Zeespin
Zeespinnen Pycnogonum | |||
---|---|---|---|
Leefgebied | Vrijwel wereldwijd | ||
Leefomgeving | van ondiepe wateren tot wel 7.000 meter diepte | ||
Behoort tot de | Geleedpotigen (Arthropoda), Dieren | ||
|
Zeespinnen (Pycnogonum) zijn Geleedpotigen. Ze komen wereldwijd voor, en worden gevonden in oceanen en zeeën. De meer dan 1.300 bekende soorten hebben poten variërend van 1 mm tot meer dan 70 cm. De meeste van hen zijn klein en komen voor op relatief ondiepe diepten; ze kunnen echter behoorlijk groot worden in Antarctica en in diepe wateren.
Hoewel "zeespinnen" geen echte spinnen zijn, en zelfs geen spinachtigen, lijken ze toch het meeste op echte spinnen in plaats van andere bekende groepen geleedpotigen, zoals insecten of schaaldieren. Verder onderzoek moet dit nog bevestigen. Dit vermoeden wordt echter betwist, aangezien genetisch bewijs suggereert dat ze mogelijk een zustergroep zijn van alle andere levende geleedpotigen.
Zeespinnen hebben lange benen in tegenstelling tot een kleine lichaamslengte. Het aantal looppoten is gewoonlijk acht (vier paar), maar de familie Pycnogonidae omvat soorten met vijf paar, en de families Colossendeidae en Nymphonidae omvatten soorten met zowel vijf als zes paar poten.
Ze hebben geen longen of kieuwen maar ademen als het ware door de poten. Met een soort slurf kunnen ze voedingsstoffen opzuigen van ongewervelde dieren met een zacht lichaam. Deze wezens hebben een open bloedsomloop met een snel kloppend hart en een zenuwstelsel dat bestaat uit hersenen die verbonden zijn met twee zenuwkoorden aan de buikzijde, die op hun beurt weer verbonden zijn met specifieke zenuwen. Bij de meeste soorten heb je mannetjes en vrouwtjes, een enkele soort draagt beide geslachten in zich (hemafrodiet). Alleen mannetjes zorgen voor gelegde eieren en jongen.
Deze dieren leven in veel verschillende delen van de wereld, van Australië , Nieuw-Zeeland en de kust van de Grote Oceaan bij de Verenigde Staten, tot de Middellandse Zee en de Caribische Zee, tot de noord- en zuidpool. Ze komen het meest voor in ondiepe wateren, maar kunnen tot wel 7.000 meter diep worden gevonden. Zeespinnen lopen over de bodem met hun steltpoten of zwemmen er net boven met een pulserende paraplubeweging. Zeespinnen zijn meestal vleesetende roofdieren of aaseters van onder andere borstelwormen, sponzen, kwallen en zeeanemonen.