Kokiriko
Kokiriko (Japans: 筑 子,こ き り こ) en de Binzasara (Japans: 編 木of板ざさら, ook wel Sasara of Ita-sasara genoemd) zijn beide traditionele Japanse slaginstrumenten die worden gebruikt in volksliederen en landelijke dansen. Men gebruikte oorspronkelijk een borstel of vegertje van dunne bamboestokjes of bamboetakjes.
De kokiriko is een paar stokken die langzaam en ritmisch tegen elkaar worden geslagen. In de middeleeuwen is bekend dat het het dansen een soort straatvoorstelling was, en was de kokiriko een instrument dat altijd werd gedragen door Equanimity (soort artiest), die voornamelijk acrobatiek uitvoerde. Het wordt al sinds de middeleeuwen in Japan gebruikt door leraren die na het midden van de Muromachi-periode (1338–1573) verschenen, en die de Kokiriko altijd hebben gebruikt. De term kokiriko is ook de naam voor een volkslied waarin over een instrument wordt gezongen. Dit zijn twee stokken van bamboe, een in elke hand, vastgehouden met de vingertoppen. Ze zijn ongeveer 23 centimeter lang, en ongeveer 1 centimeter.
De binzasara (of Kokiriko Sasara) is een instrument met veel stukken houten platen die aan elkaar zijn geregen met een katoenen koord. Met handvatten aan beide uiteinden wordt de stapel houten platen bespeeld door ze als een golf te bewegen. Dit geeft een tikkend, ratelend geluid. De Sasara is een van de gereedschappen die wordt gemaakt door bamboe en dunne bomen te bundelen. Het wordt niet alleen gebruikt als veger of borstel, maar wordt ook gebruikt als onderdeel van muziekinstrumenten en artikelen voor traditionele Japanse dans. Bovendien worden liederen en dansen die dit als begeleidingsinstrument gebruiken vaak "Sasara" genoemd.
Ook dit instrument werd in de middeleeuwen door uitvoerders gebruikt als begeleiding bij gesproken verzen. In die tijd was het openlucht theater (straatkunst), voornamelijk voorgedragen door jonge religieuze (godsdienstige) mensen die het uit liefdadigheid deden en op zoek waren naar de welvaart van de desbetreffende stad. Daar liepen ze op de grote trappen van de tempels, ook om over de kunsten te praten. De zogeheten Sekkyo-gesprekken. De artiest werd ook wel de "Sasara-bedelaar" genoemd. Later werd de term Sasara gebruikt nadat het een theaterkunst was geworden in samen met poppenspel. Uiteindelijk werd de shamisen (een soort luit, snaarinstrument) het belangrijkste begeleidingsinstrument, en de Kokiriko Sasara werd vanaf dan niet vaak meer gebruikt.
Sasara wordt nog steeds vaak gebruikt in Kagura- podiumkunsten, met de sasara- dans. Het heeft allemaal de bedoeling dat er een goede oogst komt en in sommige regio's hebben ze ook de betekenis van amuletten (geluksmiddelen). Er is ook een jaarlijks festival dat de "Binzasara Mai" heet. Een processie (optocht) die gehouden wordt op 14 mei. Ook hier wordt er gedanst voor een goede oogst. Lang geleden, bij het planten van rijst, wensten boeren een goede oogst, en er waren veel Dengaku-dansers die zongen en dansten met fluiten en trommels. Ook de binzasara werd daar bij gebruikt. Men danst rustig en langzaam, niet in flitsende, maar in vloeiende bewegingen.
Links
- YouTube - Binzasara, Dengaku dans