Ragtime
Ragtime is een muziekstijl welke tussen 1895 en 1919 het meest populair was. Het vindt zijn oorsprong in Afro-Amerikaanse gemeenschappen in steden als St. Louis in de Verenigde Staten. Feitelijk is de ragtime een aanpassing van de marsmuziek (uit de Europese klassieke muziek), waarbij het tempo is versneld en er andere ritmes uit de Afrikaanse cultuur zijn toegevoegd (polyritmiek of de zogeheten syncopen). Hierdoor krijgt de vanouds strakke marsmuziek een wat golvend of swingend karakter en is daarmee de voorloper van de (klassieke) jazz. De ragtime-componist Scott Joplin (ca. 1868–1917) werd beroemd door de publicatie van de "Maple Leaf Rag" (1899) en een reeks ragtime-hits zoals "The Entertainer" (1902). Naast de vierkwarts ragtime is er ook een wals (drie-kwarts) variant.
Hoewel de ragtime vooral eerst gespeeld en bekend was bij de (voorheen) slavenbevolking van Amerika, werd het rond 1880 ook omarmd door de blanke bevolking. Al snel was het een duidelijk Amerikaanse vorm van populaire muziek. Het werd verspreid door fanfares en 'society'-dansbands en door het wat opzwepende ritme geliefd als dansmuziek. De nieuwe ritmes van ragtime veranderden de wereld van de dansbands en dit leidde tot nieuwe danspassen, gepopulariseerd door de showdansers Vernon en Irene Castletijdens in de jaren 1910. De groei van dansorkesten in populair entertainment was een gevolg van de ragtime en zette zich door tot in de jaren twintig. Ragtime vond ook zijn weg naar Europa. Orkesten aan boord van transatlantische scheepvaartlijnen namen de ragtime-muziek ook op in hun repertoire. Later vloeide het dus over in de vroege jazz en verscheen de ragtime-muziek op 78-toeren grammofoonplaten. Ook bij de opkomst van de stomme film en slap-sticks waar nog geen geluid bij was, werd vaak een ragtime op piano als begeleiding gespeeld.
De film The Sting (1973) bracht ragtime als het ware weer terug naar een breed publiek met zijn soundtrack van Joplin-deuntjes. De vertolking "The Entertainer" in deze film, bewerkt en georkestreerd door Marvin Hamlisch, was een Top 5-hit in 1975.
Ragtime werd ook voorafgegaan door zijn naaste verwant, de cakewalk (een soort dans). Hoewel er eerst spottend en racistisch werd gesproken over de ragtime, werd het mede door de komst van de automatisch spelende pianola's met pianorollen (1897) de muziek ook populair onder het blanke publiek. De zwarte ragtime componist Hogan zou er eerst een gevoel van schaamte van hebben gekregen, maar kon later trots zijn op zijn composities. Nog weer later werd de ragtime ook vermengd met een tango-achtig ritme. Naast de Bigbands en de piano kreeg de banjo en later ook de gitaar ook een belangrijke rol in de ragtime-muziek. In de overgangsperiode (rond 1919) van ragtime naar jazz komt de 'foxtrot' (dans) op, die goed op de ragtime te dansen is. De latere 'Charleston' (dans) hoort meer bij de jazz en is vooral bekend van de 'Roaring Twenties'.
Links
- "All coons look alike to me"- Ernest Hogan (1895)
- "The Cakewalk" (tot ca. 1906) in een latere film
- "Maple Leaf Rag" - Scott Joplin (1899)
- "The Entertainer" - Scott Joplin (1902)
- "Spaghetti Rag" - Lyons & Josco (1910, Ragtime piano)
- "Alexander's Ragtime Band" - Movie Trailer (1938)
- "The Sting" - Movie Trailer (1973)
- "The Entertainer" op een Themola London Pianola uit 1928