Pidgin
Een pidgin of pidgintaal is een taal die ontstaat als twee of meerdere groepen die elkaars taal niet spreken, toch met elkaar willen communiceren. Hierdoor is een pidgintaal een makkelijke tussentaal met woorden en uitdrukkingen uit de talen die oorspronkelijk door de groepen worden gesproken.
Een pidgintaal is wat anders dan een creooltaal. Een creooltaal ontstaat pas zodra mensen een pidgintaal niet als een tweede, aangeleerde taal spreken, maar als hun eerste taal. Zodra een pidgintaal de moedertaal wordt van een groep, is er sprake van een creooltaal (en dus niet meer van een pidgintaal).
Ontstaan
Pidgintalen ontstaan vaak vanwege handel tussen groepen, maar ook als gevolg van kolonisatie en slavernij.
In de tijd van de Europese kolonisatie (ongeveer tussen de 15e eeuw en de 20e eeuw) ontstonden er veel pidgintalen. In zo'n kolonie had je twee groepen mensen. Er waren de inheemse bevolking en de nieuwe kolonisten. Zij spraken allebei een andere taal en kenden elkaars niet. De Europese kolonisten konden dus geen contact leggen met de oorspronkelijke bevolking van de gebieden die ze koloniseerden. Uit pogingen om toch met elkaar te kunnen praten, ontstond er vanzelf een tussentaal. Deze tussentaal wordt een pidgintaal genoemd. Zo'n pidgintaal heeft een eenvoudige grammatica en is beïnvloed door beide talen.
Vaak leerden de inheemse inwoners hun kinderen de pidgintaal. Hierdoor ontwikkelde de pidgintaal zich verder tot creooltaal. De meeste pidgintalen hebben zich inmiddels tot creooltaal ontwikkeld.
In sommige gevallen behouden groepen hun eigen taal, waardoor een pidgintaal nooit een creooltaal wordt. Hierdoor kunnen pidgintalen ook in onbruik raken/uitsterven als twee groepen niet meer met elkaar communiceren. Er is dan immers geen tussentaal meer nodig om elkaar te kunnen verstaan. Veel pidgintalen sterven dus of uit, of ontwikkelen zich tot een creooltaal. Dat maakt pidgintalen weinig voorkomend en vrij instabiel.
Voorbeelden
Het Tok Pisin (een mengeling tussen het Engels en Papoeatalen op Nieuw-Guinea) en het Papiaments (een mengeling tussen het Portugees en het Gueni) zijn voorbeelden van pidgintalen die zich hebben ontwikkeld tot creooltalen. Het Papiaments was dus vroeger een pidgintaal, maar heet tegenwoordig een creooltaal. Er zijn namelijk mensen die Papiaments als moedertaal hebben. Een pidgintaal heeft geen moedertaalsprekers.
Het Russenorsk (een mengeling tussen het Russisch en Noors) en het Sabir (een mengeling tussen het Latijn, Catalaans, Italiaans en Provençaals, en later ook Spaans, Frans, Grieks en Arabisch) zijn uitgestorven als pidgintaal en hebben zich niet verder ontwikkeld tot een creooltaal.