Zonneschijnmeter
Een zonneschijnmeter is een apparaat dat op elk moment de hoeveelheid zonneschijn op een bepaalde plek of regio vastlegt. De resultaten geven informatie over het weer en klimaat en de temperatuur van een gebied. Deze informatie is nuttig in meteorologie, wetenschap, landbouw, toerisme en andere gebieden. Het wordt ook wel een heliograaf genoemd.
Er zijn twee basistypen zonnemeters. Eén type gebruikt de zon zelf als een tijdschaal voor de zonnestralingsmetingen (zie afbeeldingen). Het andere type gebruikt een vorm van klok voor de tijdschaal. Dit uurwerk richt de 'kijker' telkens op de zon.
Oudere zonnemeters hadden een menselijke waarnemer nodig om de resultaten te begrijpen; vastgelegde resultaten kunnen verschillen tussen waarnemers. Moderne zonnemeters gebruiken elektronica en computers voor nauwkeurige gegevens die niet afhankelijk zijn van een mens. Nieuwere zonnemeters kunnen ook de zogeheten globale en diffuse straling van de zon meten.
Tot ongeveer het jaar 2000 was de meest gebruikte meter de Campbell-Stokes zonneschijnmeter, soms ook heliograaf genoemd. Deze werd in 1853 uitgevonden door John Francis Campbell en in 1879 verbeterd door Sir George Gabriel Stokes. Campbell gebruikte eerst nog een houten bak, waarop bij een glazen bol plaatste die schroeiplekken achterliet in de houten bak. Stokes maakte het van metaal met achter de bol een losse kaart. De volle zon brandt door de glazen bol (die werkt als een vergrootglas) gaatjes in de achter de bol zittende kaart, die is voorzien van een schaalverdeling van uren, ongeveer hetzelfde als bij een zonnewijzer.