Warschau

Warschau (Pools: Warszawa) is de hoofdstad van Polen en met ongeveer 1.710.000 inwoners (3306 inwoners per km²) ook de grootste stad van het land. Warschau heeft een oppervlakte van 517 km². De stad ligt in het historisch landsdeel Mazovië, maar het is niet de oudste stad van het land. De stad is de hoofdstad van het woiwodschap Mazovië. Warschau is ingedeeld in 18 districten. De bijna 1100 km lange rivier de Wisla stroomt dwars door Warschau en scheidt de stad in twee delen. Warschau ligt ongeveer in het midden van Polen. Warschau heeft geen tijdverschil met Nederland en België. De burgemeester is Hanna Gronkiewicz-Waltz. In Warschau heerst een zeeklimaat.

Geschiedenis

Het Slotplein met aan de rechterkant het Koninklijk Paleis

Het Wilanówpaleis

Tram in Warschau

Het woord Warschau is in 1241 voor de eerste keer genoemd. Er zijn 2 sages over het ontstaan van Warschau. Volgens beide legendes is Warszawa gesticht door Wars en Zawa. In de ene legende zegt men dat Wars en Zawa twee broers waren en in de andere dat Wars een visser was die verliefd was op een meisje, genaamd Zawa. Verder is hier weinig over bekend. In 1413 werd Warschau de hoofdstad van het vorstendom Mazovië. Langzamerhand werd Warschau een belangrijke stad. Vanaf 1573 werd het de plaats waar de nieuwe koning gekozen zou worden en in 1596 ging ook de koning in Warschau wonen. Krakau bleef alleen wel de hoofdstad van Polen tot aan het einde in 1795. In de jaren 1655 tot 1660 werd de stad bezet door Zweden. De Zweden namen veel kostbaarheden en archieven mee naar hun eigen land.

In de Eerste Wereldoorlog werd Warschau bezet door de Duitsers. Józef Pilsudski bevrijdde de stad in 1918 en stichtte de Moderne Republiek Polen. Józef regeerde tot aan zijn dood in 1935.

In de Tweede Wereldoorlog werd Warschau ook bezet door de Duitsers. Tijdens de Duitse bezetting van Warschau vielen bijna 300.000 doden. Ook werd de stad grotendeels verwoest door de Duitsers als onderdrukking, tijdens een opstand in een Joods Getto. Ook was er in 1944 een grote opstand, waarbij de Polen Warschau 63 dagen lang in zijn macht hadden. Na de opstand werd een groot gedeelte van de bevolking verjaagd. In 1939 woonden in Warschau 1.300.000 inwoners. In 1945 waren er dat nog maar 420.000. Daar komt nog bij dat Warschau de meest verwoeste stad van de oorlog was.

De Sovjets hebben uiteindelijk in 1945 Warschau bevrijd. De Sovjet-Unie werd in Polen nu de baas en er werd een communistisch regime opgelegd. Vaak kwamen Poolse arbeiders in opstand tegen het regime. De laatste opstand maakte een einde aan het communistische bestuur.

Cultuur en economie

Sport

Warschau heeft 2 voetbalclubs, Legia Warschau en Polonia Warschau. Legia is de populairste, zij wonnen 8 keer de landstitel.

Het EK voetbal 2012 werd in Oekraïne en Polen gehouden. In Warschau werd ook gespeeld, namelijk in het Nationaal Stadion. Het Nationaal Stadion is in 3 jaar gebouwd, van 2008 tot 2011. In het stadion kunnen bijna 60.000 mensen.

Bezienswaardigheden

Het prachtige, historische centrum van Warschau werd na de Tweede Wereldoorlog met veel zorg gerestaureerd. Het is zelfs zo mooi geworden dat het centrum is opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Het centrum zelf is eigenlijk al de belangrijkste bezienswaardigheid van Warschau. Hier een aantal andere:

Johanneskathedraal, een van de oudste kerken van de stad
Alexanderkerk, herbouwd na de Tweede Wereldoorlog, oorspronkelijk uit 1818
Stare Miasto, het oude marktplein
Koninklijk Paleis
Wilanówpaleis
Museum voor hedendaagse kunst
Museum van de Opstand van Warschau
Historisch museum van het Poolse jodendom

Vervoer

Warschau heeft 1 grote luchthaven, Warschau Frédéric Chopin. In 2013 waren er 10.600.000 passagiers die van deze luchthaven gebruik hebben gemaakt. Verder kan je kiezen voor de trein, tram en metro. Lódź is met 120 kilometer de dichtstbijzijnde grote stad.