U-boot
Een U-boot is een onderzeeboot die door de Duitsers werd gebruikt in de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog. De U-boot was bedoeld om vijandige schepen uit te schakelen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog brachten ruim 800 U-boten in totaal zo'n 3000 geallieerde schepen tot zinken. Ruim 95% van alle slachtoffers van U-boten waren koopvaardijschepen. De rest waren kleinere en grote oorlogsschepen; torpedobootjagers, kruisers en geallieerde onderzeeboten.
Er werden ook zeven zeer grote schepen tot zinken gebracht. In 1939 werd het slagschip HMS Royal Oak tot zinken gebracht door de U-47 van Gunther Prien. In 1941 vernietigde de U-331 het slagschip HMS Barham. Verder werden vijf vliegdekschepen vernietigd, waaronder de HMS Ark Royal, het grootste schip van de Royal Navy.
De U-25, een type I U-boot. Vanwege hun successen werden veel onderzeebootkapiteins beschouwd als helden. Ze werden hoofdrolspelers in groots opgezette propagandacampagnes en waren zeer populair onder de Duitse bevolking.
PQ-17
Het grootste succes van de U-Boten was het konvooi PQ-17. Nadat deze schepen IJsland hadden verlaten, kwamen ze in de val van een 'wulfpack'. De meeste schepen van dit konvooi kwamen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en de Sovjet-Unie. Er voeren ook twee Panamese en één Nederlandse schip mee. In het totaal waren er 36 schepen.
Van alle schepen zijn er 23 tot zinken gebracht, dat is zo'n 130.000 ton. Het Nederlandse schip is ook tot zinken gebracht. Ook twee schepen waren teruggekeerd naar IJsland wegens andere problemen.