Spuitwormen
Spuit- of pindawormen Sipuncula of Sipunculida | |||
---|---|---|---|
[File:Sipuncula.jpg | |||
Leefgebied | alle wereldzeeën | ||
Leefomgeving | tot op diepten van 5000 m | ||
Behoort tot de | Ringwormen (Annelida), Wormen (Vermes), Dieren | ||
|
De Spuit- of pindawormen (Sipuncula of Sipunculida) zijn een klasse die ongeveer 162 soorten niet-gesegmenteerde zee- ringwormen bevat. De wetenschappelijke naam Sipuncula komt van het Latijnse siphunculus dat "klein buisje" betekent.
Spuit- of pindawormen variëren in grootte, maar de meeste soorten zijn minder dan 10 cm lang. Het lichaam is verdeeld in een gladde, bolvormige romp en een smaller, voorste deel, het zogeheten "introverte" gedeelte genaamd, dat in de romp kan worden teruggetrokken. De mond bevindt zich aan het uiteinde van het introverte gedeelte en is bij de meeste groepen omgeven door een ring van korte tentakels. Zonder harde delen is het lichaam flexibel en mobiel. Hoewel ze voorkomen in verschillrnde leeromgevingen in de oceanen van de wereld, leven de meeste soorten in ondiepe wateren, gravend onder het oppervlak van zandige en modderige bodems. Anderen leven onder stenen, in rotsspleten of op andere verborgen plekken.
De meeste Spuit- of pindawormen zijn afvaleters, die het intrekbare (slijmerige) gedeelte als een tong uitsteken om voedseldeeltjes te verzamelen en in de mond te trekken. Degenen die in holen leven, strekken hun tentakels uit over het oppervlak van de zeebodem. Voedseldeeltjes komen vast te zitten in slijmafscheidingen en met een klopbeweging transporteert het de deeltjes naar de mond. Bij degenen die door het zand graven, zijn de tentakels vervangen door plooien die bezinksel en voedseldeeltjes opscheppen. Het meeste van dit materiaal wordt ingeslikt, maar grotere deeltjes worden weer'uitgespuugd'.
De mannetjes en vrouwtjes paren met elkaar waarna er plankton-achtige larven worden geboren. Spuit- of pindawormen worden in sommige landen in Zuidoost-Azië als voedsel gebruikt.