Pijlworm
| Pijlworm Chaetognatha | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Leefgebied | alle zeewateren | ||
| Leefomgeving | op de bodem van tropische oppervlaktewateren en ondiepe getijdenpoelen tot diepzee- en poolgebieden | ||
| Behoort tot de | Wormen (Vermes), Dieren | ||
| |||
De Pijlwormen (Chaetognatha -betekenis borstelkaken) zijn een stam van roofzuchtige zeewormen die wereldwijd een belangrijk onderdeel zijn van plankton. Ze leven op en bij de bodem, en kunnen zich hechten aan algen en rotsen. Ze komen voor in alle zeewateren, van tropische oppervlaktewateren en ondiepe getijdenpoelen tot diepzee- en poolgebieden. De meeste Pijlwormen zijn transparant en torpedovormig, maar sommige diepzeesoorten zijn oranje van kleur. Ze variëren in grootte van 2 tot 120 millimeter.
Er zijn meer dan 120 moderne soorten.
Het lichaam is verdeeld in een aparte kop, romp en staart. Er zijn tussen de vier en veertien gehaakte, grijpende stekels aan elke kant van hun hoofd. Deze haken zitten rond een holle voorruimte die de mond bevat. De stekels worden gebruikt bij de jacht en zijn bedekt met een beweegbare kap die uit het nekgebied komt wanneer het dier zwemt. Alle pijlwormen zijn vleeseters en jagen op andere plankton dieren. Van sommige soorten wordt ook gemeld dat ze alleseters zijn, die zich voeden met algen en afval.
Ze hebben een soort zijvinnen en een staartvin die helpen bij het zwemmen, dat in golvende bewegingen gebeurd.
Het zenuwstelsel is redelijk eenvoudig. Ze hebben twee samengestelde ogen, elk bestaande uit een aantal aan elkaar versmolten pigmentput-cellen. Daarnaast zijn er een aantal sensorische (voel) borstelharen die in rijen langs de zijkant van het lichaam zijn gerangschikt.