Kongeraal
| Kongeraal Conger conger | |||
|---|---|---|---|
|
| |||
| Niet bedreigd | |||
| Leefgebied | Het Kanaal, Oostelijke Atlantische Oceaan, Noordzee, Middellandse Zee | ||
| Leefomgeving | op een diepte van 0 tot 500 m | ||
| Behoort tot de | Palingachtigen (Anguilliformes), Tarpon- en aalachtigen (Elopomorpha), Zoutwatervissen, Beenvissen, Vissen | ||
|
| |||
| |||
De Europese kongeraal of kortweg konger (Conger conger) is een soort aal van de familie Congridae en behoort tot de orde Tarpon- en aalachtigen (Elopomorpha). Het is de zwaarste paling ter wereld en komt oorspronkelijk uit het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan, inclusief de Middellandse Zee. Deze soort is te vinden van Noorwegen en IJsland tot Senegal, en ook in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee op een diepte van 0-500 m, hoewel ze tijdens hun migraties (trektocht) een diepte van 3600 m kunnen bereiken. Het wordt soms gezien in zeer ondiep water aan de kust, maar kan ook dalen tot 1170 m. Komt zelden voor langs de Nederlandse kusten en in de Zeeuwse wateren. Een enkeling werd ook op de Wadden waargenomen.
Europese kongers hebben een gemiddelde volwassen een lengte van 1,5 m, en de langste ooit gevangen was 2,13 m (mogelijk tot 3 meter voor de grootste exemplaren), en ze hebben een maximale gewicht van ongeveer 72 kg. Murenen kunnen ze zelfs iets overtreffen in lengte, maar deze zijn meestal slanker en wegen dus minder dan de grotere kongers. De gemiddelde gevangen exemplaren wegen slechts 2,5 tot 25 kg. Vrouwtjes, met een gemiddelde lengte bij geslachtsrijpheid van 2 m, zijn veel groter dan mannetjes, met een gemiddelde lengte bij geslachtsrijpheid van 1,2 m.
Het lichaam is erg lang, hoekig, zonder schubben (glad dus). De kleur is meestal grijs, maar kan ook zwartachtig zijn. De buik is wit. Langs de zijlijn is een rij kleine witte vlekken uitgelijnd. De kop is bijna kegelvormig en licht ingedrukt. De snuit is afgerond en duidelijk aanwezig, met reukgaten. De grote kieuwopeningen bevinden zich aan de zijkant net achter de kop. De tanden zijn gerangschikt in rijen op de kaken. De rug- en anaalvin lopen samen met de staartvin. Borstvinnen zijn aanwezig, terwijl buikvinnen afwezig zijn. Net als de murenen leven ze meestal tussen rotsen in holen, of "palingputten", soms samen mét murenen in één hol. Ze komen 's nachts uit hun holen om te jagen. Deze nachtelijke roofdieren voeden zich voornamelijk met vissen, koppotigen en schaaldieren, hoewel men denkt dat ze dode en rottende vissen vangen en actief op levende vissen jagen. Kongers kunnen agressief zijn voor mensen en grote exemplaren kunnen een gevaar vormen voor duikers.
Wanneer zeepalingen tussen de 5 en 15 jaar oud zijn, ondergaan hun lichamen een transformatie (verandering), waarbij de voortplantingsorganen van zowel mannetjes als vrouwtjes groter worden, het skelet kleiner wordt en de tanden uitvallen. Vrouwtjes lijken meer in gewicht en omvang toe te nemen dan de mannetjes. Kongeralen migreren (trekken) vervolgens naar paaigebieden in de Middellandse Zee en de Atlantische Oceaan.
Galerij
Kongers in hol
Kop van de konger
Konger
Kop van de konger
