De koningin heeft dan sperma verzameld waarmee ze de rest van haar leven eieren kan leggen.

Drones verplaatsen zich over veel grotere afstanden dan werksters, waardoor ze koninginnen kunnen bevruchten uit nesten (bijenkorven of andere) die relatief ver weg liggen.

Aan het einde van de honingstroom (het verzamelen van bloemennectar) en het broedseizoen worden de mannetjes uit de nesten verjaagd en sterven ze van uitputting.

Zwerm

In het voorjaar, wanneer de kolonie groot of zelfs te talrijk wordt en krap wordt in het nest, kan de koningin met de helft van haar gezin vertrekken om zich elders te vestigen. De bijen die weggaan bewegen zich dan in een zwerm en vormen een soort bijenwolk. De zwerm stopt bij een boom en wacht tot de werkers een plek hebben gevonden om te nestelen. In dit stadium is het voor een imker vrij eenvoudig om de zwerm op te vangen door deze in een lege kast of zak te laten vallen voordat hij de bijen in een kast deponeert.

Voordat de zwerm vertrok, voerden de bijen koninginnengelei aan de larven, die niet-steriele vrouwtjes zullen worden. Slechts één exemplaar wordt tijdens de vlucht door de mannetjes bevrucht en keert terug om eieren te leggen in het oude nest.

Bedreigde diersoort

In Europa hebben veel landen (Frankrijk, België, Italië, Duitsland, Zwitserland (van 2003 tot 2007), Spanje, Griekenland, Polen, Nederland) sinds 2000 aanzienlijke verliezen aan bijen aangekondigd. Er wordt aangenomen dat bijen dood zijn omdat ze niet zijn teruggekeerd naar de korf. In verschillende Europese landen noteren imkers een jaarlijkse sterfte van 30% van de volken. Maar als we nog drie of vier winters doorgaan met bijensterfte van meer dan 30%, zullen we zien dat imkers een einde maken aan hun beroep.

De verdwijning van bijen is te wijten aan vele factoren: algemene aantasting van het milieu, zowel pesticiden als roofdieren, parasieten en ziekten (schimmels, bacteriën, virussen). Giftige producten vernietigen het zenuwstelsel van insecten. De afgelopen jaren heeft de Aziatische hoornaar, per ongeluk geïntroduceerd in het zuidwesten van Frankrijk en een roofdier voor bijen, bijgedragen aan het verdwijnen van bijenkorven.

Het is echter de varroa die de belangrijkste rol lijkt te spelen in de sterfte van Europese bijenkolonies. Het is een parasitaire bijenmijt die oorspronkelijk voorkwam op de Aziatische soort Apis cerana. Vervolgens heeft hij zich aangepast aan de meest voorkomende soort Apis mellifera, die zich veel minder goed kan verdedigen. Niet alleen verzwakt deze mijt de bijen of hun larven rechtstreeks door zich te voeden met stoffen uit het lichaam, maar zijn beten bevorderen ook de infectie van bijen door virussen of andere ziekten. Sommige ziekten zijn ook exotisch, ze zijn onlangs gearriveerd en de Europese bij is er niet aan aangepast en is er erg gevoelig voor.

Soorten honingbijen

Er zijn verschillende soorten honingbijen, die “neven” zijn, omdat ze tot hetzelfde geslacht Apis behoren.

  • De Aziatische soort Apis cerana wordt ook gekweekt voor de honing.
  • De andere soorten zijn ook allemaal Aziatisch: Apis florea, Apis dorsata. Ze worden zelden grootgebracht, maar hun honing wordt soms verzameld uit wilde kolonies.
  • De hoogste soort ter wereld is Apis mellifera, ook wel bijvoorbeeld "Europese bij" genoemd, hoewel deze inheems is in West-Azië, Europa en Afrika ). Het werd door mensen geïntroduceerd in Amerika en Australië.

Soorten van de Apis mellifera

Er zijn veel variëteiten of ondersoorten van de soort Apis mellifera. Deze variëteiten worden vaak genoemd naar hun regio van herkomst.

Ook van deze soort maken we vaak onderscheid tussen zwarte bijen en gele bijen. De zwarte bij is de inheemse variëteit in Frankrijk en verder naar het noorden, terwijl de Italiaanse variëteit de gele bij wordt genoemd, en bepaalde andere mediterrane of Afrikaanse variëteiten lijken daarop. Gele bijen hebben een lichter (min of meer geel) deel aan de voorkant van het achterlijf, terwijl het achterlijf van zwarte bijen donkerder en éénkleurig is. Hun kleuren en uiterlijk zijn echter niet zo verschillend, en je moet eraan gewend zijn ze uit elkaar te houden. De geselecteerde rassen zijn veelal tot stand gekomen met zuidelijke rassen die over een langere periode van het jaar actief zijn, waardoor ze meer ‘geel’ zijn. Zoals ze in veel streken zijn geïntroduceerd, vinden we vaak in dezelfde bijenstal bijenkorven waarvan de bijen nogal zwart zijn, en andere bijenkorven waarvan de bijen nogal geel zijn, zelfs zonder dat de imker ze zelf heeft geïntroduceerd. De twee variëteiten kunnen kruisen.

De Afrikaanse bij is de Afrikaanse variant van deze soort, die in Amerika werd geïntroduceerd, waar hij agressiever blijkt te zijn dan de Europese bij die eerder was geïntroduceerd.

Andere bijen

Het woord bij verwijst vaak alleen naar honingbijen, en zelfs alleen naar Apis mellifera in landen waar het de enige soort is die voor honing wordt gekweekt. Toch zijn er vanuit biologisch perspectief nog 20.000 andere soorten bijen, waarvan de meeste geen honing opslaan. Ze worden apoides genoemd, ze vormen een superfamilie waarvan de wetenschappelijke naam Apoidea is.

Vikidia2.png

De eerste versie van deze tekst (of een deel daarvan) is afkomstig van de Franse Vikidia.

De tekst is vrijgegeven onder de CC BY-SA 3.0-licentie.

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Honingbij&oldid=832562"