Oostblok

Uit Wikikids
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Val van de Berlijnse muur

Het Oostblok was de verzamelnaam van de communistische landen in Oost-Europa tijdens de Koude Oorlog. Het wordt ook wel het Warschaupact genoemd. De Europese landen moesten doen wat de Sovjet Unie zei en hadden geen vrijheid. In het Westen lag het IJzeren Gordijn wat de grens was. Aan de andere kant van het IJzeren Gordijn was het Westblok, waarin de West-Europese landen werden beschermd door de Verenigde Staten middels de NAVO. Daar was wel vrijheid.

Begin van het Oostblok

Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog kwamen de leiders van de Sovjet Unie, de Verenigde Staten en Groot-Brittannië samen om te bespreken hoe de wereld er uit moest zien na de nederlaag van Duitsland. Een van de afspraken was de invloedssfeer van de Sovjet Unie en van de Verenigde Staten. Ze verdeelden Europa en vooral Duitsland. Zelfs Berlijn werd verdeeld. Landen in het centrale en het oostelijke deel van Europa vielen onder de invloed van de Sovjet Unie. Tegen de wil van een groot deel van de bevolking kwamen er regeringen met een communistische leider. Er werd hard opgetreden tegen hun tegenstanders. De landen van het Westen van Europa, waren wel vrij. Zij waren de Verenigde Staten heel dankbaar dat ze soldaten in West-Duitsland zetten om hun te beschermen tegen de Russen. Om die bescherming goed te verzekeren, werd de NAVO opgezet. Als reactie daarop begon Stalin met de landen in hun invloedssfeer met een overeenkomst, dat gesloten werd in Warschau. Dat werd het Oostblok.

Oostbloklanden

De hier bovenstaande landen waren lid van het Warschaupact.

Soms werden Joegoslavië en Albanië ook meegerekend met het Oostblok, maar zij waren officieel niet lid van het Oostblok. Joegoslavië was een bondgenoot van de Verenigde Staten. Albanië hoorde daarentegen bij het Warschaupact.

De paus tijdens zijn reis in Polen in 1979

Onvrede in het Oostblok

Al aan het einde van de Tweede Wereldoorlog werd duidelijk dat Europa zou worden verdeeld in een communistisch en een kapitalistisch deel. In de Oostbloklanden heerste veel onvrede met het communisme. Ze waren niet vrij om te geloven wat ze willen. Ze moesten vooral aan het begin veel luisteren naar atheïstische verhalen van de communistische regeringen die vertelden hoe geweldig het communisme was (propaganda). Iedereen liep het risico om te worden opgepakt en in de gevangenis te worden gegooid, of zelfs nog erger. Er bestond daarom een grote geheime politie. Iedereen werd heel voorzichtig om iets te zeggen dat tegen de regering was. Daarom probeerden veel mensen te vluchten. Omdat Berlijn verdeeld was tussen de Amerikaanse en de Russische invloed, wilden veel Oost-Duitsers naar het Westen. Omdat er te veel mensen naar West-Berlijn gingen, besloot de Oost-Duitse regering om dwars door Berlijn een muur te bouwen. Dat was in 1961. Desondanks hebben nog veel mensen een vluchtpoging ondernomen. De meeste van hen hebben het niet overleefd, want er stonden soldaten die alle vluchtelingen dood moesten schieten. Soms protesteerde de bevolking. De bekendste protesten waren in Berlijn in 1948, in Hongarije in 1956, in Tsjechoslowakije in 1968. Steeds meer bleek dat mensen uit het Westen rijker en rijker werden in vergelijking tot inwoners van de Oostbloklanden. In 1979 was een reis van de paus naar Polen het begin van het einde van het communisme. De Polen kwamen massaal naar de kerkdiensten van de paus en allemaal riepen om vrijheid en rechtvaardigheid. Toen de paus opriep tot solidariteit, was het hek van de dam.

Muurschildering over Solidariteit

Einde van het Oostblok

Vooral in Polen is tussen 1979 en 1989 veel geprotesteerd. Er werd een vakbond onder de naam Solidariteit opgericht. Hun leider was Lech Walesa. Ondertussen werden de leiders van de Sovjet Unie ouder en ouder. In 1983 stierf de communistische leider van de Sovjet Unie Leonid Brezjnev, ruim een jaar later zijn opvolger Joeri Andropov en een jaar later diens opvolger Konstantin Tsjernenko. Toen werd er gekozen voor iemand die het land moest vernieuwen. Dat was Michail Gorbatsjov. Die heeft van alles geprobeerd om het communisme in goede banen te leiden, maar het ging steeds moeizamer. Uiteindelijk stond hij het toe dat in juni 1989 in Polen vrije verkiezingen mochten hebben. Hij wilde het anders doen dan in China waar het leger meer dan 1000 protesterende studenten heeft doodgeschoten op het "Plein van de Vrede" in Peking. Toen in Polen 99% van de inwoners stemden op de partij van Solidariteit, bleek dat wel heel weinig Polen het communisme nog wilden. Tot verbazing van iedereen werd er geen geweld gebruikt door de communisten en kwam er een regering van communisten en van de politieke partij onder de naam Solidariteit. In Hongarije wisten ze genoeg: mensen die in Hongarije wilden vluchten werden niet doodgeschoten. In Oost-Duitsland kwam het tot steeds meer demonstraties. Zij wilden ook wel zien hoe West-Berlijn was. Toen hun dat werd toegestaan, zagen ze de rijkdom in West-Berlijn. De muur van Berlijn moest weg. De Oost-Duitsers wilden bij het westen horen. Dat gold ook voor de andere Oostbloklanden. Na de val van de Berlijnse muur, was het snel gedaan met het communisme en het Oostblok. Inmiddels zijn alle voormalige Oostbloklanden lid van de Europese Unie en de NAVO.

Video

Afkomstig van Wikikids , de interactieve Nederlandstalige Internet-encyclopedie voor en door kinderen. "https://wikikids.nl/index.php?title=Oostblok&oldid=732138"