Pallaskat
Pallaskat Otocolobus manul | |||
---|---|---|---|
Niet bedreigd | |||
Leefgebied | Mongolië, Iran, Beloetsjistan, het oostelijke Kaspische Zeegebied tot West-China, tibet | ||
Leefomgeving | Rotspartijen, bossen | ||
Behoort tot de | Katachtigen (Felidae) | ||
|
De pallaskat of manoel (Otocolobus manul) is een klein katachtig roofdier die leeft op de steppen van Centraal-Azië. Het is de enige soort in het geslacht Otocolobus, dat dicht bij het geslacht Felis staat en soms als een ondergeslacht wordt gezien. De soort werd voor het eerst beschreven door Peter Simon Pallas, een Pruisische natuuronderzoeker. Hij dacht ten onrechte dat de pallaskat de voorouder was van de Perzische kat. In Nederland is de pallaskat te bekijken in de Zie-Zoo.
Kenmerken
De manoel heeft een brede, ronde kop met kleine afgeronde oren die ver uit elkaar staan. Zijn ogen kijken bijna recht naar voren en hebben ronde pupillen. Hij heeft korte poten en een lange, oranjeachtig zilvergrijze vacht. Door de lange haren lijkt hij dikker en ronder dan andere kleine katten.
Het gezicht van de manoel heeft zwarte en witte markeringen, en zijn voorhoofd is gevlekt. De vacht aan de onderkant van zijn lichaam is langer en lichter grijs. Ook zijn voetzolen zijn behaard. Zijn korte, dikke staart heeft smalle, donkere ringen en een zwart puntje. De bovenkant van de staart is zwart en de onderkant meer bruin.
De manoel wordt 50 tot 65 centimeter lang, heeft een staart van 21 tot 31 centimeter en weegt tussen de 2,5 en 5 kilogram.
Ondersoorten
De pallaskat heeft drie ondersoorten, namelijk:
- Otocolobus manul manul, Mongolië, West-China
- Otocolobus manul ferruginea, Iran, Kazachstan, Kirgizië, Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Afghanistan, Pakistan
- Otocolobus manul nigripecta, Kasjmir, Nepal, Tibet