Tafa
Tafa Phascogale tapoatafa | |||
---|---|---|---|
Gevoelig | |||
Leefgebied | Noord- Oost- en Zuidwestkust van Australie | ||
Leefomgeving | Diverse soorten bos | ||
Behoort tot de | Echte roofbuideldieren (Dasyuridae) | ||
|
De tafa is een roofbuideldier het geslacht van de penseelstaartbuidelmuizen (Phascogale) en de familie van echte roofbuideldieren (Dasyuridae).
Kenmerken
De tafa lijkt een beetje op een rat. Hij heeft een puntige bek en een staart met lange zwarte haren die op een fles lijken. Deze haren bedekken twee derde van de staart en kunnen tot 55 mm lang worden. Als de tafa opgewonden is, zet hij deze haren op.
De bovenkant van zijn lichaam is grijs en de onderkant wit. Hij heeft grote oren en ogen. Zijn lichaam is 150 tot 260 mm lang, zijn staart is 165 tot 235 mm lang, en hij weegt tussen de 110 en 310 gram.
Leefwijze
De tafa is 's nachts actief, leeft solitair (alleen) en is schuw. Hij eet geleedpotigen, andere kleine dieren en nectar. De tafa is snel en klimt in bomen om voedsel te vinden. Hij bouwt een nest van boombast, veren en vacht.
In een periode van drie weken tussen midden mei en begin juli paren de tafa's. Daarna sterven alle mannetjes, terwijl de vrouwtjes tot drie jaar oud kunnen worden. Na een draagtijd van 30 dagen worden er zes (in West-Australië) of zeven tot acht (in andere gebieden) jongen geboren.
Ondersoorten
De tafa heeft drie ondersoorten:
- Phascogale tapoatafa tapoatafa (donkergroen op de verspreidingskaart)
- Phascogale tapoatafa kimberleyensis (geel op de verspreidingskaart)
- Phascogale tapoatafa wambenger (geelgroen op de verspreidingskaart)
Tot 2015 werd er van de phascogale pirata ook gedacht dat het een ondersoort van de tafa was, maar dat bleek een aparte soort te zijn.